§1.1 - Organismen indelen

Biologie
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons niet zichtbaar!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons niet zichtbaar!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Welkom - startklaar: lessonup.app en inloggen

  • Start hoofdstuk 1 - Organismen indelen
  • Uitleg
  • Opdracht/werkvorm
  • Klassikale afsluiting
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

  • Je leert op basis van welke kenmerken organismen worden ingedeeld en hoe jij ze moet naamgeven.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een organisme?
Je hebt drie vormen van bestaan:
leven - dood - levenloos 

Een organisme is een levend wezen. 

Je kunt ze herkennen aan de volgende kenmerken: (volgende slide)

Slide 4 - Tekstslide

Levenskenmerken
  • voeden
  • groeien
  • uitscheiden (afvalstoffen)
  • ademen
  • reageren (prikkels waarnemen en op reageren)
  • voortplanten

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 6 - Quizvraag

Is ademhalen een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Rennen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 8 - Quizvraag

Meer levenskenmerken......
Buiten de 6 levenskenmerken in je boek, zijn er nog 2 voorbeelden:
  • Bewegen
  • Ontwikkelen

  • Organismen horen bij dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe deel je organismen in?

  • We gaan dit eerst zelf proberen met een opdracht.

  • Opdracht: De klas indelen! Hoe gaan we dit aanpakken?

Slide 10 - Tekstslide

Indelen van organismen
Om organismen beter te kunnen begrijpen, hebben biologen alle organismen ingedeeld in groepen. Dit proces heet ordening.

Ordening vindt voornamelijk plaats op basis van celkenmerken. 
De vier hoofdverdelingen noemen we de vier rijken.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe deel je organismen in?


Bij de indeling in groepen werd als eerste gekeken naar de cellen. De kleine bouwstenen van een organisme.

Slide 12 - Tekstslide

De vier Rijken
Bacteriën        Schimmels       Planten               Dieren

Slide 13 - Tekstslide

Groepen
De vier rijken worden vervolgens onderverdeeld in 8 groepen. Het is belangrijk dat je deze kent en de kenmerken kan benoemen.

Slide 14 - Tekstslide

Gewervelden
De groep gewervelden worden ook weer opgedeeld in 5 groepen.
Ook deze moet je kennen met eigenschappen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Betekent ordenen indelen in groepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel groepen organismen zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
10

Slide 18 - Quizvraag

Organismen worden ingedeeld in de vier grote groepen: bacteriën, schimmels, planten en dieren
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Uit hoeveel groepen bestaat het dierenrijk?
A
6
B
7
C
4
D
8

Slide 20 - Quizvraag

Noem 4 levenskenmerken

Slide 21 - Open vraag

Waar wordt als eerste naar gekeken bij het indelen van de organisme in groepen?

Slide 22 - Open vraag

Hoe zoek je de naam van een organisme op?
  • Een kenmerk is iets waaraan je een organisme herkent.

  • Door het kijken naar verschillende kenmerken kun je een organisme opzoeken met een zoekkaart, flora (voor planten) of determineeltabel.

  • Dit opzoeken noemen we ‘determineren’.

Slide 23 - Tekstslide

Determineren 
Bepalen van de soortnaam Hiervoor gebruik je een zoekkaart of determineertabel.
 

Slide 24 - Tekstslide

Waarom hebben organismen Latijnse namen?
  • Organismen hebben Latijnse namen zodat dezelfde naam over de hele wereld kan worden gebruikt.

  • De Latijnse naam is altijd een dubbele naam. 

  • Het eerste deel is de geslachtsnaam (vergelijk het met jouw achternaam). Deze schrijf je met een hoofdletter.
  • Het tweede deel is de soortaanduiding. Deze schrijf je met een kleine letter.



Slide 25 - Tekstslide

Het opzoeken van de naam van een bloem heet:
A
determineren
B
zoekkaarten
C
beredeneren
D
verteren

Slide 26 - Quizvraag

Wat is 'determineren'
A
Het bepalen van de naam van een organisme
B
De conclusie opschrijven
C
Het bepalen van de naam van een organisme
D
Het plukken van planten

Slide 27 - Quizvraag

Alle organismen hebben een Latijnse naam, de wetenschappelijk naam. Welk deel van de naam is de geslachtsnaam bij de Panthera Tigris (de tijger)?
A
Panthera
B
tigris
C
Panthera tigris

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.


  • Opdracht 1 t/m 18
  • Zelf samenvatten (schrift)

  • Test Jezelf opdr. 1 t/m 6 

Slide 29 - Tekstslide