In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
H8 Ecosystemen en evenwicht
Deze les
- Quiz H7 Soorten en populaties
- §8.1 Energiestromen
Huiswerk
- Opdracht 1 t/m 13 van §8.1
Slide 1 - Tekstslide
Voorkennis: wat weet je al?!
Slide 2 - Tekstslide
Mosselen zijn om meerdere redenen belangrijk in hun ecosysteem. Het voedsel van mosselen bestaat voornamelijk uit plantaardig plankton dat rondzweeft in het water. En mosselen dienen op hun beurt weer als voedsel voor bijvoorbeeld eenden, scholeksters, zilvermeeuwen, zeesterren en krabben. Mosselen zijn ...
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
Slide 3 - Quizvraag
Krabben eten dode mosselen. Krabben zijn ...
A
Afvaleters
B
Reducenten
Slide 4 - Quizvraag
Reducenten en afvaleters
Slide 5 - Tekstslide
Noem drie abiotische factoren uit de leefomgeving van mosselen
Slide 6 - Open vraag
Mosselen zijn om meerdere redenen belangrijk in hun ecosysteem. Het voedsel van mosselen bestaat voornamelijk uit plantaardig plankton dat rondzweeft in het water. De Japanse oester leeft van vrij zwemmende larven die hij uit het water filtert. Zelf wordt de Japanse oester gegeten door scholeksters. Teken de voedselketen die bij deze voedselrelaties hoort.
Hoe zit het nou eigenlijk allemaal met de energie in zo'n voedselketen?
Slide 8 - Tekstslide
8.1 Energiestromen
a) Je kan de volgende begrippen omschrijven:
1. Duurzaamheid
2. Bruto / netto primaire productie
3. Voedselconversie
4. Biomassa
b) Je kan de volgende onderdelen met info tekenen:
1. Voedselketen
2. Voedselweb
3. Energiepiramide
c) Je kan een piramide van energie verklaren
Slide 9 - Tekstslide
Energiestromen
Slide 10 - Tekstslide
Waardoor verdwijnt er energie bij elke stap omhoog in een voedselketen?
A
Niet alle organismen worden gegeten, maar gaan dood
B
Niet alle organische stoffen zijn verteerbaar (worden bv weer uitgepoept)
C
Organismen verbruiken energie (dissimilatie)
D
Reducenten verteren dode resten van planten en dieren
Slide 11 - Quizvraag
Piramide van energie
Een piramide van producenten naar consumenten waarin de breedte van elke rechthoek de hoeveelheid energie (in J) aangeeft.
Slide 12 - Tekstslide
Aantallen vs Biomassa
Slide 13 - Tekstslide
De bruto primaire productie bij algen is gelijk aan de netto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: consument 2e orde
Boven: consument 1e orde
B
Onder: producent
Boven: consument 3e orde
C
Onder: consument 1e orde
Boven: producent
D
Onder: producent
Boven: consument 1e orde
Slide 15 - Quizvraag
In de afbeelding staat een voedselpiramide afgebeeld. Is dit een piramide van biomassa of een piramide van aantallen? En bij welke groep kan het organisme in de top van de piramide ingedeeld worden?
A
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de consumenten
B
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de producenten.
C
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de consumenten.
D
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de producenten.
Slide 16 - Quizvraag
8.1 Energiestromen
a) Je kan de volgende begrippen omschrijven:
1. Duurzaamheid
2. Bruto / netto primaire productie
3. Voedselconversie
4. Biomassa
b) Je kan de volgende onderdelen met info tekenen: