H4 Th7 Vragen BS1 en BS 2

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waardoor vormen exoten gemakkelijk een plaag in sommige gebieden?
A
Geen predatoren
B
Geen concurrentie
C
Ongebruikt habitat
D
Alle 3 de genoemde opties

Slide 2 - Quizvraag

+
+
+
-
0
+
Symbiose is een ______________   relatie tussen 2 verschillende soorten
Kortdurige
Langdurige
Parasitisme
Communisme
Commensalisme
Mutualisme
Satanisme
Cultisme

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is geen biotische factor
A
aantal rijpe bananen in het woud
B
aantal gorilla's in het woud
C
aantal chimpansees in het woud
D
de hoeveelheid regen in het woud.

Slide 4 - Quizvraag

Welke vorm van symbiose bestaat er tussen een bloem en een hommel?
A
Commensalisme
B
Mutualisme
C
Parasitisme
D
Communisme

Slide 5 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met de populatiedichtheid van de poolvos in het onderzochte gebied?
A
Het aantal poolvossen in een bepaald jaar
B
Het aantal poolvossen in het gebied
C
Het aantal poolvossen over een groot aantal jaren gemeten
D
Het aantal poolvossen per oppervlakte eenheid

Slide 6 - Quizvraag

Stelling: Wanneer de populatiegrootte toeneemt, neemt automatisch ook de populatiedichtheid toe.
A
Altijd waar, omdat er nu meer dieren zijn
B
Altijd waar, omdat er nu meer dieren per m2 zijn
C
Niet altijd waar, de dieren kunnen zich ook meer verspreiden
D
Niet waar, de dichtheid heeft niets te maken met de grootte

Slide 7 - Quizvraag

Hoe groot is de draagkracht voor schapen hier?
A
1500 schapen
B
15 000 schapen
C
150 000 schapen
D
1 500 000 schapen

Slide 8 - Quizvraag

Wat kan een reden zijn dat een populatie tijdelijk onder zijn draagkracht door schiet / een verlaagde draagkracht heeft?
A
overbejaging
B
klimaatverandering
C
verstedelijking van de omgeving

Slide 9 - Quizvraag

Tolerantie is het vermogen van organismen om ...
A
schommelingen in een biotische factor te verdragen
B
schommelingen in een abiotische factor te verdragen
C
te kunnen overleven in een gebied
D
de wisselwerking tussen org en hun omg te bestuderen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Waarin verschilt een levensgemeenschap van een ecosysteem?
A
Het aantal populaties
B
Aanwezigheid van abiotische factoren
C
Aanwezigheid van biotische factoren
D
De grootte van het gebied

Slide 12 - Quizvraag