3.1 genotype en fenotype

Erfelijkheid


Eerst een test
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid


Eerst een test

Slide 1 - Tekstslide

Wie van deze 4 is mijn broer?

Slide 2 - Tekstslide

Ga staan
1 hand omhoog
Blijf zitten
2 handen omhoog

Slide 3 - Tekstslide

2 handen omhoog

Slide 4 - Tekstslide

Wie is mijn moeder?

Slide 5 - Tekstslide

Ga staan
Ga zitten
1 hand omhoog
2 handen omhoog

Slide 6 - Tekstslide

1 hand omhoog

Slide 7 - Tekstslide

Wie is mijn vader?

Slide 8 - Tekstslide

Ga staan
Ga zitten
1 hand omhoog
2 handen omhoog

Slide 9 - Tekstslide

Ga staan

Slide 10 - Tekstslide

Iets moeilijker
Wie is mijn neef?

Slide 11 - Tekstslide

Ga staan
Ga zitten
1 hand omhoog
2 handen omhoog

Slide 12 - Tekstslide

Ga zitten

Slide 13 - Tekstslide

Thema 3
Erfelijkheid en evolutie

Slide 14 - Tekstslide

3.1 Genotype en fenotype
Leerdoelen:

1. Je kunt omschrijven wat een genotype, wat een fenotype en wat een gen is
2. Je kunt beschrijven hoe organismen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun nakomelingen via chromosomen

Slide 15 - Tekstslide

Erfelijke informatie
- Lichaamscellen bevatten 46 chromosomen.
- Ze bestaan uit de stof DNA (erfelijke eigenschappen)

Slide 16 - Tekstslide

De helft van je DNA krijg je van je moeder en de andere van je vader

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De bevruchte cel gaat delen, dit noem je een dochtercel

Slide 19 - Tekstslide

Allel
Een gen bestaat uit 2 allelen (1 van vader, 1 van moeder)
Dit is een variant van een gen bvb zwart haar, rood haar, blond haar.

De 2 allelen op een gen kunnen verschillen bvb Bruinhaar van je vader en Roodhaar van je moeder

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Genotype

Chromosomen bevatten informatie over eigenschappen
Gen= stukjes DNA die informatie bevatten voor 1 eigenschap

1 celkern heeft alle 46 chromosomen en de informatie voor alle erfelijke eigenschappen = genotype
Bijvoorbeeld: oogkleur en huidskleur

Slide 22 - Tekstslide

genotype.

erfelijke informatie

deze informatie ligt vast in de chromosomen in het DNA

dit hoef je niet altijd te zien
fenotype.

is het uiterlijk van een organisme

fenotype=genotype+mileu

dit zie je

Slide 23 - Tekstslide

Fenotype
  • De uiterlijke kenmerken van een organisme: fenotype
  • De informatie voor de uiterlijke kenmerken staat in het DNA
  • Het fenotype kun je veranderen, zoals haarkleur of met tattoo's

Slide 24 - Tekstslide

genotype of fenotype?
genotype of fenotype?

Slide 25 - Tekstslide

Wat ga je doen (3§1):
Maken opdracht 1 tot en met 6 en 10

Slide 26 - Tekstslide