Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 13 Inleiding hoofdstuk 4 + Werkwoordelijk gezegde
Hoofdstuk 4 p 33
Zinsdelen en zinnen
Kennis van de juiste zinsopbouw is nodig voor de officiële communicatie en voor het goed leren van een andere taal.
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4 p 33
Zinsdelen en zinnen
Kennis van de juiste zinsopbouw is nodig voor de officiële communicatie en voor het goed leren van een andere taal.
Slide 1 - Tekstslide
Waarvoor heb ik dat nodig?
Voor het schrijven van een goede, foutloze sollicitatiebrief;
Voor het opstellen van een contract of onderlinge overeenkomst;
Voor een memo of een verslag.
Slide 2 - Tekstslide
Zien jullie de fout?
Honden kunnen kiespijn hebben, net als ons.
Slide 3 - Open vraag
Beide zijn goed, maar betekenen iets anders. Wat is het verschil?
- Dascher verhuist
- Dascher verhuisd
Slide 4 - Open vraag
Het werkwoordelijk gezegde
Bestaat alleen uit
werkwoordsvormen
.
Hij zou de opgave gemaakt hebben=
zou, gemaakt, hebben
Opmerking 1
Als het ww gesplitst is, horen beide delen bij het gezegde.
Houd direct op met dat gemopper=
houd op
Slide 5 - Tekstslide
Opmerking 2
Bij sommige ww hoort een verplicht wederkerend voornaamwoord.
zich bemoeien
zich vergissen
zich ergeren
zich gedragen
zich schamen
Het voornaamwoord hoort dan bij het werkwoordelijk gezegde.
Ik vergis me niet=
vergis me
Slide 6 - Tekstslide
Let op!
Bij andere werkwoorden kun je het wederkerend voornaamwoord vervangen door een andere woord:
Hij wast zich.
Hij wast haar.
(zich/haar = lijdend voorwerp)
Slide 7 - Tekstslide
Opmerking 3
Als er voor een infinitief 'te' of 'aan het' staat= ww-gezegde.
Hij staat daar te fluiten =staat te fluiten
Op het hoogste niveau is hij aan het voetballen= is aan het voetballen.
Slide 8 - Tekstslide
Opmerking 4
Soms bestaat het ww-gezegde uit een werkwoordelijke uitdrukking.
Hij stelde haar van het nieuws op de hoogte=
stelde op de hoogte
Vanwege de storm kozen ze het hazepad=
kozen het hazepad
Een werkwoordelijke uitdrukking kun je meestal vervangen door een werkwoord met dezelfde betekenis.
inlichten en vluchten
Slide 9 - Tekstslide
Hij heeft de hele avond televisie gekeken.
wg =
timer
0:15
Slide 10 - Open vraag
Durf jij daar te blijven staan?
wg =
timer
0:15
Slide 11 - Open vraag
In de vakantie zorgen wij voor de hond.
wg =
timer
0:15
Slide 12 - Open vraag
Hij stond zeker een uur te wachten.
wg =
timer
0:15
Slide 13 - Open vraag
Hij vergist zich de laatste tijd wel erg vaak.
wg =
timer
0:15
Slide 14 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
1.7 Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
October 2025
-
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Truth or dare? Barcelona
February 2019
-
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Toets woordsoorten 1v
March 2020
-
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Truth or dare? Parijs
September 2021
-
35 slides
Frans
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Truth or dare? Praag
June 2022
-
35 slides
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Truth or Dare? Soho, London
February 2019
-
50 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2