In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Doelen van deze les:
Je kunt de volgende fouten verbeteren:
2. verwijsfouten (blz 230 NN)
3. incongruentie (blz 235 NN)
4. dat- alsconstructie (blz 237 NN)
7. zinnen onjuist begrenzen (blz 244 NN)
11. zinsbouw (blz 253 NN)
Slide 1 - Tekstslide
De man ..... ik de weg vroeg, was niet bekend in de buurt.
A
waaraan
B
aan wie
C
die
D
dat
Slide 2 - Quizvraag
Ik pakte de hamer, ..... ik een spijker in de muur wilde slaan.
A
waarmee
B
met wie
C
dat
D
wat
Slide 3 - Quizvraag
Hij vroeg het meisje ....... hij kent om mee te gaan naar de kermis.
A
die
B
dat
C
wat
D
wie
Slide 4 - Quizvraag
Hij kreeg een contract .... nogal veel onduidelijkheden bevatte.
A
die
B
dat
C
wat
D
wie
Slide 5 - Quizvraag
Dat is het beste ........ ik ooit gedaan heb.
A
dat
B
wat
C
die
D
waarmee
Slide 6 - Quizvraag
Hij is al de hele week ziek, ..... erg lastig is voor zijn vrienden.
A
dat
B
wat
C
die
D
het
Slide 7 - Quizvraag
Hij wil een hond ..... altijd bij hem blijft
A
dat
B
die
C
wie
D
wat
Slide 8 - Quizvraag
Ze doen waar ..... zin in hebben.
A
ze
B
hun
C
hen
D
hij
Slide 9 - Quizvraag
Doelen van deze les:
Je kunt de volgende fouten verbeteren:
2. verwijsfouten (blz 230 NN)
3. incongruentie (blz 235 NN)
4. dat- alsconstructie (blz 237 NN)
7. zinnen onjuist begrenzen (blz 244 NN)
11. zinsbouw (blz 253 NN)
Slide 10 - Tekstslide
Welke zin is goed?
A
De media schrijft erg negatief over dat bedrijf.
B
De media schrijven erg negatief over dat bedrijf.
Slide 11 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Drugs veroorzaken erg veel overlast in de buurt.
B
Drugs veroorzaakt erg veel overlast in de buurt.
Slide 12 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
De jeugd had veel last van de coronacrisis.
B
De jeugd hadden veel last van de coronacrisis.
Slide 13 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft een baan.
B
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen hebben een baan.
Slide 14 - Quizvraag
Doelen van deze les:
Je kunt de volgende fouten verbeteren:
2. verwijsfouten (blz 230 NN)
3. incongruentie (blz 235 NN)
4. dat- alsconstructie (blz 237 NN)
7. zinnen onjuist begrenzen (blz 244 NN)
11. zinsbouw (blz 253 NN)
Slide 15 - Tekstslide
De Nederlandse regering denkt dat, als er maar veel bezuinigd wordt, het wel goed komt met de economie.
Slide 16 - Open vraag
We moeten de tent goed vastzetten, zodat als het straks gaat waaien, hij niet weg waait.
Slide 17 - Open vraag
Denk je ook dat als we vrijdag winnen tegen Argentinië, dat we dan wereldkampioen worden?
Slide 18 - Open vraag
Je weet dat wanneer je goed leert, je een goed cijfer voor deze formatieve toets zou moeten kunnen halen.
Slide 19 - Open vraag
Je kunt het boek erbij pakken, zodat je indien je de stof niet zo goed beheerst, je deze nog een keer kunt nakijken.
Slide 20 - Open vraag
De rechters zouden misdadigers strenger moeten straffen, omdat wanneer ze notoire wetsovertreders harder aanpakken, de criminaliteit zal verminderen.
Slide 21 - Open vraag
Doelen van deze les:
Je kunt de volgende fouten verbeteren:
2. verwijsfouten (blz 230 NN)
3. incongruentie (blz 235 NN)
4. dat- alsconstructie (blz 237 NN)
7. zinnen onjuist begrenzen (blz 244 NN)
11. zinsbouw (blz 253 NN)
Slide 22 - Tekstslide
Ik ga naar school. Omdat ik les heb.
Slide 23 - Open vraag
Het is wel moeilijk om goed te formuleren. Als je er nooit zo veel aandacht aan hebt besteed.
Slide 24 - Open vraag
De bakker is tegenwoordig niet meer elke avond open. Wat ik wel begrijp.
Slide 25 - Open vraag
De oplossing om rotzooi te voorkomen is best simpel. Namelijk dat iedereen zijn eigen troep opruimt.
Slide 26 - Open vraag
Hij heeft een mooie vakantie gehad die hij met zijn ouders en zusje in Lissabon heeft gevierd. En daarom geen zin om weer naar school te gaan.
Slide 27 - Open vraag
Omdat hij al zo lang geen salaris meer had gekregen, had hij geen geld meer om zijn gezin te onderhouden en de huur betalen. Waardoor ze met zijn vieren op straat kwamen te staan.
Slide 28 - Open vraag
Doelen van deze les:
Je kunt de volgende fouten verbeteren:
2. verwijsfouten (blz 230 NN)
3. incongruentie (blz 235 NN)
4. dat- alsconstructie (blz 237 NN)
7. zinnen onjuist begrenzen (blz 244 NN)
11. zinsbouw (blz 253 NN)
Slide 29 - Tekstslide
Ik ga altijd naar de buitentraining, terwijl mijn teamgenoten het bij een beetje regen of modder op het veld al laten afweten.
Slide 30 - Open vraag
De kattenbak moet, zeker als hij in een ruimte staat waarin ook mensen verblijven, regelmatig verschoond worden.
Slide 31 - Open vraag
De door de inspanning hevig transpirerende sporters kregen een verkoelend drankje aangeboden.
Slide 32 - Open vraag
Er wordt een staking aangekondigd door de vakbond, omdat de lonen te laag zijn.
Slide 33 - Open vraag
Het vuurwerk in de oudjaarsnacht wordt afgestoken door professionals, omdat het niet zonder gevaar is als je niet deskundig bent.
Slide 34 - Open vraag
Hoe goed ken je de stof al?
Goed
Beter dan ik had verwacht
Nog niet goed
Slide 35 - Poll
Hoe goed had je al geleerd?
Ik heb goed geleerd
Ik heb een beetje geleerd.
Ik heb niet geleerd, maar de weektaak wel steeds gemaakt.
Ik heb niet geleerd en het huiswerk minder goed bijgehouden dan ik van plan was.
Slide 36 - Poll
Dit begrijp ik nog niet goed/hier heb ik een vraag over: