H6 Formuleren - Incongruentie

Goedemorgen, DH3A!
Wat gaan we vandaag doen?

- Lezen uit het leesboek
- Leerdoelen bespreken
- Aantekeningen: Incongruentie
- Oefenen
- Tijd over? Boekopdracht / werken aan Infographic

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen, DH3A!
Wat gaan we vandaag doen?

- Lezen uit het leesboek
- Leerdoelen bespreken
- Aantekeningen: Incongruentie
- Oefenen
- Tijd over? Boekopdracht / werken aan Infographic

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan incongruentie in een zin herkennen.
- Ik kan benoemen welke incongruentie er in een zin zit.

Slide 2 - Tekstslide

Wat klopt er niet?
In Nederland wordt softdrugs al jaren gedoogd.
A
De persoonsvorm en het onderwerp komen in aantal niet overeen
B
Niks, deze zin is gewoon goed
C
Gedoogd is niet goed geschreven
D
De persoonsvorm en het onderwerp horen niet bij elkaar.

Slide 3 - Quizvraag

Goed of fout?
''Een hoop leerlingen hebben een voldoende voor hun toets.''

Slide 4 - Tekstslide

Fout, want:
''Een hoop leerlingen hebben''
Een hoop = enkelvoud
--> Een hoop (...) heeft

Slide 5 - Tekstslide

'De leraren schrijft op het bord.'
Klopt deze zin?
Ja!
Nee!

Slide 6 - Poll

Formuleren H6: Incongruentie
Als het getal (enkelvoud/meervoud) van het onderwerp en de persoonsvorm niet overeenkomen, noemen we dat incongruentie. 
DIT IS EEN TAALFOUT!

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken
1. Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aan gezien:
In Nederlands wordt softdrugs al heel lang gedoogd.

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken
2. Het onderwerp lijkt meervoud, maar is enkelvoud, omdat de kern enkelvoud is:
Een aantal bezoekers van het pretpark vonden het heel vervelend dat de wachtrijen zo lang waren.

Minder dan de helft van de aanwezigen stemden voor het voorstel. 

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken
3. De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het onderwerp:
Uit de gegevens van het waterleidingbedrijf bleek dat de heer Jansen, net als zijn buren en veel andere inwoners van de stad, veel minder water hadden verbruikt dan in de jaren ervoor. 

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaken
4. Het meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien:
Omdat de hulpverleners nauwelijks ruimte kregen om hun werk te doen, werden de omstanders verzocht allemaal een stapje achteruit te doen. 

Slide 11 - Tekstslide

Let op, onderwerp = enkelvoud 
  • een deel (van de klas)
  • een hoop (kinderen)
  • een groep (leerlingen)
  • een aantal (mensen)
  • het percentage (voldoendes)

Slide 12 - Tekstslide

Dit woord is een enkelvoud
Dit woord is een meervoud
Media
Aantal
Iedereen

Slide 13 - Sleepvraag

Een paar echte designerschoenen van een bekende ontwerper .......... op een veiling duizenden euro's op.
A
brengt
B
brengen

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord
Een paar echte designerschoenen van een bekende ontwerper brengt op een veiling duizenden euro's op. 

Kijk naar de kern van het onderwerp
Een paar --> enkelvoudig
Persoonsvorm --> enkelvoudig

Slide 15 - Tekstslide

Ik las in de krant dat de Verenigde Staten het klimaatverdrag niet langer ...... steunen.
A
wil
B
willen

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord
Ik las in de krant dat de Verenigde Staten het klimaatverdrag niet langer willen steunen.

Kijk naar (de kern van) het onderwerp
De Verenigde Staten --> meervoud
Persoonsvorm --> meervoud

Slide 17 - Tekstslide

Vul in:
''De media ... gisteren over het ongeluk op de A2.''
A
berichtte
B
berichtten

Slide 18 - Quizvraag

Goed of fout?
''De zwerm bijen lijkt boos te zijn.''
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Vul in:
''Volgens de agent ... de dieven veel geld gestolen.''
A
heeft
B
hebben

Slide 20 - Quizvraag

Vul in:
''De snoepjes van Chantal zijn nu al opgegeten. Ze ... groot fan van drop.''
A
is
B
zijn

Slide 21 - Quizvraag

Goed of fout?
''Toen ik over de reling keek, zwommen een school vissen voorbij.''
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Ik kan incongruentie in een zin herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Ik kan benoemen welke incongruentie er in een zin zit.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Wat ga je nu doen? 
- Infographic
- Boekopdracht

Slide 25 - Tekstslide