Argumentatieschema's

NEDERLANDS
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Argumentatieschema's
  • Oefenen met NUMO

Slide 2 - Tekstslide

Noteer de mening/ het standpunt

Slide 3 - Open vraag

Noteer het argument

Slide 4 - Open vraag

Van welke argumentatie is hier sprake? Kies uit argumentatie op basis van:
A
controleerbare feiten of onderzoek
B
gezag of autoriteit
C
persoonlijke overtuiging of geloof (moreel argument)
D
ongewenste gevolgen

Slide 5 - Quizvraag

Voorbeelden Argumentatieschema's
  1.  Oorzaak en gevolg (causaliteit)
  2. Kenmerk of eigenschap
  3. Voor- en nadelen
  4. Vergelijking
  5. Algemene uitspraak en voorbeelden

Slide 6 - Tekstslide


Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
kenmerk of eigenschap
B
voor- en nadelen
C
voorbeelden
D
vergelijking

Slide 7 - Quizvraag

Welk schema?
Voorstanders van all inclusive hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf. Eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 8 - Tekstslide

Welk schema zag je bij het vorige voorbeeld?
A
kenmerk of eigenschap
B
voor- en nadelen
C
voorbeelden
D
vergelijking

Slide 9 - Quizvraag

Welk schema?
Voorstanders van all inclusive hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf. Eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 10 - Tekstslide

Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen, want ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte.

Wat is het standpunt in bovenstaande argumentatie?
A
Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen
B
Ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte

Slide 11 - Quizvraag

Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!

Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.

Slide 12 - Quizvraag

Lees het fragment goed door!

Door voeding te creëren door middel van een 3D-printer, wordt om te beginnen de food chain verkort. Voedingsproducten hoeven niet langer vervoerd te worden van distributiecentrum, naar supermarkt en tot slot naar de consument. Voeding kan op deze manier direct geproduceerd worden in de supermarkt aan de hand van de exacte vraag. De consument oogst zelf de hoeveelheid voedsel die hij of zij nodig heeft. Daarnaast kunnen we door het printen van voeding voedselverspilling beperken.


Slide 13 - Tekstslide



Wat vindt de schrijver van het printen van voeding?
A
De schrijver vindt dat door het printen van voeding de food chain kan worden verkort.
B
De schrijver vindt dat door het printen van voeding minder mensen aan obesitas zullen lijden.
C
De schrijver vindt dat het printen van voeding meerdere voordelen heeft.
D
De schrijver vindt dat door het printen van voeding het verspilling van voedsel kan worden beperkt.

Slide 14 - Quizvraag

Uitwerking

Standpunt
Het printen van voeding heeft meerdere voordelen, want:

1. Door voeding te creëren door middel van een 3D-printer, wordt de food chain verkort.
2. Door het printen van voeding kan voedselverspilling worden beperkt.

Slide 15 - Tekstslide

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het Broeikaseffect.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 16 - Quizvraag

Tot einde les
NUMO --> taak argumentatiestructuren

Slide 17 - Tekstslide