In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Wat weet je nog?
- Maak de instaptoets op bladzijde 5 t/m 8
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je al over endogene krachten?
Slide 2 - Woordweb
lesmateriaal.geobronnen.com
Slide 3 - Link
Tijdschalen
Door relatieve en absolute ouderdomsbepaling schatten we dat de aarde ongeveer 4,6 miljard jaar oud is. Bij relatieve ouderdomsbepaling gebruiken we fossielen, kenmerkend voor elke periode. Absolutie ouderdom meten we door radioactief verval.
Slide 4 - Tekstslide
Opbouw van de aarde
Door het bestuderen van aardbevingsgolven weten we dat de aarde bestaat uit:
Kern: mengsel van nikkel en ijzer. Verdeeld in vaste binnenkern (4700 graden C.) en iets vloeibare buitenkern.
Mantel: ijzer en magnesium: mantel: vaste stof
ondermantel taai en vloeibaar
Korst: verbindingen zuurstof met ijzer, magnesium, natrium en aluminium. Continentale korst: 35 tot 40 km dik. Oceanische korst: 7 - 10 km dik.
Slide 5 - Tekstslide
Lithosfeer en asthenosfeer
Lithosfeer: zuurstofrijke gesteente van de korst + zuurstofarme gesteente van het vaste buitenste deel van de mantel.
Asthenosfeer: laag onder de lithosfeer die door de temperatuur taai en vloeibaar. Hier vinden we dan ook de convectiestromen.
Continentale korst bestaat vooral uit graniet. Oceanische korst uit basalt. Basalt heeft een zwaarder soortelijk gewicht, maar de continentale korst is dikker.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
binnenkern
buitenkern
Asthenosfeer
Binnenmantel
Buitenmantel
Continentale korst
Oceanische korst
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Actualiteitsprincipe
In miljarden jaren is er veel met de aarde gebeurd, hoewel er geen mens bij is geweest kunnen we deze gebeurtenissen verklaren door het actualiteitsprincipe: natuurwetten in het verleden zijn hetzelfde als die in het heden.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Continental drift
Alfred Wegener ontdekte dat fossielen op continenten voorkomen die gescheiden worden door oceanen. Ook zag hij dat gesteenten en gebergten op elkaar aansloten. Volgens Alfred waren de continenten vroeger aaneengesloten aan elkaar in één supercontinent Pangea genaamd. Doordat platen konden drijven waren continenten op drift geslagen.
Slide 12 - Tekstslide
Bewijzen voor continental drift
Alfred is overleden voordat zijn theorie echt werd aangetoond. Tegenwoordig weten we dat hij gelijk had door
dieptemetingen van de oceaanbodem
dateringen van de oceaanbodem (verderweg van de oceanische rug neemt de ouderdom toe)
Bestudering van het aardmagnetisch veld.
Slide 13 - Tekstslide
Continental drift
Continenten bewegen doordat de oceanische korst horizontaal beweegt. De snelheid van deze bewegingen verschillen per plaat.
Slide 14 - Tekstslide
Convectie
Lithosfeer bestaat uit een aantal grote en kleine platen (ook wel schollen genoemd) die drijven op de stoperige asthenosfeer. Deze plaatbewegingen worden aangedreven vanuit het binnenste van de aarde.
Het materiaal in de mantel stroomt op bepaalde plaatsen door deze warmte omhoog. Tijdens de weg omhoog koelt het materiaal af, hierdoor neemt de soortelijke massa toe (en is dus zwaarder) waardoor het weer daalt = convectiestroom
Slide 15 - Tekstslide
Convectie
Slide 16 - Tekstslide
Platentektoniek
Dankzij de convectiestromen werd jarenlang verklaard waarom de platen bewegen. Sinds een aantal jaar hebben wetenschappers ontdekt dat de slab pull (trekkracht) de meest belangrijke oorzaak van subductie en daarmee het bewegen van de platen. Ook de ridge push speelt een belangrijke rol.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Drie plaatbewegingen
We kennen drie soorten plaatbewegingen:
- Divergente plaatbewegingen;
- Convergente plaatbewegingen;
- Transforme of transversale/transvergente plaatbewegingen
Slide 19 - Tekstslide
contrib.pbslearningmedia.org
Slide 20 - Link
Vulkanisme
Er bestaan op aarde verschillende soorten vulkanen; vaak elk met hun eigen type vulkanisme.
Soorten vulkanen:
Hot spot vulkaan
Schildvulkaan
Samengestelde of stratovulkaan
Caldeira
Slide 21 - Tekstslide
Vulkanen
Type uitbarstingen:
Effusieve eruptie
Explosieve eruptie
Beschrijf elk soort vulkaan (wat zijn de processen die een rol spelen); de locatie van de vulkaan en verklaar welk soort eruptie erbij hoort.
Slide 22 - Tekstslide
lesmateriaal.geobronnen.com
Slide 23 - Link
lesmateriaal.geobronnen.com
Slide 24 - Link
Aardbevingen
moment-magnitudeschaal: logaritmische schaal die de vrijkomende energie bij een aardbeving meet.
Wat is het verschil tussen het epicentrum en het hypocentrum?
Slide 25 - Tekstslide
nos.nl
Slide 26 - Link
Slide 27 - Video
Aardbevingen in Nederland
Ook in Nederland vinden aardbevingen plaats:
- Winning van aardgas (geïnduceerde aardbevingen).
- Tektonische bewegingen van de aardkorst (tektonische aardbevingen).
Slide 28 - Tekstslide
knmi.nl
Slide 29 - Link
https:
Slide 30 - Link
lesmateriaal.geobronnen.com
Slide 31 - Link
Omschrijf in je eigen woorden hoe een tsunami gevaarlijk kan worden.
Slide 32 - Open vraag
Welke woord past niet bij IJsland?
A
Divergente plaatbeweging
B
Convergente plaatbeweging
C
Effusief vulkanisme
D
Mid-Oceanische rug
Slide 33 - Quizvraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
Subductie
B
Transforme plaatbeweging
C
Mid-oceanische rug
D
Explosief vulkanisme
Slide 34 - Quizvraag
Zet de plaatbewegingen op volgorde van zwaarte (H --> L) van de aardbevingen? 1. divergent 2. convergent 3. transform