Quiz 30 juni

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1-3

Quiz

Vrijdag 19 april

3 rondes

Ronde 1: Husselwoorden

Ronde 2: Droedels en raadsels

Ronde 3: Diverse vragen

De prijzen...

Eerste prijs

Twee oranje muntje

De teams

Teams van 4 personen! 

Maak zelf teams, ga in groepjes van 4 personen bij elkaar zitten.

2 minuten de tijd!

Tip!

Overleg zachtjes met je groepje, anders horen de andere groepjes jullie briljante antwoorden ook!

We gaan beginnen!

Ronde 1: Husselwoorden

Welk woord kun je maken van de gehusselde letters?

1. metovrizaanke

2. tecgdih

3. lsannhabicen

4. woetsteek

5. laapdaper

6. toterbamhowrs

7. couraate

Ronde 2: Droedels en raadsels

Schrijf steeds het woord op dat bij het raadsel hoort!

Een voorbeeld:                                

1. Wat staat hier?

2. Wat staat hier?

3. Wat staat hier?

4. Wat staat hier?

5. Wat staat hier?

6. Wat staat hier?

Ronde 3

Diverse vragen!

20 seconden kijken

1. Memory: op welke plaatsen lag het dartbord? Noteer de nummers.

10 seconden

2. Als je deze zomer gaat varen en iemand roept 'stuurboord'. Welke kant bedoelt hij dan? Noteer de letter van het goede antwoord op papier.

1. rechterkant
2. achterkant
3. linkerkant
4. voorkant

15 seconden

3. Als je deze zomer op het strand een 'paperback' leest. Wat wordt daarmee bedoeld? Noteer de letter van het goede antwoord op papier.

1. spannend boek
2. boek van gerecycled papier
3. boek met harde kaft
4. boek met zachte kaft

15 seconden

4. Welke sport beoefende deze jongen?

1. kitesurfen
2. kiteskaten
3. waveboarden
4. skimboarden

20 seconden

5.

35 sec

6. Vorig jaar zijn we naar Portugal (reizen). Wat is de juiste vorm van het werkwoord?

1. gereist
2. gereisd
3. gereizt
4. gerezen

10 seconden

7. Speciaal voor mij is ze naar de ijsboer ...(sjezen). Wat is de juiste vorm van het werkwoord?

1. gesjeest
2. gesjeesd
3. gesheest
4. gesheesd

10 seconden

Dat was 'm!

Lever je antwoordenblad gauw in, dan volgt de uitslag!

Prijsuitreiking