In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H8 Ecosysteem en evenwicht
VT in plaats van SET
In de week van 15/6
Stof wordt getoetst in de 5e in een SET
Slide 1 - Tekstslide
8.1: Energiestromen
Lesdoel: Je kunt op elk niveau van de voedselketen energieverlies verklaren.
Duurzaamheid
Primaire productie
Voedselconversie
Piramides van ecosystemen
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling 'Soorten en relaties'
Lees het volgende verhaaltje:
Mosselen zijn om meerdere redenen belangrijk in hun ecosysteem. Het voedsel van mosselen bestaat voornamelijk uit plantaardig plankton wat rondzweeft in het water. Mosselen dienen op hun beurt weer als voesel voor bijvoorbeeld eenden, scholeksters, zilvermeeuwen, zeesterren en krabben.
Slide 3 - Tekstslide
Welke rol hebben mosselen in dit ecosysteem?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Recensenten
Slide 4 - Quizvraag
Krabben eten dode mosselen. Krabben zijn..
A
Afvaleters
B
Reducenten
Slide 5 - Quizvraag
Noem drie abiotische factoren uit de leefomgeving van de mosselen.
Slide 6 - Open vraag
Algen behoren tot de planten en maken glucose en andere organische stoffen door fotosynthese. Algen zijn..
A
Reducenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Producenten
Slide 7 - Quizvraag
De fotosynthese van de algen is een voorbeeld van een..
A
dissimilatieproces
B
assimilatieproces
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Productie
Bruto primaire productie (BPP)
Netto primaire productie (NPP)
NPP = BPP - dissimilatie
Secundaire productie
Slide 10 - Tekstslide
Reducenten
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
En nu..
Het eerste deel van 8.1 is besproken.
Maken tot en met opdracht 4
Er na: lees de rest van de paragraaf (voorbereiding voor morgen)
Maak de rest van de opdrachten
Je blijft in de les totdat je kan aantonen dat je het af hebt.
Slide 13 - Tekstslide
Vandaag: de rest van 8.1
Lesdoel: Je kunt op elk niveau van de voedselketen energieverlies verklaren.
Slide 14 - Tekstslide
Hoe zou je de term bruto kunnen beschrijven?
A
Gemeten hoeveelheid met aftrek van wat nuttig is.
B
Gemeten hoeveelheid
C
Gemeten hoeveelheid zonder extra's.
D
Gemeten hoeveelheid van iets zonder de aftrek van wat niet nuttig is.
Slide 15 - Quizvraag
Hoe zou je netto dan kunnen omschrijven?
A
Gemeten hoeveelheid van iets met de aftrek van dat wat niet nuttig is
B
Gemeten hoeveelheid van iets zonder aftrek van nuttige dingen.
C
Totale gemeten hoeveelheid.
D
Gemeten hoeveelheid op een bepaald punt.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste formule om de netto primaire productie te berekenen?
A
NPP=BPP-dissimilatie
B
NPP=assimilatie-BPP
C
BPP=NPP-dissimilatie
D
BPP=assimilatie-NPP
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Energiestromen
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
8.2
Koolstofkringloop
Broeikaseffect
Slide 22 - Tekstslide
1-I. Juist of onjuist? De bruto primaire productie bij algen is gelijk aan de netto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
1-II. Juist of onjuist? De secundaire productie bij garnalen is altijd kleiner dan de primaire productie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
5. De piramide gaat over vier soorten organismen. Wat stelt deze piramide voor?
A
Aantallen slaplanten, slakken, lijsters en een sperwer
B
Biomassa boom, veel rupsen, aantal spinnen en een koolmees
C
Biomassa wortels, regenwormen, mollen en een reiger
Slide 25 - Quizvraag
Organisch en anorganisch
Anorganische stoffen: moleculen met één of nul C-atomen (H2O, CO2, mineralen)
Organische stoffen: moleculen met twee of meer C-atomen (koolhydraten, eiwitten, vetten)
Slide 26 - Tekstslide
Snelle koolstofkringloop
Slide 27 - Tekstslide
Langzame koolstofkringloop
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Versterkt broeikaseffect
Slide 32 - Tekstslide
Koolstofkringloop maken
Pijlen in goede richting tussen verschillende onderdelen
Gebruiken de termen: fotosynthese, verbranding, fossilisatie
Laat je kringloop checken door docent
Slide 33 - Tekstslide
8.3
Eutrofiëring
Stikstofkringloop
Rotting
Ammonificatie, nitrificatie, denitrificatie
Slide 34 - Tekstslide
6-I. Juist of onjuist? Zonder broeikasgassen in de atmosfeer was de aarde 30 graden kouder.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quizvraag
6-II. Juist of onjuist? Het versterkt broeikaseffect ontstaat onder andere door meer CO2 in de atmosfeer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Tekstslide
(An)aeroob
Afbraak door reducenten -anaeroob
Ammonificatie - anaeroob
Denitrificatie - anaeroob
Nitrificatie - aeroob (chemosynthese)
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
8.4
Populatiegrootte bepalen
Variatie populatiegrootte
Successie
Slide 40 - Tekstslide
8. Denitrificerende bacteriën maken...
A
N2
B
NO3-
Slide 41 - Quizvraag
8. Stikstofbindende bacteriën gebruiken...
A
N2
B
NO3-
Slide 42 - Quizvraag
Slide 43 - Tekstslide
Steekproef
Slide 44 - Tekstslide
Vangen-merken-terugzetten
N = populatiegrootte
M = aantal individuen eerste keer vangen
Nv = aantal individuen tweede keer vangen
Mv = aantal gemerkte dieren tweede keer vangen
N = (Nv/Mv)xM
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
8.5
Duurzaamheid
Ecologisch evenwicht
Draagkracht
Accumulatie
Slide 47 - Tekstslide
11. Welk diagram geeft successie juist weer?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 48 - Quizvraag
Draagkracht
Slide 49 - Tekstslide
Accumulatie
Slide 50 - Tekstslide
Bruto en netto primaire productie, voedselconversie