Talent 2A - 1.8 - Spelling deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

klas 8

Pak je boek en begin met lezen
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen

klas 8

Hoofdstuk 1

1.8 - spelling

Lesdoel

In deze paragraaf herhaal je
• hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spelt;
• hoe je deze leestekens goed gebruikt: punt, komma, uitroepteken, vraagteken.

En
• hoe je aanhalingstekens goed gebruikt;

Startopdracht

Vul de goede vorm van het werkwoord in...

Mijn broer ______ (lopen) elke ochtend vijf kilometer.

De kat ______ (liggen) op de bank en slaapt.
Wij ______ (werken) aan een schoolproject in de bibliotheek.
De docent ______ (uitleggen) de lesstof heel duidelijk.
Jullie ______ (eten) elke avond samen aan tafel.
Ik ______ (fietsen) graag door het park als het mooi weer is.
De kinderen ______ (spelen) met hun nieuwe speelgoed in de tuin.
Jij ______ (schrijven) een brief aan je oma.
Zij ______ (zingen) altijd onder de douche.
Mijn ouders ______ (kopen) vaak verse groente op de markt.

LEESTEKENS: DE KOMMA

Leestekens en hoofdletters helpen je bij het lezen van een tekst.

Deze leestekens ken je al: punt, vraagtekens, uitroepteken. 

Ze staan aan het einde van een zin.

LEESTEKENS: DE KOMMA

De komma is een leesteken dat in een zin staat. 

De komma is een korte pauze in een zin.

LEESTEKENS: DE KOMMA

• Je gebruikt een komma:Tussen de delen van een opsomming

(Op tafel liggen mijn boeken, mijn mobiele telefoon en mijn sleutels.)

• Als je iemand aanspreekt.

(Mevrouw, mag ik even naar het toilet)

	Theorie boek
Wat?	maken opdr. 6, 7, 8 en 9 (pv - tt)
Hoe?	Eerst de opdracht goed lezen. Daarna de vragen beantwoorden in je werkboek / schrift.
Hulp	Vraag? Steek je vinger op.
Tijd	De rest van het lesuur
Klaar?	Iets voor jezelf doen in stilte

Opdracht