W26 EN 2H Unit 6/7

Aan het einde van de les ...
...beheers je de zinnen van lesson 4
...heb je een beeld over jouw kunnen t.o.v. Unit 6
...is je leesvaardigheid verbeterd m.b.v. Readtheory
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Aan het einde van de les ...
...beheers je de zinnen van lesson 4
...heb je een beeld over jouw kunnen t.o.v. Unit 6
...is je leesvaardigheid verbeterd m.b.v. Readtheory

Slide 1 - Tekstslide

Goals this week
Aan het einde van de week ...
...heb je een beeld over jouw kunnen t.o.v. Unit 6
...is je leesvaardigheid verbeterd m.b.v. Readtheory
...hebjij laten zien in hoeverre jij de 'future' beheerst
... hebjij laten zien in hoeverre jij de 'wh-questions' beheerst
...heb jij 7 ww tijden geoefend
...beheers je de woorden en zinnen van lesson 2

Slide 2 - Tekstslide

Goals today
Aan het einde van de les ...
...heb je een beeld over jouw kunnen t.o.v. Unit 6
...heb je laten zien in hoeverre je de wh-questions beheerst
...beheers je de woordjes van lesson 7.1

Slide 3 - Tekstslide

eDition
Maak de volgende opdrachten. Als je klaar bent, kom je hier terug. 

  • Maak je de selftest van unit 6 (als je dat nog niet gedaan hebt)
  • Maak van lesson 7.1 -> practise more -> vocab 1, 2, 3

Slide 4 - Tekstslide

Writing week 24
Je gaat deze week een kort verhaaltje schrijven over de komende zomer. Het doel hiervan is: laten zien dat je de ‘future’ beheerst. Wil je die eerst nog even opfrissen? Geen punt: op de volgende slide staat een filmpje met uitleg.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Writing week 24 - future
Waarschijnlijk had je al plannen voor de zomer. Misschien zijn ze gewijzigd, misschien hetzelfde gebleven. 

Als je ergens plannen voor hebt en al afspraken voor hebt gemaakt gebruik je: to be going to. 

Als je waarschijnlijk iets wel zal gaan doen, maar je hebt nog geen vaste plannen: gebruik will/shall. 

Slide 7 - Tekstslide

Je gaat als volgt te werk:
  1. – Maak een Word documentje (of een blaadje) met 2 kolommen. Naast elkaar of onder elkaar.
2 – Bedenk 4 dingen die je deze zomer zeker weten gaat doen. (uitslapen/gamen etc.) Schrijf ze in de linker kolom. Gebruik daarbij de future.  
3 – Bedenk 3 dingen die je deze zomer zeker weten niet gaat doen. Schrijf ze in de linker kolom erbij.
4 – Bedenk 3 dingen die je misschien gaat doen deze zomer. Schrijf ze rechts.
5 – Schrijf daar nog 4 dingen bij die je niet zal gaan doen.  
6 – controleer of je 14 zinnen hebt.
7 – Lever het documentje in bij jouw docent. Natuurlijk is het fijn als je er nog iets over vertelt.

Slide 8 - Tekstslide

TIP 1:
Het hoeft niet allemaal waar te zijn. Als jij geen playstation hebt, maar je schrijft op dat je daar wel een spel op gaat spelen, maakt het voor het doel niet uit of het klopt of niet 

Slide 9 - Tekstslide

TIP 2:
Het hoeft niet allemaal waar te zijn. Als jij geen playstation hebt, maar je schrijft op dat je daar wel een spel op gaat spelen, maakt het voor het doel niet uit of het klopt of niet 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Goals today
Aan het einde van de les ...
...beheers je de woordjes van 7.2
...heb je 7 ww tijden herhaald en gebruikt
...heb je laten zien in hoeverre jij wh-questions beheerst.
...is je leesvaardigheid verbeterd d.m.v. readtheory

Slide 13 - Tekstslide

Planning
Je krijgt eerst een uitleg over verschillende werkwoordstijden in het Engels. 

Daarna kun je opdrachten maken in het online werkboek (via leermiddelen).

Klik op dit symbool in de volgende dia's voor gesproken uitleg (ja ja...het wordt nog eens wat...)

Slide 14 - Tekstslide

Tijden overzicht

Slide 15 - Tekstslide

Tenses - Past
Past simple -> kort moment
-> ww+ed/irr. ww 2e rij
-> didn't + ww
-> did + ww
Past Continuous
-> was/were + ww + ing
duurde een tijdje
Past simple vs Past continuous

Slide 16 - Tekstslide

Tenses - Present
Present simple -> gewoonte/feit
-> hele ww/ww + S (SHIT)
-> don't/doesn't + ww (SHIT)
-> Do/Does+ ww (SHIT)
Present Continuous -> NU! duurt ff.
-> am/are/is + ww + ing

Present Simple vs. Present Continuous

Slide 17 - Tekstslide

Tenses - Present perfect/PASI
Past Simple -> duurde kort, gestopt.
-> ww + ed/ irr. ww 2e rij
-> didn't + ww
-> did + ww
TIJD IS BELANGRIJK! (YESTERDAY)
Present Perfect-> effect = nu
-> have/has + volt. dw
 volt. dw = 3e rij of ww + ED
Past simple, Present Perfect

Slide 18 - Tekstslide

Tenses - future
To be going to -> afspraak gemaakt
-> am/are/is + going to + ww


Will/Shall-> spontane actie
-> Will mag altijd
-> Shall alleen bij ? bij I/we
-> negatief = won't 
Future
To be going to
I am going to visit my nan.

Slide 19 - Tekstslide

eDition
Vandaag maak je: 
Van 7.2-> exercise 12, 13, 14, 15

Slide 20 - Tekstslide

Time to read in Readtheory - 15 mins
timer
17:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

planning
eerst maak je een schrijfopdracht
daarna maak je opdrachten in je online werkboek
Daarna ben je klaar voor deze week.

Slide 24 - Tekstslide

Writing week 26
Deze week maak je een schrijfopdracht over ‘wh-questions’. Dat zijn vraagwoorden. Het doel is dat je laat zien of je deze vraagwoorden kunt gebruiken in het Engels. Wil je hier nog informatie over? Kijk dan naar de lessonup van week 23

Slide 25 - Tekstslide

Je gaat als volgt te werk:
  1. Kies een persoon die je wel zou willen interviewen. Natuurlijk denk je hier niet té lang over na
  2.  Bedenk met elk van de vraagwoorden een vraag die je zou kunnen stellen. (Een lijstje van de vraagwoorden staat op de volgende dia)  
  3. Geef ook een antwoord. (maak je geen zorgen of deze persoon dat antwoord ook echt zou geven, het is maar fantasie 😊)  
  4. Als het goed is heb je nu 8 vragen en antwoorden. Mail dit naar jouw docent.  

Slide 26 - Tekstslide

WH-questions
- Where = vraagt naar plaats (waar)
- When = vraagt naar tijd (wanneer)
- Why = vraag naar reden reden (waarom)
- How = vraagt naar manier waarop iets is gebeurd (hoe)
- Who = vraagt naar personen (wie)
- Whose = vraagt naar bezit (van wie)
- What = (wat/welke)
- Which=  maak een keuze (welke)

Slide 27 - Tekstslide

TIP 1:
niet te lang nadenken over de vragen.  

Slide 28 - Tekstslide

TIP 2:
niet te lang nadenken over de antwoorden. Laat alleen zien dat je weet hoe je de vraagwoorden moet gebruiken in een zin.  

Slide 29 - Tekstslide

eDition
Maak van 7.2: opdracht 16
Maak van 7.2: practise more -> vocab 1
Maak van 7.3: opdracht 20 t/m 23

Als je hier mee klaar bent, ben je klaar voor deze week.

Slide 30 - Tekstslide