6.3 Afval

6.3 Afval 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.3 Afval 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 
-Terugblik 6.2 
-Krijg je uitleg over 6.3 



Slide 2 - Tekstslide

huiswerk was
 -Lees van paragraaf 6.2 de teksten op blz 172-173 en 178

-Maak de opdrachten: 11 t/m 14, 17, 18 en 20


Meer vragen? 




Slide 3 - Tekstslide

Blader mee door de paragraaf (vanaf blz 181) 
Leerdoelen:
-Je kunt uitleggen op welke manieren afval wordt verwerkt.
-Je kunt uitleggen hoe afvalstoffen in de lucht komen en wat de gevolgen zijn.
-Je kunt uitleggen wat het gevolg is van teveel koolstofdioxide in de lucht.

Slide 4 - Tekstslide

Lees de tekst op blz 182

Maak daarna de opdrachten 5, 6 en 8

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht:
Lees de teksten en schrijf de leerdoelen uit:

-Je kunt uitleggen hoe afvalstoffen in de lucht komen en wat de gevolgen zijn.
-Je kunt uitleggen wat het gevolg is van teveel koolstofdioxide in de lucht.
Klaar?
Maak bij 6.3 de opdrachten 5, 6, 9, 11, 13, 15, 17, 18 en 20
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

hoe afvalstoffen in de lucht komen en wat de gevolgen zijn.
Door verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool) komen afvalgassen in de lucht:
  • koolstofdioxide
  • zwaveldioxide
  • stikstofoxiden
Luchtvervuiling

Slide 7 - Tekstslide

hoe afvalstoffen in de lucht komen en wat de gevolgen zijn.
gevolg van de uitstoot is luchtvervuiling:

1: fijnstof (verbranding van fossiele brandstoffen)
2: smog (fijnstof blijft hangen door geen wind)
3: verzuring (ook ammoniak uit mest)

Slide 8 - Tekstslide

!
!

Slide 9 - Tekstslide

Maak nu de vragen 5, 6, 8, 10, 11 en 12

Slide 10 - Tekstslide

hoe afvalstoffen in de lucht komen en wat de gevolgen zijn.
Door verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool) komen afvalgassen in de lucht:
  • koolstofdioxide
  • zwaveldioxide
  • stikstofoxiden
Luchtvervuiling

Slide 11 - Tekstslide

wat is het gevolg van teveel koolstofdioxide in de lucht.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waarom is koolstofdioxide een probleem?
Koolstofdioxide (CO2) komt steeds meer in de atmosfeer.
Wat betekent dat?

Het broeikaseffect

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het gevolg van teveel koolstofdioxide in de lucht?

Het broeikaseffect wordt versterkt. Daardoor warmt de aarde op.
Gevolgen hiervan zijn:
-Poolijs en gletsjers smelten waardoor de waterspiegel stijgt.
-Het klimaat verandert (hogere temperatuur en meer neerslag)

Slide 17 - Tekstslide

Nu en huiswerk

-Lees 6.3 goed door.
-Maak bij 6.3 de opdrachten 5, 6, 8, 10, 11, 12, 15, 17, 18 en 20
-Stel vragen!
 

Slide 18 - Tekstslide

Waar hoort welk afval?
Nuttige toepassing
Verbranden
Storten

Slide 19 - Sleepvraag


Wie heeft er gelijk? 
Limei en Lieke bespreken op welke manier drinkwater wordt gemaakt.
Lieke zegt: Drinkwater wordt gemaakt uit oppervlaktewater. Aan dit water worden bacteriën toegevoegd om het te reinigen.
Limei zegt: Drinkwater wordt gemaakt uit grondwater. Dit wordt gefilterd en gezeefd en daarna wordt het behandeld met ultraviolette straling.

A
alleen Lieke heeft gelijk
B
alleen Limei heeft gelijk
C
beide hebben gelijk
D
beide hebben ongelijk

Slide 20 - Quizvraag

Is de energiebron van fossiele afkomst of niet?
Fossiele brandstof
Niet fossiele brandstof
aardgas
aardolie
steenkool
houtskool
hout
kernenergie
wind

Slide 21 - Sleepvraag


Wie heeft er gelijk? 
Over fossiele brandstoffen worden enkele uitspraken gedaan.

Stavia zegt: “Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt stikstofoxide vrij. Hierdoor wordt het op aarde steeds warmer.”
Marlinde zegt: “De afvalgassen die bij de verbranding vrijkomen, kunnen op warme windstille dagen zorgen voor smog.”

A
alleen Stavia heeft gelijk
B
alleen Marlinde heeft gelijk
C
beide hebben gelijk
D
beide hebben ongelijk

Slide 22 - Quizvraag


Verschillende stoffen spelen een rol bij de verzuring. Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke stoffen moeten ingevuld worden op plaats 1 en welke op plaats 5? 
A
1: Zwaveldioxide en stikstofoxide 5: Ammoniak
B
1: Zwaveldioxide en salpeterzuur 5: Ammoniak
C
1: Zwavelzuur en salpeterzuur 5: Stikstofoxide
D
1: Zwavelzuur en ammoniak 5: Stikstofoxide

Slide 23 - Quizvraag

Welke van de volgende verschijnselen zijn de oorzaak van het versterkte broeikaseffect? Let op: meerdere antwoorden zijn juist. 
De hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht stijgt.
Het waterpeil van de Noordzee is gestegen.
In Nederland regent het steeds vaker.
Steeds meer mensen op aarde gebruiken energie.
1
2
4
3

Slide 24 - Sleepvraag

Welke van onderstaande brandstoffen is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Bio-ethanol
C
Steenkool
D
Gas

Slide 25 - Quizvraag

Verzuring van het milieu wordt vooral veroorzaakt door gassen zoals ammoniak, stikstofoxide en zwaveldioxide.
Welk van deze afvalgassen is voornamelijk afkomstig uit de veeteelt?
A
Ammoniak
B
Stikstofoxide
C
Zwaveldioxide

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Bij verbranding van bijvoorbeeld benzine in een auto ontstaat koolstofdioxide.
Welk nadeel levert de uitstoot van te veel koolstofdioxide op langere termijn op?
A
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt accumulatie in de voedselketen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt overbemesting van de bodem.
C
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide versterkt het broeikaseffect.

Slide 32 - Quizvraag