Thema 2 De celkern

Thema 2: Organen en cellen
Basisstof 9: De celkern
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: Organen en cellen
Basisstof 9: De celkern

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk noteren in je agenda
Huiswerk controle
Lesdoelen
Hoe zat het ook alweer?
Uitleg thema 2, extra stof 9
Aan de slag!  



Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan je...


  • Tenminste 3 kenmerken van chromosomen noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zat het ook al weer?

Slide 4 - Tekstslide

Planten cel               Dierlijke cel

Slide 5 - Tekstslide

Planten cel               Dierlijke cel

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn organen?
A
Delen van het lichaam met een bepaalde taak
B
Mensen en dieren
C
Een onderdeel van je oor
D
Een torso

Slide 7 - Quizvraag

Dit zijn cellen uit een blad, kunnen deze cellen aan fotosynthese doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen orgaan?
A
Hart
B
Maag
C
Skelet
D
Dikke darm

Slide 9 - Quizvraag

Dierlijke cellen zijn cellen van?
A
planten
B
mensen en dieren

Slide 10 - Quizvraag

Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
celplasma

Slide 11 - Quizvraag

Is dit een orgaan?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 12 - Quizvraag

Een plantencel heeft een celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Heeft een kip organen? En heeft een tulp organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een tulp heeft organen
C
Een kip en een tulp hebben allebei organen
D
Geen van beide hebben organen

Slide 14 - Quizvraag

Dieren hebben een celwand
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

In veel cellen zit een celkern, de functie van deze celkern is:
A
zorgen voor stevigheid
B
zorgen voor fotosynthese
C
regelen van alles wat er in de cel gebeurt
D
zorgen voor transport

Slide 16 - Quizvraag

aan welk orgaan van de plant zitten alle andere organen vast?
A
Wortel
B
Stengel
C
blad
D
bloem

Slide 17 - Quizvraag

Heeft een kip organen? En heeft een worm organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een worm heeft organen
C
Een kip en een worm hebben allebei organen
D
Geen van beide hebben organen

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een orgaan van de mens.
Tot welk orgaanstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel
B
Tot het bloedvatenstelsel
C
Tot het verteringsstelsel
D
Tot het zenuwstelsel

Slide 19 - Quizvraag

Heeft een plantencel een celwand
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Uitleg basisstof 2.4 De celkern

Slide 21 - Tekstslide

Celkern
Elke dierlijke en plantaardige cel heeft een celkern.

Op de afbeelding hiernaast zie je een dierlijke cel en hierop is de celkern heel goed te zien.

Slide 22 - Tekstslide

Functie celkern
De celkern regelt alles in de cel.

In de celkern liggen Chromosomen. 

Chromosomen zijn lange dunne draden. 

Je kan chromosomen niet zien tenzij de cel gaat delen. 

Slide 23 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen
Hoe jij eruit ziet wordt bepaald door je ouders.

Ze geven hun bepaalde erfelijke eigenschappen door. 

Slide 24 - Tekstslide

DNA

Chromosomen bestaat voor een groot deel uit de stof DNA.

In elke cel in je lichaam ligt dezelfde informatie.



Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Noem 3 kenmerken van DNA

Slide 27 - Woordweb

Aan de slag! Thema 2.9
Wat?  Huiswerk: Lezen: blz: 122 Maken: 1-2-3-4
Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot het einde van de les.
Klaar? Maak de oefentoets in Lesson-Up

               



timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide