samengestelde zinnen

formuleren
herhalen begrippen vorige les--> quiz
samengestelde zinnen
oefening 1 t/m 4 maken
test Nieuw Nederlands maken--> taken
nabespreken oefening 1 en 2 / 3 en 4 + test is huiswerk
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

formuleren
herhalen begrippen vorige les--> quiz
samengestelde zinnen
oefening 1 t/m 4 maken
test Nieuw Nederlands maken--> taken
nabespreken oefening 1 en 2 / 3 en 4 + test is huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

doel
Leren schrijven van samengestelde zinnen van enkelvoudige zinnen.
Aantrekkelijker formuleren.

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 4 soorten zinsvolgordes
A
niet waar
B
waar

Slide 3 - Quizvraag

Vraagzin is....
A
APO
B
POA
C
OPA
D
PA

Slide 4 - Quizvraag

Diana heeft haar boeken vandaag meegenomen.
A
POA
B
APO
C
PA
D
OPA

Slide 5 - Quizvraag

Geef mijn spullen terug!
A
OPA
B
PA
C
POA
D
APO

Slide 6 - Quizvraag

Als ik nu heel stil blijf staan, zien ze mij vast niet. 
Dat dacht een inbreker gisteravond in Den Helder.  

Wat is het verschil tussen beide zinnen?

Slide 7 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Meer persoonsvormen--> enkelvoudige zin 1 persoonsvorm
variatie in zinnen-> aantrekkelijk
té lange zinnen maken het onleesbaar:

Vorige week zijn we begonnen met thema 5, met als doel beter zakelijk leren schrijven en formuleren en zo de geschreven teksten van onze leerlingen  verbeteren.

Blz. 162 oefening 1 t/m 4 maken--> huiswerk woensdag 16 maart (9.35 nieuwsquiz)




Slide 8 - Tekstslide

opdracht 1

1 (1) Er worden geen hoofdletters gebruikt. (2) De zinnen zijn heel kort. (3) Sommige zinnen zijn in twee stukje geknipt, bijvoorbeeld: ‘het is nog vroeg. en heel stil.’
2 Het (O) is (P) nog vroeg (A).
het (O) is (P) vandaag (A) nieuwjaar.
(maar) bas (O) loopt (P) al (A) op straat.
bas (O) zoekt (P) vuurwerk (A).
bas (O) loopt (P) langzaam (A) door.
hij (O) tuurt (P) naar de grond (A).
3 zou het al opgeruimd zijn?
4 en heel stil.
vuurwerk dat niet af ging.
5 het is nog vroeg. en heel stil.
het is vandaag nieuwjaar. maar bas loopt al op straat.
bas zoekt vuurwerk. (vuurwerk) dat niet af ging.


Slide 9 - Tekstslide

opdracht 2

 Het is nog vroeg en heel stil. Het is vandaag Nieuwjaar, maar Bas loopt al op straat. 

Wat doet hij daar? 

Hij zoekt vuurwerk dat niet afging en brengt dat naar de brandweer. Zo stond het in de krant. Bas loopt langzaam door en tuurt naar de grond, maar er ligt bijna geen vuurwerk meer. Zou het al opgeruimd zijn?

Slide 10 - Tekstslide

opdracht 3

1 Voor de duinen bij Katwijk
verkeerde een schip in nood. In de zware storm waren de masten geknapt en de zeilen aan de ra’s in repen gescheurd. Daardoor dreef het schip stuurloos naar de kust.

2 De meeste Katwijkers, die op het strand te hoop waren gelopen, luisterden zwijgend naar de wanhoopskreten van het scheepsvolk. Een paar vissers echter aarzelden niet langer en sleepten de
reddingsboot het duin af. 

3 Bijna hadden ze de kolkende branding bereikt, toen de burgemeester in galop kwam aanrijden. Die riep dat ze de schuit moesten laten verzuipen, omdat de pest aan boord was.

4 Een tijdlang stonden de mannen als verlamd. Toen wakkerde de storm aan tot een orkaan. De huizenhoge golven wierpen het schip op een zandbank, waardoor het uit elkaar sloeg. De Katwijkers
zagen het schip voor hun ogen met man en muis vergaan.

5 Sindsdien horen de Katwijkers op de plaats waar hun voorouders uit vrees voor de pest de bemanning lieten verdrinken, bij nacht en ontij kreten van mensen in doodsnood. Wie dan de zee in tuurt, ziet donkere gedaanten tevergeefs worstelen met de golven.

Slide 11 - Tekstslide

opdracht 4

Opdracht 4

1 Ik heb … vampiers zijn.

Edward vond … op mij.

2.Mijn naam … Bella Swan.

Ik ben … een jongen.

Hij heet Edward Cullen.

Hij is een vampier.

Edward heeft … ‘the cold ones’.

Ik heb … ontdekking verteld.

3 Bijvoorbeeld:

Mijn naam is Bella Swan en ik ben waanzinnig verliefd
op een jongen die Edward Cullen heet. Een tijdje terug ben ik achter zijn geheim gekomen: hij is een vampier.

Ik heb dit allemaal ontdekt toen ik een boek las over vampiers.
Een
andere vriend van mij vertelde me namelijk een legende over de familie Cullen, waaruit bleek dat de Cullens
vampiers zijn. Inderdaad heeft Edward alle kenmerken van ‘the cold ones’. Ik heb hem over mijn ontdekking verteld. Edward vond dat ik bang voor hem moest zijn. Hij is immers een vampier, die bloed drinkt. Maar ik kán helemaal niet bang voor hem zijn, want ik hou van hem. Daarom is hij nu kwaad op mij.

Of: Maar moet ik daarom bang voor hem zijn? Ik hou toch van hem? Toch is hij nu kwaad op mij.

Lieve Mona, ik ben verliefd op een vampier. Is dat erg? En hoe kan ik het weer goedmaken met Edward? Please, geef me je advies.



 

Slide 12 - Tekstslide