In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
§2.1 Alpen Opdr.
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn endogene en exogene krachten?
Slide 4 - Woordweb
B97 Endogene en exogene krachten
De aarde is een bol van gloeiend heet gesteente met daaromheen een dunne aardkorst.
De aardkorst verandert voortdurend van vorm door natuurkrachten van twee kanten:
Van binnenuit door endogene krachten: Aarde bestaat uit: aardkern, aardmantel en aardkorst. Hoe dieper, hoe warmer -> door hitte ontstaan convectiestromen die breuken veroorzaken in de aardkorst
Van buitenaf doorexogene krachten: verwering en erosie (temperatuur, wind, water, etc.)
Slide 5 - Tekstslide
Het ontstaan van de Alpen
De Alpen zijn het hoogste gebergte van Europa. Vroeger: tropische zee -> daarom: dikke lagen sedimentgesteenten (zand, planten- en dierenresten, stenen)
Door endogene krachtenzijn breuken in de aardkorstontstaan
Slide 6 - Tekstslide
Het ontstaan van de Alpen
A 80 miljoen jaar geleden: de plaat waarop Afrika ligt beweegt naar het noorden.
B De zeebodem tussen Europa en Afrika boog, plooide en brak. C 30 miljoen jaar geleden: de Alpen worden tegen Europa aan geduwd.
D Deel Europa gerimpeld als een tafellaken: opheffing. Ontstaan plooiingsgebergte
Slide 7 - Tekstslide
Het ontstaan van de Alpen
Deaardkorst bestaat uit bewegende schollen / platen.
3 soorten bewegingen: 1. uit elkaar 2. naar elkaar 3. langs elkaar
-> naar elkaar: er ontstaan gebergten
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Verwering
Verschillen in jong en oude gebergten door: exogene krachten.
Slijten de harde gesteenten van de bergen langzaam af.
Rotsblokken verbrokkelen tot grind
Grind vergruist tot zand en klei
Verwering = uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
2 soorten:
1. Mechanische verwering 2. Chemische verwering
Slide 10 - Tekstslide
Mechanische verwering
Mechanische verwering (fysische verwering) = het gesteente valt uiteen zonder van samenstelling te veranderen.
Vorstverwering / vorstwerking:
1 water dat in spleten van gesteente is gezakt, bevriest. 2 door de bevriezing zet het water een beetje uit. 3 de spleten worden steeds breder. 4 er brokkelen stukjes steen af (= verwering)
Verwering door grote verschillen in dag- en nachttemperaturen -> in woestijnen en hooggebergten.
Verwering door uiteendrukken van gesteenten door plantenwortels
Slide 11 - Tekstslide
Chemische verwering
Chemische verwering = als de chemische samenstelling wél verandert. De mineralen reageren met zuurstof of water.
Voorbeeld van chemische verwering: kalkgesteente - gesteente lost op in zuur grond- of regenwater. Karst = landschapsvormen die hierdoor ontstaan.
Ander voorbeeld: Een mineraal (ijzer) gaat roesten. Het gesteente wordt minder hard wordt en kan verkruimelen.
Karst ontstaat door het oplossen van ..... in .....
Slide 18 - Open vraag
B110 Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap = reliëf
Er zijn vier verschillende reliëfvormen:
Hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger dan 1.500 m.
Middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog.
Heuvelland: de meeste toppen zijn tussen de 200 en 500 m.
Laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter.
Slide 19 - Tekstslide
Het ontstaan van de Alpen
A 80 miljoen jaar geleden: de plaat waarop Afrika ligt beweegt naar het noorden.
B De zeebodem tussen Europa en Afrika boog, plooide en brak. C 30 miljoen jaar geleden: de Alpen worden tegen Europa aan geduwd.
D Deel Europa gerimpeld als een tafellaken: opheffing. Ontstaan plooiingsgebergte
Slide 20 - Tekstslide
Soorten gebergten
De Alpen zijn een jong gebergte.
Jonge gebergten
Oude gebergten
Hoog
Lager
Steile hellingen
Flauwe hellingen
Spitse bergtoppen
Afgeronde toppen
Diepe dalen
Minder diepe / bredere dalen
Slide 21 - Tekstslide
Verwering
Verweringsmateriaal = het ontstane puin na verwering. Het verweringsmateriaal blijkt ter plekke liggen bij verwering.
Onder invloed van de zwaartekracht kan dit verweringsmateriaal naar beneden rollen of schuiven = massabeweging
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Erosie
Verweringsmateriaal kan zich later verplaatsen door:
eerst de zwaartekracht
daarna water, wind en ijs (gletsjers, landijs, sneeuw)
Tijdens dit transport vindt erosieplaats. Erosie = afschuren en uitschuren van gesteente door met verweringsmateriaal beladen water, ijs of wind. Hoe ouder een gebergte, hoe meer verwering en erosie. -> gevolgen: vlakker, lager, minder steil, bredere dalen.
Tot slot: sedimentatie: het meegevoerde materiaal wordt ergens neergelegd. Het landschap wordt weer opgebouwd.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Het ontstaan van de Alpen
Kalksteen -> hoge druk en temperatuur -> miljoenen jaren -> marmer
Voorbeeld van een metamorfgesteente: gesteente dat een gedaanteverwisseling ondergaat.