Nieuwsbegrip Week 10

Nieuwsbegrip Week 10
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip Week 10

Slide 1 - Tekstslide

Filmpje Nieuwsbegrip

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent "bekendmaken"?
A
aan iedereen laten weten
B
bedenken wat je gaat doen
C
praten over iemand die beroemd is

Slide 3 - Quizvraag

Wat is "een hit"?
A
een liedje dat alleen voor kinderen is
B
een liedje dat heel populair is
C
een liedje dat net nieuw is

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent "sinds"?
A
tot een bepaald moment
B
vanaf een bepaald tijdstip
C
voordat er iets gebeurde

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent "vervolgens"?
A
daarna
B
helaas
C
toevallig

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent "de humor"?
A
hoe je eruit ziet
B
wat je hebt meegemaakt
C
wat om te lachen is

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een "gevoelig" liedje?
A
een liedje waar je goed op kunt dansen. Het heeft namelijk een lekker ritme.
B
een liedje waar je je blij door voelt, want het heeft een grappige tekst.
C
een liedje dat iets met je doet. Je wordt er bijvoorbeeld stil of verdrietig van.

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent "namens"?
A
in
B
tegen
C
voor

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent "het resultaat"?
A
de grap die je met iemand uithaalt
B
de uitkomst van iets van je hebt gedaan
C
het plan voor iets wat je wilt gaan doen

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is Joost Klein groot Nieuws?
(alinea 1)

Slide 11 - Open vraag

Welke 4 dingen weet je na het lezen van dit stukje over Joost Klein?
(alinea 2)

Slide 12 - Open vraag

Waarom vindt Joost Klein het een eer dat hij mee mag doen met het Songfestival?
(alinea 3)

Slide 13 - Open vraag

Het liedje gaat over Europa en de vader van Joost. Wat heeft Joost van zijn vader geleerd?
(alinea 4)

Slide 14 - Open vraag

Hoe kan het dat ook doven en slechthorenden kunnen genieten van het liedje Europapa?
(alinea 5)

Slide 15 - Open vraag

Woordenschat
Ga naar www.nieuwsbegrip.nl
Maak de oefeningen van Woordenschat (2x)

Slide 16 - Tekstslide