T&O21 18-5-2020

Eindgesprekken
Maandag 18 mei:   9:30 Eszter
                              10:00 Battseren

Woensdag 20 mei: 9:30 Nazia
                              10:00 Samira
                              10:30 Aisel
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Eindgesprekken
Maandag 18 mei:   9:30 Eszter
                              10:00 Battseren

Woensdag 20 mei: 9:30 Nazia
                              10:00 Samira
                              10:30 Aisel

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je deze les doen?
- Eszter en Battseren gaan het eindgesprek voeren.
- Je gaat zeggen of de zin goed of fout is.
- Je gaat een taalrap oefenen
- Je gaat de verleden tijd en voltooide tijd herhalen.
- Je gaat over het CJG lezen.
- Je gaat een filmpje kijken en vragen beantwoorden.
- Je gaat een plan maken om Nederlands te blijven oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

Verleden tijd
Herhaling van de verleden tijd:
- Welke zin is goed?
- Kijk het filmpje
- Doe de opdracht bij de Taalrap
- Luister naar de zinnen en sleep het goede woord naar de zin.

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin is goed?


A
Flip maakte zijn huiswerk nooit.
B
Flip maakde zijn huiswerk nooit.

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Vorig jaar leerten wij Nederlands.
B
Vorig jaar leerden wij Nederlands.

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Hij reiste vorige maand naar Italië.
B
Hij reisde vorige maand naar Italië.

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Jullie vonden het mes in de keuken.
B
Jullie vindden het met in de keuken.

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Waren jullie vroeger bang voor spinnen?
B
Was jullie vroeger bang voor spinnen?

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Taalrap
Luister 3x naar de taalrap



Luister goed naar de werkwoorden.
Zeg de zinnen na.
Was je gisteren in Den Haag?

Slide 10 - Tekstslide

Was je gisteren in Den Haag?
        Klopt ja, klopt.
Ging je nog naar Scheveningen?
        Ja, absoluut.
Ben je in de zee geweest?
        Ja man, te gek.
Was dat niet te koud?
         Best wel, best wel.
Ga je morgen weer?
         'k Dacht 't niet, 'k dacht 't niet.
Was je gisteren in Den Haag?
Luister en doe mee.
Welke werkwoorden staan in de verleden tijd?

Schrijf ze op en stuur ze naar de docent.

Slide 11 - Tekstslide

Luister goed naar de zinnen en sleep het juiste woord in de zin.

1. In de klas                          wij niet praten.

2. Mijn zussen                         heel lang haar.

3. Elza                         de toets niet erg moeilijk.

4. Lina                          niet in de les, omdat ze ziek is.

5. Lars                          dat hij naar de tandarts moest.
zei
was
vond
hadden
mochten

Slide 12 - Sleepvraag

Wat weet je over
het Centrum voor Jeugd
en Gezin (CJG)?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

5

Slide 16 - Video

00:25
Voor wie is het CJG?
A
Voor alle kinderen van 0 tot 4 jaar
B
Voor alle kinderen van 4 tot 12 jaar en hun ouders.
C
Voor alle kinderen van 0 tot 18 jaar en hun ouders.

Slide 17 - Quizvraag

00:58
Wat betekent 'preventieve gezondheidszorg'?
A
Er wordt gekeken wat een kind nodig heeft.
B
Alleen zieke kinderen krijgen zorg.

Slide 18 - Quizvraag

01:13
Moet je altijd naar een afspraak van het CJG?
A
Ja dat moet
B
Nee de afspraken zijn vrijwillig

Slide 19 - Quizvraag

01:35
Krijgt een kind prikken bij het CJG?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

02:22
Werkt het CJG samen met scholen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Extra oefening
Je hebt een uitnodiging gekregen van het CJG. 
Jouw kind moet een prik krijgen. 
Je wilt weten waarom hij een prik moet krijgen.
Je wilt de datum van de afspraak veranderen.
Je wilt weten of er vlakbij het CJG een bushalte of tramhalte is.
Schrijf de brief en stuur een foto naar de docent.

Slide 23 - Tekstslide

Voltooide tijd
Herhaling van de voltooide tijd:
- Kijk het filmpje
- Maak de Kahoot-quiz

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Link

Plan maken
Wat ga je na deze cursus doen om Nederlands te blijven oefenen?
Boeken lezen aan jouw kind(eren)?
Informatie zoeken op internet?
De (online) krant lezen? 
Nederlandse televisie kijken?
Praten met mijn kinderen?
Praten met mijn familie/vrienden/buren?
Helpen op school?

Vertel minimaal 3 dingen die je gaat doen na deze cursus. Vertel ook waarom je dat kiest. Stuur een spraakbericht naar de docent!

Slide 27 - Tekstslide

Wat kan je na de les van vandaag?
- E en B kunnen een eindgesprek voeren met de docent.
- Je kan zien of de zin goed of fout is.
- Je kan de voltooide tijd herkennen en gebruiken.
- Je kan de verleden tijd herkennen en gebruiken.
- Je kan de informatie over het CJG begrijpen.
- Je kan een filmpje kijken en vragen daarbij maken.
- Je kan een plan maken om Nederlands te blijven oefenen

Slide 28 - Tekstslide

Hoe ging de les?
A
slecht
B
een beetje goed
C
goed
D
heel goed

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel sterren geef je deze les?
A
* (helemaal niet leuk)
B
** (een beetje leuk)
C
*** (leuk)
D
**** (heel erg leuk)

Slide 30 - Quizvraag

Wat wil je de laatste les (20 mei) nog herhalen/oefenen?

Slide 31 - Open vraag