Formuleren 5H taalfouten
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hij vroeg het meisje ....... hij kent om mee te gaan naar de kermis.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 4 - Quizvraag
Hij kreeg een contract .... nogal veel onduidelijkheden bevatte.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 5 - Quizvraag
Dat is het beste ........ ik ooit gedaan heb.
A
dat
B
wat
Slide 6 - Quizvraag
Hij is al de hele week ziek, ..... erg lastig is voor zijn vrienden.
A
dat
B
wat
C
die
Slide 7 - Quizvraag
Hij wil een hond ..... altijd bij hem blijft
A
dat
B
die
Slide 8 - Quizvraag
Ze doen waar ..... zin in hebben.
A
ze
B
hun
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is goed?
A
De media schrijft erg negatief over dat bedrijf.
B
De media schrijven erg negatief over dat bedrijf.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Drugs veroorzaken erg veel overlast in de buurt.
B
Drugs veroorzaakt erg veel overlast in de buurt.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is goed?
A
De jeugd had veel last van de coronacrisis.
B
De jeugd hadden veel last van de coronacrisis.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft een baan.
B
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen hebben een baan.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
De Nederlandse regering denkt dat als er maar veel bezuinigd wordt het wel goed komt met de economie.
Slide 16 - Open vraag
We moeten de tent goed vastzetten zodat als het straks gaat waaien hij niet weg waait.
Slide 17 - Open vraag
Denk je ook dat als we vrijdag winnen tegen Argentinië dat we dan wereldkampioen worden?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Ik ga naar school. Omdat ik les heb.
Slide 21 - Open vraag
Het is wel moeilijk om goed te formuleren. Als je er nooit zo veel aandacht aan hebt besteed.
