Palliatieve zorg

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Dagdeel 1: theorie palliatieve zorg 
dagdeel 2: opdracht
Lesmateriaal: laptop, smartphone, internet, literatuur

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De deelnemer is in staat om aan de hand van situatiegegevens zorgvragers in de palliatieve en terminale fase zorg te verlenen en steun te bieden aan naasten/mantelzorgers. 
  • Uitleggen wat palliatieve zorg betekent
  • Herkennen hoe het rouwproces verloopt
  • Herkennen hoe het stervensproces verloopt

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De deelnemer is in staat om aan de hand van situatiegegevens zorgvragers in de palliatieve en terminale fase zorg te verlenen en steun te bieden aan naasten/mantelzorgers. 
  • Uitleggen wat palliatieve zorg betekent
  • Herkennen hoe het rouwproces verloopt
  • Herkennen hoe het stervensproces verloopt

Slide 4 - Tekstslide

Wat is palliatieve zorg?
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is.

Slide 5 - Tekstslide

Dan kun je denken aan:
  • Kanker, wanneer die uitbehandeld is
  • Dementie
  •  COPD
  • Hartfalen 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Het doel van palliatieve zorg
Om de kwaliteit van leven van deze cliënten te behouden en te verbeteren als dat mogelijk is

Slide 8 - Tekstslide

Palliatieve zorg gaat over
  • Lichamelijke, sociale, psychische en spirituele behoeften van cliënten
  • Het ondersteunen van naasten is een belangrijk onderdeel van palliatieve zorg

Slide 9 - Tekstslide

Aspecten van palliatieve zorg 
  • Kwaliteit van leven van de cliënt. Daar vallen de wensen en behoeften van de cliënt en naasten onder.
  • De omgang met symptomen (symptoommanagement)
  • Afspraken maken en gezamenlijke besluitvorming
  • De wensen, ideeën en beslissingen van de cliënt (autonomie van de cliënt/ vrijheid van de cliënt om zelf beslissingen te nemen)

Slide 10 - Tekstslide

  • Verschillende zorgverleners die met elkaar samenwerken verlenen de zorg (integrale en multidimensionele benadering)
  • De zorg is ook gericht op de naasten. Voor de omgeving van de cliënt is het vaak ingrijpend wanneer hun dierbare ziek is en niet meer beter kan worden
  • Proberen van te voren te bedenken welke klachten en problemen in de nabije toekomst kunnen gaan spelen.

Slide 11 - Tekstslide

Verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
  • Beide zorgvormen worden geboden aan diegenen die niet meer kunnen genezen van hun ziekte en daaraan zullen overlijden
  • Het verschil is dat palliatieve zorg jaren kan duren, terwijl we pas van terminale zorg spreken wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht

Slide 12 - Tekstslide

  • Palliatieve zorg richt zich op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven. Hoe lang dit duurt verschilt per cliënt
  • Terminale zorg richt zich op een goede kwaliteit van sterven
  • Palliatieve zorg is iets anders dan palliatieve sedatie


Slide 13 - Tekstslide

Palliatieve zorg kan het leven positief beïnvloeden. Patiënten die goede palliatieve zorg krijgen: 
  • zijn vaak minder somber en angstig
  • hebben minder klachten en problemen
  • ervaren dat hun kwaliteit van leven beter is
  • hoeven minder vaak (plotseling) naar het ziekenhuis 

Slide 14 - Tekstslide

Palliatieve zorgverleners
In de palliatieve fase krijg je met verschillende zorgverleners te maken. Wie dat precies zijn, hangt af van jouw persoonlijke situatie. Je hebt altijd een hoofdbehandelaar en eerste aanspreekpunt bij vragen en probleem. 

Slide 15 - Tekstslide

  • medisch specialist
  • verpleegkundige in het ziekenhuis
  • huisarts
  • wijkverpleegkundige (thuiszorg) of -verzorgende
  • fysiotherapeut
  • ergotherapeut 
  • logopedist
  • diëtist
  • maatschappelijk werker
  • geestelijk verzorger
  • psycholoog
  • apotheker 

Slide 16 - Tekstslide

  • Geestelijke zorg: Vragen over leven en dood als je niet meer beter wordt. Praten met een geestelijk verzorger
  • Het natuurlijke proces van sterven: Wat gebeurt er als iemand doodgaat?
  • Reanimatie
  • Euthanasie: Doodgaan met hulp van een arts. Dit heet euthanasie
  • Palliatieve sedatie: Een medicijn waardoor een patiënt zijn klachten niet meer voelt. Dit heet palliatieve sedatie
  • Beademing op een IC: Ademen met hulp van een machine op de IC

Slide 17 - Tekstslide

De dood en sterfelijkheid
  • omgaan met het besef dat iemand dood gaat
  • voorkeurshouding voor sterven
  • pijn 
  • angst 
  • verdriet
  • rouwen
  • bewust zijn van je sterfelijkheid
  • zeer persoonlijke ervaring

Slide 18 - Tekstslide