Bij de oceaan, hier komt magma naar boven en ontstaat er nieuwe korst, de mid oceanische ruggen.
Ook bij de continenten, soms kunnen platen scheuren. Dit zien we momenteel bij Djibouti (Oost-Afrika).
Slide 32 - Tekstslide
Divergentie
Bij divergentie zien we vaak rustig vulkanisme (effusief).
Dit kan wel gevaarlijk zijn!
Mede door de gevaarlijke stoffen die vrij komen.
Slide 33 - Tekstslide
Convergentie
Bij convergentie bewegen aardplaten naar elkaar toe.
Dit kan op de volgende manieren:
Continentale plaat tegen oceanisch (Subductie)
Oceanische tegen oceanisch (Marianen)
Continentaal tegen continentaal (Himalaya)
Slide 34 - Tekstslide
Subductie
Continentale plaat botst met oceanische plaat.
Oceanische plaat is zwaarder (3,0 massa) dan de continentale plaat (2,8 massa).
Hierdoor duikt de oceanische plaat onder de continentale plaat.
Slide 35 - Tekstslide
Subductie
Uiteindelijk zal door het duiken van de plaat naar de (hetere) asthenosfeer een gedeelte van de oceanische plaat smelten.
Het gesmolten materiaal stijgt dan op en groeit aan de aardplaat óf het stijgt door en er ontstaan (strato)vulkanen.
Slide 36 - Tekstslide
Materiaal in de asthenosfeer warmt op door de hitte van de aardkern en wordt hierdoor wat lichter, doordat het materiaal lichter is stijgt het op richting de lithosfeer.
Materiaal uit de asthenosfeer botst tegen de lithosfeer aan en stroomt af naar weerszijden (links en rechts). Het materiaal uit de asthenosfeer koelt nu af en zakt vervolgens weer omlaag naar de aardkern.
Materiaal uit de asthenosfeer is afgekoeld en zakt weer naar beneden richting de aardkern.
Materiaal uit de asthenosfeer is afgekoeld en zakt weer naar beneden richting de aardkern.
Slide 37 - Tekstslide
Transforme bewegingen
Bij een transforme beweging bewegen de platen langs elkaar af.
Dit langs elkaar af bewegen gaat met horsten en stoten.
Het kan zelfs zo zijn dat er horsten en slenken ontstaan bij deze plaatgrenzen.
Slide 38 - Tekstslide
Wat zijn de convectie stromingen en hoe werken deze?