Temperatuur > geeft aan hoe warm het is - wordt gemeten in graden Celsius - thuis meestal 20 graden Celsius > kamertemperatuur
Thermometer > hiermee kun je de temperatuur meten
De standaardeenheid voor temperatuur is kelvin (K) - voor omrekenen van graden Celsius naar kelvin > + 273 - bijv. 37 graden Celsius > 37 + 273 = 310 K
Slide 2 - Tekstslide
3.1 Temperatuur meten
Wat? Maken 3.1 – Opdracht 1 t/m 11
Hoe? Blz. 131 t/m 132
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 11 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
20:00
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen check
Wat is temperatuur?
Wat is de standaard eenheid voor temperatuur?
Hoe rekenen we graden Celsius om naar Kelvin?
Slide 4 - Tekstslide
3.1 Temperatuur meten
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt een vloeistofthermometer aflezen
Je kent de begrippen meetbereik en schaalverdeling bij een thermometer
Je kunt graden Celsius omrekenen naar de standaardeenheid voor temperatuur
Slide 5 - Tekstslide
3.1 Temperatuur meten
Welke thermometer gebruik je?
Voor elke meting van temperatuur is er een geschikte thermometer - koortsthermometer > meetbereik van 35 graad Celsius tot 42 graad Celsius - een buitenthermometer > meetbereik van -30 graad Celsius tot 50 graad Celsius
Een thermometer bevat schaalverdeling > hierop kun je aflezen hoe warm/koud het is - met een groot meetbereik kun je meer temperatuur meten > minder nauwkeurig
Digitale thermometer > heeft een warmtesensor en een afleesvenster - door sensor gaat een elektrische stroom; als de temperatuur verandert, verandert ook de elektrische stroom door de sensor > grootte van stroom bepaalt de temperatuur
Slide 6 - Tekstslide
3.1 Temperatuur meten
Hoe werkt een vloeistofthermometer?
Vloeistofthermometer > meet de temperatuur doordat een vloeistof uitzet als het warmer wordt en krimpt als het kouder wordt - bestaat uit een reservoir en een stijgbuis
Reservoir > klein bolletje aan de onderkant, bevat een vloeistof
Stijgbuis > een dun glazen buisjes aan het reservoir vast
Slide 7 - Tekstslide
3.1 Temperatuur meten
Oorzaken verschil in meetbereik thermometers
De soort vloeistof die wordt gebruikt - een vloeistof die meer uitzet stijgt meer > de getallen op de schaalverdeling liggen verder uit elkaar
De grootte van het reservoir - bij een groter reservoir kan meer vloeistof uitzetten > vloeistof stijgt meer
De diameter van de stijgbuis - bij een brede stijgbuis zal de vloeistof minder stijgen > getallen op de schaalverdeling liggen dichter bij elkaar
Slide 8 - Tekstslide
3.1 Temperatuur meten
Hoe lees je een thermometer af?
Slide 9 - Tekstslide
3.1 Temperatuur meten
Wat? Maken 3.1 – Opdracht 12 t/m 24
Hoe? Blz. 132 t/m 134
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 12 t/m 24 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).