28-29 nov leesvaardigheid H3

TG 2 D
28 nov.
Welkom!




1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

TG 2 D
28 nov.
Welkom!




Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel deze week

  • Je kent de kenmerken van een betogende tekst
  • Je weet wat argumenten zijn
  • Je weet hoe je kritisch leest
  • Je weet wat het tekstverband 'oorzaak-gevolg' is


=> TEA 2: toets leesvaardigheid


     

    Slide 2 - Tekstslide

    Huiswerk
    Nakijken opdrachten van huiswerk H1, leesvaardigheid opdr. 5,6,7 en 15, 16 (je hebt de uitwerkingen ontvangen in de les van 21 nov); noteer de vraag als je het juiste antwoord niet goed snapt
    Leer blauwe theorieblokken leesvaardigheid H 1.3 (pag. 22, 23, 26, 27)
    Leer theorieblokken leesvaardigheid H 2.3 (pag. 98, 99, 101, 102)
    Maken: Opdracht 5 t/m 11 pag. 100-101.
    Insectentekst Diataal: gaan we nu bespreken

    Slide 3 - Tekstslide

    Wat is de functie van de volgende inleiding?

    Slide 4 - Tekstslide

    Apen lijken in veel opzichten op mensen: ze zorgen voor hun nakomelingen, werken samen en delen voedsel. Ze hebben echter geen gesproken taal. Hoe communiceren ze?
    A
    Het onderwerp aankondigen
    B
    De centrale vraag stellen
    C
    De mening van de schrijver geven
    D
    Aandacht trekken van de lezer

    Slide 5 - Quizvraag

    "Evenwel" is een signaalwoord voor...
    A
    concluderend verband
    B
    samenvattend verband
    C
    tegenstellend verband
    D
    opsommend verband

    Slide 6 - Quizvraag

     Ik was graag gekomen; ik ben evenwel verhinderd.

    Synoniemen: 

    ik ben echter verhinderd; 
    maar ik ben verhinderd

    Slide 7 - Tekstslide

    Noem drie kenmerken van een informatieve tekst.

    Slide 8 - Open vraag

    Noem drie informatieve tekstsoorten.

    Slide 9 - Open vraag

    Een tekst kan niet met een samenvatting beginnen.
    A
    Dat klopt: een samenvatting staat namelijk op het eind.
    B
    Dat klopt niet: een samenvatting kan ook in het midden staan.
    C
    Dat klopt niet: een samenvatting kan ook in het begin staan.

    Slide 10 - Quizvraag

     Een nieuwsbericht begint vaak met een samenvatting 

    Daarin wordt kort Wie Wat Waar Waarom en Wanneer beantwoord. In de bodytekst komt de uitwerking, plus antwoord op Hoe. Een nieuwsbericht heeft bijna nooit een slot. 

    Slide 11 - Tekstslide

    Programma

    • Theorie leesvaardigheid H3 en voorbeelden
    • Huiswerk Diataal bespreken
    • Zelfstandig werken

    => TEA 2: toets leesvaardigheid


       

      Slide 12 - Tekstslide

      Leesvaardigheid 
      uitleg

      Slide 13 - Tekstslide

      Betogende tekst
      • tekstdoel is overtuigen, dus het gaat om de mening / standpunt van de schrijver
      • de schrijver wil met argumenten (redenen) aantonen dat zijn mening de juiste is
      • er kunnen ook meningen van anderen in voorkomen, bijv. ter ondersteuning van de mening van de schrijver
      • hoe beter de argumenten, hoe meer de lezer overtuigd kan raken. 

      Slide 14 - Tekstslide

      Betogende tekst (2)
      • Argumenten kunnen objectief zijn (controleerbare feiten, bijv. onderzoeksresultaten) of subjectief (meningen, persoonlijke indrukken) 
      • Soms gebruikt een schrijver ook tegenargumenten (dus argumenten die een tegenstander zou gebruiken), om die daarna te weerleggen (onderuit te halen).
      • Daarmee wordt zijn betoog (of ingezonden brief) overtuigender

      Slide 15 - Tekstslide

      Slide 16 - Tekstslide

      Opbouw betogende tekst 
      • inleiding: de schrijver noemt het onderwerp en geeft daarover zijn mening;
      • kern: de schrijver geeft argumenten voor zijn mening;
      • slot: de schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen of herhaalt zijn standpunt.

      Let op: de hoofdgedachte van een betogende tekst bestaat uit de mening van de schrijver, meestal gevolgd door zijn belangrijkste argument.

      Slide 17 - Tekstslide

      Betogende tekstsoorten 

      • opiniestuk
      • ingezonden brief
      • beoordeling
      • boekbespreking
      • filmrecensie
      • klachtenbrief

      Slide 18 - Tekstslide

      Slide 19 - Link

      Kritisch lezen 

      • Is de schrijver deskundig? 
      • Hoe weet hij dat? 
      • Is het onderzocht
      • Is die informatiebron betrouwbaar? 
      • Is de informatie waar?
      • Strookt de mening van de schrijver met mijn eigen mening? 

      Slide 20 - Tekstslide

      Tekstverband Oorzaak-gevolg

      • Signaalwoorden: doordat, daardoor, zodat, waardoor, met als gevolg.
      • Voorbeeld: Ik werd getackeld tijdens de wedstrijd en kreeg daardoor een dikke knie.
      • Oorzaak: getackeld worden
      • Gevolg: dikke knie

      Slide 21 - Tekstslide

      Wat is  je  nog niet duidelijk? 
      kenmerken van een overtuigende of betogende tekst
      kritisch lezen
      tekstverband oorzaak-gevolg

      Slide 22 - Tekstslide

      Zelfstandig werken (in Plenda, 29-11)

      • Bart, Jorre en Dany: aanmelden bij Talent via Magister Leermiddelen, code 841293
      • Leer theorieblokken leesvaardigheid H 2.3 (pag. 98, 99, 101, 102)
      • Lees theorieblokken leesvaardigheid H 3.3
      • Maken: Opdracht 5 t/m 11 van Hst 3.3
      • Nakijken: eerdere opdrachten
      • Meenemen: boek van Talent en schrift 

      Slide 23 - Tekstslide

      T G 2 D
      29 nov.
      Welkom!
      Pak je schrift, boek en computer



      Slide 24 - Tekstslide

      Leerdoel deze week

      • Je kent de kenmerken van een betogende tekst
      • Je weet wat argumenten zijn
      • Je weet hoe je kritisch leest
      • Je weet wat het tekstverband 'oorzaak-gevolg' is


      => TEA 2: toets leesvaardigheid => wat moet je leren?


         

        Slide 25 - Tekstslide

        Startopdracht
        standpunt en argumenten vinden 

        Slide 26 - Tekstslide

        Slide 27 - Tekstslide

        Huiswerk
        Leer theorieblokken leesvaardigheid H 2.3 (pag. 98, 99, 101, 102)
        Lees theorieblokken leesvaardigheid H 3.3
        Maken: Opdracht 5 t/m 11 van Hst 3
        Nakijken: eerdere opdrachten

        Slide 28 - Tekstslide

        Een ingezonden brief is een voorbeeld van een...
        A
        informerende tekst
        B
        amuserende tekst
        C
        betogende tekst
        D
        activerende tekst

        Slide 29 - Quizvraag

        Een uitnodiging op papier voor de première van de nieuwste Marvelfilm is een voorbeeld van een...
        A
        informerende tekst
        B
        amuserende tekst
        C
        betogende tekst
        D
        activerende tekst

        Slide 30 - Quizvraag

        "Jongeren moeten vanaf 16 jaar stemrecht hebben. Veel besluiten in de politiek hebben gevolgen voor het leven van jongeren, dus daarom is het logisch dat zij meebeslissen."
        A
        Eerste zin is standpunt, tweede zin is argument.
        B
        Eerste zin is argument, tweede zin is standpunt.
        C
        Eerste zin is standpunt, tweede is tegenargument.
        D
        Eerste zin is argument, tweede zin is ook argument.

        Slide 31 - Quizvraag

        Het regende hard vanochtend. Daardoor was ik echt doorweekt.
        A
        Eerste zin is standpunt, tweede zin is argument.
        B
        Eerste zin is oorzaak, tweede zin is gevolg.
        C
        Eerste zin is gevolg, tweede zin is oorzaak.
        D
        Eerste zin is argument, tweede is tegenargument.

        Slide 32 - Quizvraag

        Schrijf een standpunt (mening) op. Geef vervolgens twee argument vóór dat standpunt en één tegenargument.

        Slide 33 - Open vraag

        Samen tekst lezen

        • Pak je schrift
        • Schrijf vijf begrippen op die met 'hoogbegaafd' te maken hebben (woordweb)
        • Tekst lezen pag. 184




           

          Slide 34 - Tekstslide

          Zelfstandig werken (in Plenda, 5-12)

          • Maken: opdrachten 21-27 bij tekst 4, pag. 185 e.v.
          • Leer theorieblokken leesvaardigheid Hst 3.3
          • Herhaal theorieblokken leesvaardigheid Hst 1.3 en Hst 2.3
          • Noteer vragen over de toetsstof
          • Extra oefenen? opdrachten Tiny houses Diataal, zie Teams, Lesmateriaal, P2
          • Meenemen: boek van Talent en schrift 

          woensdag 6 dec: oefentoets leesvaardigheid

          Slide 35 - Tekstslide

          Laatste vraag:
          • Formuleer een zin met een vergelijkend tekstverband
          • ...
          • De VVD heeft zetels verloren net als het CDA. 
          • signaalwoorden: net als, zoals, evenals
          • Herhaal theorieblokken leesvaardigheid Hst 1.3 en Hst 2.3
          • Bestudeer de theorieblokken van leesvaardigheid Hst 1 t/m 3, inclusief de stof van vorig jaar (zie overzicht achterin je boek of online bij je vorige klas). 
          • Schrijf je vragen op die je hebt over deze theorie.
          • Maken: opdrachten Tiny houses en opdracht 16 t/m 19 van H3.3
          • Meenemen: boek van Talent en schrift 

          Slide 36 - Tekstslide