Paragraaf 3.1 - Temperatuur meten [2]

3.1 Temperatuur meten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen wat kamertemperatuur is
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

3.1 Temperatuur meten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen wat kamertemperatuur is

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Temperatuur meten
Waarmee meet je de temperatuur?

  • Temperatuur > geeft aan hoe warm het is
    - wordt gemeten in graden Celsius
    - thuis meestal 20 graden Celsius > kamertemperatuur
  • Thermometer > hiermee kun je de temperatuur meten
  • De standaardeenheid voor temperatuur is kelvin (K)
    - voor omrekenen van graden Celsius naar kelvin > + 273
    - bijv. 37 graden Celsius > 37 + 273 = 310 K 

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Temperatuur meten
  • Wat? Maken 3.1 – Opdracht 1 t/m 11
  • Hoe? Blz. 131 t/m 132
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 11 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
20:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen check

  • Wat is temperatuur?

  • Wat is de standaard eenheid voor temperatuur?

  • Hoe rekenen we graden Celsius om naar Kelvin?

Slide 4 - Tekstslide

3.1 Temperatuur meten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt een vloeistofthermometer aflezen
  • Je kent de begrippen meetbereik en schaalverdeling bij een thermometer
  • Je kunt graden Celsius omrekenen naar de standaardeenheid voor temperatuur

Slide 5 - Tekstslide

3.1 Temperatuur meten
Welke thermometer gebruik je?

  • Voor elke meting van temperatuur is er een geschikte thermometer
    - koortsthermometer > meetbereik van 35 graad Celsius tot 42 graad Celsius
    - een buitenthermometer > meetbereik van -30 graad Celsius tot 50 graad Celsius
  • Een thermometer bevat schaalverdeling > hierop kun je aflezen hoe warm/koud het is
    - met een groot meetbereik kun je meer temperatuur meten > minder nauwkeurig
  • Digitale thermometer > heeft een warmtesensor en een afleesvenster
    - door sensor gaat een elektrische stroom; als de temperatuur verandert, verandert ook de elektrische stroom door de sensor > grootte van stroom bepaalt de temperatuur

Slide 6 - Tekstslide

3.1 Temperatuur meten
Hoe werkt een vloeistofthermometer?

  • Vloeistofthermometer > meet de temperatuur doordat een vloeistof
    uitzet als het warmer wordt en krimpt als het kouder wordt
    - bestaat uit een reservoir en een stijgbuis
  • Reservoir > klein bolletje aan de onderkant, bevat een vloeistof
  • Stijgbuis > een dun glazen buisjes aan het reservoir vast

Slide 7 - Tekstslide

3.1 Temperatuur meten
Oorzaken verschil in meetbereik thermometers

  • De soort vloeistof die wordt gebruikt
    - een vloeistof die meer uitzet stijgt meer > de getallen op
    de schaalverdeling liggen verder uit elkaar
  • De grootte van het reservoir
    - bij een groter reservoir kan meer vloeistof uitzetten > vloeistof stijgt meer
  • De diameter van de stijgbuis
    - bij een brede stijgbuis zal de vloeistof minder stijgen > getallen op de schaalverdeling liggen dichter bij elkaar

Slide 8 - Tekstslide

3.1 Temperatuur meten
Hoe lees je een thermometer af?




Slide 9 - Tekstslide

3.1 Temperatuur meten
  • Wat? Maken 3.1 – Opdracht 12 t/m 24
  • Hoe? Blz. 132 t/m 134
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 12 t/m 24 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen check

  • Wat is meetbereik?

  • Welke onderdelen bevat een vloeistofthermometer?

Slide 11 - Tekstslide