Palliatieve zorg Helpende plus

Palliatieve zorg 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Palliatieve zorg 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is palliatieve zorg?
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer palliatieve zorg?
  • Kanker, wanneer die uitbehandeld is
  • Dementie
  •  COPD
  • Hartfalen 
  • Veel ziektes die chronisch en progressief zijn

Slide 4 - Tekstslide

Doel palliatieve zorg 
Een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te realiseren, 
door te voorkomen en verlichten van lijden. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

4 fasen in de palliatieve zorg
1. ziektegericht:
 de ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2; symptoomgerichte palliatie
de focus licht op het verlichten en onder controle houden van de symptomen. de ziekte schrijdt voort, de cliënt al verzwakken en minder mobiel worden . de symptomen verergeren en in deze fase worden beslissingen genomen rondom het levenseinde.
3. palliatie in de stervensfase:hier verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven
4. de nazorg. dit wordt ook gezien als onderdeel van de palliatieve zorg. soms hebben naasten behoefte aan ondersteuning tijdens de rouwarbeid

Slide 7 - Tekstslide

Palliatieve zorg gaat over
  • Lichamelijke, sociale, psychische en spirituele behoeften van cliënten
  • Het ondersteunen van naasten is een belangrijk onderdeel van palliatieve zorg

Slide 8 - Tekstslide

Aspecten van palliatieve zorg 
  • Kwaliteit van leven van de cliënt. Daar vallen de wensen en behoeften van de cliënt en naasten onder.
  • De omgang met symptomen (symptoommanagement)
  • Afspraken maken en gezamenlijke besluitvorming
  • De wensen, ideeën en beslissingen van de cliënt (autonomie van de cliënt/ vrijheid van de cliënt om zelf beslissingen te nemen)

Slide 9 - Tekstslide

  • Verschillende zorgverleners die met elkaar samenwerken verlenen de zorg 
  • De zorg is ook gericht op de naasten. Voor de omgeving van de cliënt is het vaak ingrijpend wanneer hun dierbare ziek is en niet meer beter kan worden
  • Proberen van te voren te bedenken welke klachten en problemen in de nabije toekomst kunnen gaan spelen.

Slide 10 - Tekstslide

Palliatieve en terminale zorg


Verschil:


Terminale zorg
is gericht op de kwaliteit van sterven.
Palliatieve zorg is gericht op de kwaliteit van leven.

Slide 11 - Tekstslide

Verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
  • Beide zorgvormen worden geboden aan diegenen die niet meer kunnen genezen van hun ziekte en daaraan zullen overlijden
  • Het verschil is dat palliatieve zorg jaren kan duren, terwijl we pas van terminale zorg spreken wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht

Slide 12 - Tekstslide

Palliatieve zorg kan het leven positief beïnvloeden. Patiënten die goede palliatieve zorg krijgen: 
  • zijn vaak minder somber en angstig
  • hebben minder klachten en problemen
  • ervaren dat hun kwaliteit van leven beter is
  • hoeven minder vaak (plotseling) naar het ziekenhuis 

Slide 13 - Tekstslide

Palliatieve zorgverleners
In de palliatieve fase krijg men met verschillende zorgverleners te maken. Wie dat precies zijn, hangt af van de persoonlijke situatie. Er is altijd een hoofdbehandelaar en eerste aanspreekpunt bij vragen en probleem. 

Slide 14 - Tekstslide

  • medisch specialist
  • verpleegkundige in het ziekenhuis
  • huisarts
  • wijkverpleegkundige (thuiszorg) of -verzorgende
  • fysiotherapeut
  • ergotherapeut 
  • logopedist
  • diëtist
  • maatschappelijk werker
  • geestelijk verzorger
  • psycholoog
  • apotheker 

Slide 15 - Tekstslide

De dood en sterfelijkheid
  • omgaan met het besef dat iemand dood gaat
  • voorkeurshouding voor sterven
  • pijn 
  • angst 
  • verdriet
  • rouwen
  • bewust zijn van je sterfelijkheid
  • zeer persoonlijke ervaring

Slide 16 - Tekstslide

Wat is kwaliteit van leven?


Wat is kwaliteit van sterven?

Slide 17 - Tekstslide

Wat kunnen helpende taken bij palliatieve zorg zijn?

Slide 18 - Woordweb

Lichamelijk
Delier/ onrust, wisselligging, nathouden mond, denk aan obstipatie/retentie, pijn,  angst, eten naar behoefte, zo nodig morfine/zuurstof bij benauwdheid


Slide 19 - Tekstslide

Psychisch: bied emotionele ondersteuning, bespreek angsten rondom het sterven

Sociaal: schakel netwerk in, bespreek gewenste plek van overlijden, voorkom ruzie aan sterfbed, zoek manieren tot communicatie
Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar

Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar


Slide 20 - Tekstslide

Observeren op symptomen/ is iemand comfortabel?
Op de hoogte zijn van gewoontes rond sterven bij verschillende religies
Naasten betrekken, vragen/ angsten signaleren
Afstand/ nabijheid
Het zit vaak in de kleine dingen

Slide 21 - Tekstslide