Hst 6.2: fascisme en nationaalsocialisme


Welkom in de geschiedenisles!
Hst 6.2
Fascisme en nationaalsocialisme
timer
5:00
Nodig:
- leerboek/werkboek
- schrift
- etui
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Welkom in de geschiedenisles!
Hst 6.2
Fascisme en nationaalsocialisme
timer
5:00
Nodig:
- leerboek/werkboek
- schrift
- etui

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom in de geschiedenisles!
Hst 6.2
Fascisme en nationaalsocialisme

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma:
o HW controle
o Uitleg hst 6.2
o Zelfstandig werken
o Huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdbalk tekenen                            #waarom?
  • Analyse: velen vinden chronologie lastig. 

  • Oplossing: een tijdbalk tekenen
    - Wanneer je deze uit kan leggen, beheers je de stof beter.
    - Je oefent indirect met oorzaak/gevolg.
    - Je kan gebeurtenissen beter plaatsen in de tijd (chronologie).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdbalk tekenen  
1900
1950
1929 
> beurskrach
1933 > machtigingswet

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.
Op de bron
Blz. X

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend het begrip

beurskrach
A
Zeer snelle waarde stijging van aandelen.
B
Zeer langzame waarde stijging van aandelen.
C
Zeer snelle waarde daling van aandelen.
D
Zeer langzame waarde daling van aandelen.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend het begrip

NSDAP
A
Nationaal Sociale Duitse Aannemers Partij
B
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij
C
Natie Sociaal Duitse Arbeiders Partij
D
Nationaal Socialistische Dieren Arbeid Partij

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken passen bij een totalitaire samenleving?
De totalitaire samenleving
De staat bepaalt het doen/denken van het volk.
Het individu mag zelf bepalen hoe hij/zij denkt.
Er is een democratie.
Er is een dictatuur.
Er is sprake van indoctrinatie en terreur.
Er is sprake van vrijheid van meningsuiting.

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...ken je de begrippen fascisme, ideologie, nationaalsocialisme, racisme, rassenleer en massamedia. (R)
...kan je de kenmerken van het fascisme en nationaalsocialisme benoemen en herkennen. (T1)
...kan je beschrijven hoe en waarom de staatsgreep van Hitler mislukte. (T1)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het fascisme oorzaken
  • genoegen nemen met minder na WO I
  • economisch ging het slecht
=
grote stakingen en demonstraties van communisten
> zwarthemden bestreden de communisten en stakers > wilden één sterke leider aan de macht.
1922 Zwarthemden plegen staatsgreep
In het midden zie je Benito Mussolini (met rood/gele band om zijn zwarte hemd). Hij viert hier samen met zijn aanhangers, de zwarthemden, de machtsovername in Italië in 1922.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het fascisme

Mussolini ontwikkelt het fascisme tot ideologie:
  1. Eén sterke leider
  2. Nationalisme
  3. Militarisme
  4. Totalitaire samenleving
  5. Strenge censuur
  6. liet zich Il Duce noemen
1922 Zwarthemden plegen staatsgreep
In het midden zie je Benito Mussolini (met rood/gele band om zijn zwarte hemd). Hij viert hier samen met zijn aanhangers, de zwarthemden, de machtsovername in Italië in 1922.
fascisme
Ideologie die bestaat uit hevig nationalisme, militarisme en het geloof en vertrouwen in één sterke leider. 
ideologie
Samenhangend geheel van ideeën en standpunten.
nationalisme
Erg trots zijn op alles dat met je eigen volk, land en cultuur te maken heeft.
militarisme
Erg trots zijn op alles dat met het leger van jouw land te maken heeft (zoals uniformen, geweren, medailles etc.).
censuur
Het controleren en indien nodig verbieden of schrappen van berichtgeving in de media en/of persoonlijke communicatie.

Slide 14 - Tekstslide

Weetje: de Romeinse groet (beter bekend als de Hitlergroet) wordt ook toegepast bij de fascisten (vanaf 1923). 
Het is oorspronkelijk een Romeinse groet waarbij de rechter arm volledig wordt uitgestrekt, met de handpalm naar beneden en de vingers tegen elkaar. Binnen de nazi partij werd deze groet in 1926 ingevoerd. 
Kanttekening: geen enkele Romeinse tekst geeft deze omschrijving en de Romeinse kunst gaat hier niet duidelijk op in (wordt meer gezien als losse groet). 

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De staatsgreep van Hitler
  • Duitse nederlaag WO I
  • Vernedering Verdrag van Versailles
  • Republiek van Weimar kon Duitsland niet redden

Volgens Hitler kon alleen een sterke leider dat. Keek af bij Mussolini en wilde dat ook. 

> pleegde in 1923 een staatsgreep.
> mislukte en Hitler kreeg 5 jaar cel (zie foto rechts).
1923 Bürgerbräukeller
Vergadering van de NSDAP op 8 november 1923. Hier in deze zaal kwamen hoge ambtenaren van de deelstaat Beieren bij elkaar. In deze zaal zou Hitler zijn staatsgreep plegen. De buitenkant werd volledig omsingelt door SA mannen en riep hij de revolutie uit. Op 11 november werd hij opgepakt en was de revolutie mislukt. 
staatsgreep
Het illegaal afzetten van een regering door een kleine groep mensen (meestal door het leger) om deze te vervangen door een andere regering (meestal van deze personen). 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het nationaalsocialisme (nazi's)
In 1924 schreef Hitler zijn boek Mein Kampf (mijn strijd). Hierin zette hij de ideologie van de nationaalsocialisten uiteen.
  1. Eén sterke leider
  2. Nationalisme
  3. Militarisme
  4. Totalitaire samenleving
  5. Censuur
  6. Liet zich de Führer noemen
  7. Racisme (n.a.v. de rassenleer)
Verspreidde zijn ideeën via massamedia.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ZELFSTANDIG WERKEN
Ga aan het werk met:
  • LZ hst 6.2
  • MK vr. 13, 15, 17, 18, 21 t/m 24, 26, 28 en 29.
  • LR begrippen (begrippenlijst bijwerken)
  • Werk je tijdbalk (schrift) bij.
= HW voor de volgende les. 
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaartallen uit deze les
1922 - Mussolini komt aan de macht in Italië
1923 - Hitler pleegt staatsgreep (mislukt)
1924 - Hitler schrijft Mein Kampf

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • fascisme
  • nationaalsocialisme
  • communisme
  • ideologie
  • nationalisme
  • totalitaire samenleving
  • censuur
  • staatsgreep
  • racisme
  • rassenleer
  • massamedia 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personen uit deze les

  • Adolf Hitler
  • Benito Mussolini

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

                   
                      Fijne dag

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies