Levensbelangrijk overgangsgebied!
De metarteriolen bevatten sfincters die de doorstroming van het bloed door de capillairen kunnen
regelen. Staan de sfincters open, dan kan het arterieel bloed vrijelijk door de capillairen – het
zogenaamde capillairbed – stromen. Capillairen zijn dunne buisjes met een diameter van 7-9 μm.
en bestaan enkel nog uit een enkele dunne laag aaneengesloten endotheelcellen. Het endotheel
kan extra doorlaatbaar zijn door middel van poriën. Dit is handig om stoffen en gassen makkelijk
af te kunnen staan en weer op te kunnen nemen. Dit capillairbed verbindt dus het arteriële- met
het veneuze systeem.
Via de capillairen worden zuurstof en voedingsstoffen aan de omringende weefsels afgegeven. Op
deze plaats kunnen de kleine venen (venulen) de afvalstoffen met het zuurstofarme bloed weer
terug naar het hart voeren. Zo wordt ons gehele lichaam in leven gehouden.
Echter, als de sfincters in de metarteriolen gesloten worden, stroomt het bloed via deze metarteriolen
rechtstreeks de erachter liggende venulen in, zonder de capillairen te passeren. Hormonen en
zenuwen reguleren de samentrekking van de sfincters in de metarteriolen. Op deze manier bepaalt
de directe omgeving/het weefsel mede hoeveel bloed er door de capillairen stroomt, en dus hoeveel stoffen er worden uitgewisseld.