In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
mezelf en jezelf voorstellen in het Frans
studieplanner en basis woordenlijst
culture - voyages
regarder
les devoirs
Slide 1 - Tekstslide
Je me présente
Slide 2 - Tekstslide
Madame Rogers
Slide 3 - Tekstslide
Qui es-tu?
● Comment tu t'appelles ?
● Quel âge as-tu?
● Tu habites où ?
parler
Slide 4 - Tekstslide
Qui es-tu?
● Comment tu t'appelles ? (Hoe heet je?)
● Quel âge as-tu? (Hoe oud ben je?)
● Tu habites où ? (Waar woon je?)
parler
wat antwoord je op deze vragen?
schrijf op
Slide 5 - Tekstslide
Qui es-tu?
● Comment tu t'appelles ? Je m'appelle ....
● Quel âge as-tu? J'ai ... ans
● Tu habites où ? J'habite à ....
parler
Slide 6 - Tekstslide
Studieplanner blok 1
Classroom
Bespreken 'basiswoordenlijst'
(werkwoorden -er, dagen van de week en maanden)
Slide 7 - Tekstslide
Voyages
Lees pagina 8 en 9
(straks volgt een korte quiz)
timer
3:00
Slide 8 - Tekstslide
Op welk treinstation kom je aan als als reiziger uit Amsterdam met de Thalys?
A
La gare de l'est
B
La gare de Paris
C
La gare du Nord
D
La gare de Lyon
Slide 9 - Quizvraag
Tu es à la gare du nord. Tu entends ce message.
Qu'est-ce qu'elle dit?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Qu'est-ce que tu as compris?
A
De trein is te laat
B
Je mag niet op perron 2 komen
C
Je moet etiketten op je bagage hebben
D
Het goede antwoord staat er niet bij.
Slide 12 - Quizvraag
Kun je vanaf Gare du Nord verder reizen naar Zuid-Frankrijk
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Als je verder wilt rijden naar Zuid-Frankrijk, naar welk treinstation moet je dan reizen
A
Gare de l'Est
B
Gare de Lyon
Slide 14 - Quizvraag
Jérôme woont in Lens, op ongeveer 30 kilometer van Lille. Met welk vervoermiddel reist hij naar Lille?
A
met de TGV
B
met de RER
C
Met de TER
D
met de metro
Slide 15 - Quizvraag
Wat is télépéage?
A
Een app op je telefoon om de tolweg te betalen
B
Een manier om automatisch de tolweg te betalen
C
Een speciale autoweg voor abonnées
Slide 16 - Quizvraag
Wat is La Corse?
A
Een eiland in de middellandse zee
B
Een treinstation in Parijs
C
Een vliegveld in Parijs
Slide 17 - Quizvraag
Apprendre 1
Blz 38
Samen doornemen
Onthoud:
landennamen eindigend op -e: meestal vrouwelijk
Slide 18 - Tekstslide
Regarder
le vlog de Julien
Blz 10
Slide 19 - Tekstslide
les devoirs
Leren apprendre 1 blz 38 F-N en N-F
Slide 20 - Tekstslide
les devoirs - overhoren
la météo - parler
lire
les devoirs - het huiswerk
Slide 21 - Tekstslide
les devoirs: apprendre 1
Wat is de regel wat betreft het lidwoord van landennamen?
Wat is de regel (bijna altijd)?
Slide 22 - Tekstslide
Onthoud:
landennamen eindigend op -e: meestal vrouwelijk
Slide 23 - Tekstslide
Les devoirs apprendre 1
Arriver - partir
le train - la voiture - l'avion - le bateau - le vélo, la bicyclette
... Belgique, ... Luxembourg, ..Maroc, ..France
La Suisse, les Pays-Bas, les États - Unis, l'Espagne, l'Allemagne
Slide 24 - Tekstslide
La météo
Page 11
Wat valt je op: hoe ga je dit onthouden?
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
00:15
Wat betekent aujourd'hui?
Slide 27 - Open vraag
00:26
C'est quoi, un orage?
Slide 28 - Open vraag
00:39
Wat betekent: quel temps fait-il aujourd'hui?
Slide 29 - Open vraag
01:29
Wat betekent: beaucoup de pluie?
Slide 30 - Open vraag
Quel temps fait-il aujourd'hui?
3 minuten om te leren
Daarna gaan we verder met de quiz en gaan de boeken dicht!
timer
3:00
Slide 31 - Tekstslide
Quel temps fait il?
A
Il fait chaud
B
Il fait beau
C
Il fait froid
D
Il y a du vent
Slide 32 - Quizvraag
Quel temps fait-il?
A
Il fait mauvais
B
Il pleut
C
Il fait beau
D
Il gèle
Slide 33 - Quizvraag
Quel temps fait-il? Het regent
Slide 34 - Open vraag
Quel temps fait-il? Het sneeuwt
Slide 35 - Open vraag
Quel temps fait il? De zon schijnt
Slide 36 - Open vraag
Lire blz 12
Lees de titel, de ondertitel en de inleiding
Daarna krijg je een paar vragen in het Frans
Slide 37 - Tekstslide
Il s'appelle comment?
Il habite où?
Ils sont partis à quelle heure?
Il est allé en train?
Le voyage est facile?
Il s'appelle Lucas
Non, il est allé en voiture
Ils sont partis à huit heures du matin
Il habite à Liège
Non, le voyage est difficile.
Slide 38 - Tekstslide
Maak exercice 6
blz 13 en 14
Klaar: leren apprendre 1 en 2
Slide 39 - Tekstslide
Exercice 6
Een Franse reclameman ontwierp dit karakter op verzoek van de Franse overheid. Deze "slimme bizon" staat nu symbool voor verkeersinformatie en verkeersgeleiding.
De Franse overheid probeert drukke hoofdroutes naar het zuiden te ontlasten door aantrekkelijke alternatieven te bieden. De bijbehorende kaart is gratis verkrijgbaar bij een aantal tankstations
Slide 40 - Tekstslide
edpuzzle.com
Slide 41 - Link
Parler
Quelle est ta nationalité ?
C’est quand, ton anniversaire?
Tu as des frères ou des sœurs ?
Slide 42 - Tekstslide
Parler
Quelle est ta nationalité ? (Wat is je nationaliteit?)
C’est quand, ton anniversaire? (Wanneer ben je jarig?)
Tu as des frères ou des sœurs ? (Heb je broers of zussen?)
Slide 43 - Tekstslide
Quelle est ta nationalité ?
C’est quand, ton anniversaire?
Tu as des frères ou des sœurs
Je suis ... / ma nationalité est ...
Mon anniversaire est le ...
J'ai .. et .../ Non, je suis fils unique, fille unique