Stel, je doet onderzoek naar socialistische bijeenkomsten rond 1900 en je vindt deze bron. Je twijfelt of de bron betrouwbaar is of niet. Geef één argument waaruit blijkt, dat dit een betrouwbare bron kan zijn voor jouw onderzoek. Geef ook één argument waaruit blijkt, dat dit een onbetrouwbare bron kan zijn voor jouw onderzoek.
Doe het zo:
betrouwbaar, want … (geef argument)
onbetrouwbaar, want … (geef argument)