3.4 luchtdruk en wind

3.4 luchtdruk en wind
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4 luchtdruk en wind

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen wat luchtdruk is en hoe wind ontstaat.
  • Je kunt de windkracht en windrichting verklaren met behulp van de begrippen hoge druk en lage druk.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer zie je het juiste seizoen afgebeeld staan voor Nederland?
 zomer
herfst
winter
zon
Lente

Slide 3 - Sleepvraag

 wind
  • wind = verplaatsing van lucht
  • de kracht van de wind hangt af van de luchtdrukverschillen in een gebied
  • windmeter geeft de windkracht aan op de schaal van Beaufort

Slide 4 - Tekstslide

Wat is luchtdruk?
Luchtdruk => het gewicht van de lucht dat op de aarde drukt 

Lage luchtdruk ( L ) --> warme lucht stijgt op
Hoge luchtdruk ( H ) --> koude lucht daalt


Slide 5 - Tekstslide

Het weer als de luchtdruk verandert..
Onthouden: Lucht stroomt ALTIJD van H naar L 
                   Dit is => wind
Onthouden: Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe 
                    harder het waait.

Hoe zie je dat op een weerkaart? => isobaren (lijnen van gelijke druk)

Slide 6 - Tekstslide

Op deze kaart zie je isobaren, kun jij aangeven waar een hoge- en waar een lagedrukgebied ligt in Europa?

Slide 7 - Tekstslide

Hoge druk 
Hoge druk = dalende lucht,
deze lucht is zwaar.
Symbool op de kaart = H
Getal > 1000 is H

Welk weertype hoort bij H?
- geen bewolking
- warm in de zomer
- koud in de winter


Slide 8 - Tekstslide

Lage druk
Lage druk = stijgende lucht, gewicht van die lucht is laag.
Symbool op de kaart = L
Getal onder 1000 = L

Welk weertype hoort bij L?
- wolken
- neerslag
- koel in de zomer
- zacht in de winter

Slide 9 - Tekstslide

Windsysteem op aarde
Kringloop van lucht: windsysteem
Wind stroomt van H -> L





lage luchtdruk
gebieden ( L )
hoge luchtdruk gebieden ( H )
- rond de evenaar
- rond 60° NB 
- rond 60° ZB
- poolgebieden
- rond 30° NB 
- rond 30° ZB

Slide 10 - Tekstslide

Nederland ligt in gordel van lagedrukgebieden:
  • warme lucht uit zuiden botst met koude lucht uit  noorden
  • warme lucht stijgt op er ontstaat bewolking en neerslag
  • westenwinden brengen vochtige lucht naar Nederland

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Huiswerk
Lezen 3.4
maak opdracht 2-1 2-2 2-3, 3, 4-2 en 5
Maak de test jezelf van 3.4 

Slide 13 - Tekstslide