7.3 zinsverbanden en verwijswoorden

Lezen
timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Hoofdstuk 7.3
  • Uitleg zinsverbanden
  • Uitleg verwijswoorden
  • Maken opdrachten
  • Leren voor de toets
  • Nieuwsquiz???

Let op: 15 mei toets Taalverzorging H7

Slide 2 - Tekstslide

Zinsverbanden

Slide 3 - Tekstslide

In een tekst houden zinnen en alinea's verband met elkaar. Als dat niet zo zou zijn, zou de tekst uit allemaal losse zinnen bestaan, die geen samenhang hebben met elkaar.



Slide 4 - Tekstslide

Zinsverband 1:   opsomming

Ik houd van pasta en van pizza.
Ook lust ik heel graag spruitjes.
Daarnaast vind ik poffertjes erg lekker.


Slide 5 - Tekstslide

Zinsverband 1:   opsomming

Ik houd van pasta en van pizza.
Ook lust ik heel graag spruitjes.
Daarnaast vind ik poffertjes erg lekker.

Eén of meerdere dingen worden opgesomd. Je herkent een opsomming aan de signaalwoorden: ook, en, daarnaast, ten eerste, ten tweede, ten slotte, bovendien, tevens, maar ook, etc.

Slide 6 - Tekstslide

Zinsverband 2:   tegenstelling

Ik wil een nieuwe game kopen, maar ik heb geen geld. Mijn vrienden gamen nu samen online, terwijl ik mij verveel. Aan de ene kant ben ik blij dat ik nu door kan sparen voor een nieuwe Playstation, aan de andere kant had ik ook graag mee willen doen.


Slide 7 - Tekstslide

Zinsverband 2:   tegenstelling

Ik wil een nieuwe game kopen, maar ik heb geen geld. Mijn vrienden gamen nu samen online, terwijl ik mij verveel. Aan de ene kant ben ik blij dat ik nu door kan sparen voor een nieuwe Playstation, aan de andere kant had ik ook graag mee willen doen.

Na een uitspraak zeg je het tegenovergestelde. Signaalwoorden voor een tegenstelling zijn: echter, maar, terwijl, aan de ene kant, aan de andere kant, toch

Slide 8 - Tekstslide

Kijk nog eens goed naar je antwoorden van 
opdr 31 en 32, blz 31 en 32. 
Wat kun je nu eventueel verbeteren?
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Verwijswoorden

Slide 10 - Tekstslide

Het was eindelijk vakantie. Sander werd wakker en Sander besefte dat Sander kon gaan doen wat Sander wilde. Zou Sander eerst met Sanders beste vriend gaan gamen? Sander vond dat een goed idee en zocht Sanders mobiel om Sanders vriend te appen.

Slide 11 - Tekstslide

Het was eindelijk vakantie. Sander werd wakker en Sander besefte dat Sander kon gaan doen wat Sander wilde. Zou Sander eerst met Sanders beste vriend gaan gamen? Sander vond dat een goed idee en zocht Sanders mobiel om Sanders vriend te appen.

Het was eindelijk vakantie. Sander werd wakker en hij besefte dat hij kon gaan doen wat hij wilde. Zou hij eerst met zijn beste vriend gaan gamen? Sander vond dat een goed idee en zocht zijn mobiel om zijn vriend te appen.

Slide 12 - Tekstslide

Kijk mee in je boek op blz 30

Slide 13 - Tekstslide

Maken: opdr 
Wat ga je nu doen?

..... check of je alle opdrachten t/m 32 van H7 gemaakt en nagekeken hebt. Maak af wat nog af moet.
..... maak de zelftoetsen op Op Niveau Online van H7
..... maak een mindmap van alle leerstof.
..... maak zelf een toets met vragen en een bijbehorend nakijkmodel. 

Je werkt in stilte 

Slide 14 - Tekstslide