Joost klein - nieuwsbegrip

Joost Klein - nieuwsbegrip
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NieuwsbegripVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Joost Klein - nieuwsbegrip

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog van Joost Klein?
Wat hebben we vorige week besproken?

Slide 2 - Woordweb

Inleiding: Wie is Joost Klein en wat gaat hij doen?
A
Een liedje zingen voor familie
B
Naar het Eurovisie Songfestival
C
Zijn liedje Europapa zingen
D
Een filmpje laten zien van youtube

Slide 3 - Quizvraag

Joost Klein: Waar is Joost Klein mee begonnen?
A
Zingen
B
Filmpjes maken
C
Verhalen vertellen
D
Toneel spelen

Slide 4 - Quizvraag

Joost Klein: Wat is Joost na het maken van filmpjes gaan doen?
A
Dansen
B
Zingen
C
Brieven aan zijn ouders schrijven
D
Toneel spelen

Slide 5 - Quizvraag

Heeft Joost Klein ook succes in het buitenland?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Gevoelig: Waarom maakt Joost een liedje over zijn ouders?

Slide 7 - Open vraag

Europapa: Het liedje gaat over europa en zijn papa. Wat heeft Joost van zijn vader geleerd?
A
Joost leerde van zijn vader dat er geen grenzen zijn en dromen kunnen uitkomen.
B
Joost leerde van zijn vader dat hij een lied over Europa moest schrijven en over zijn vader zelf.
C
Joost leerde van zijn vader dat hij soms vrolijke muziek moest maken en soms gevoelige muziek.

Slide 8 - Quizvraag

Songfestival: Wat moet Joost doen om mee te mogen doen aan de finale van het songfestival?
A
Hij moet de halve finale winnen.
B
Hij moet bij de beste 10 komen in de halve finale

Slide 9 - Quizvraag

Denk je dat Joost Klein het Eurovisie Songfestival gaat winnen?
Ja!
Ik weet het niet.
Nee

Slide 10 - Poll

Joost Klein met Europapa
naar het Songfestival.

Slide 11 - Woordweb

Opdracht 4: 1. Wat is opgroeien?
A
Gelukkig worden
B
Groot worden
C
Rijk worden

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 4: 2. Wat betekend humor hebben?
A
Grappig zijn
B
Mooi zijn
C
Verdrietig zijn

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht 4: 3. Wat is gevoelig?
A
Waar je heel groot van wordt
B
Waar je soms van moet huilen
C
Waar je vaak gebruik van maakt

Slide 14 - Quizvraag

Hoe wist je wat gevoelig betekend?
Ik heb naar het woord zelf gekeken
Ik heb een stukje terug gelezen
Ik heb een stukje verder gelezen
Ik kende het woord al

Slide 15 - Poll

Opdracht 4: 4. Wat is overlijden?
A
Boos worden
B
Doodgaan
C
Oud worden

Slide 16 - Quizvraag

Hoe wist je wat overlijden betekent?
Ik heb naar het woord zelf gekeken
Ik heb een stukje terug gelezen
Ik heb een stukje verder gelezen
Ik kende het woord al

Slide 17 - Poll

Opdracht 4: 5. Wat is de grens?
A
De plek met verschillende wilde dieren en mooie natuur
B
De soort lijn waar een land ophoudt en een ander land begint
C
De tekening van Nederland met gekleurde lijnen en plaatjes

Slide 18 - Quizvraag

Hoe wist je wat de grens betekent?
Ik heb naar het woord zelf gekeken
Ik heb een stukje terug gelezen
Ik heb een stukje verder gelezen
Ik kende het woord al

Slide 19 - Poll

Wat heb je geleerd in deze
les geleerd?

Slide 20 - Woordweb

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll