Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Het gezegde - herhaling
Het gezegde
NE MC B
zinsleer
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Secundair onderwijs
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het gezegde
NE MC B
zinsleer
Slide 1 - Tekstslide
2.9 - Ik duid alle werkwoorden in een zin aan.
2.9 - Ik benoem werkwoorden als hoofdwerkwoord of hulpwerkwoord.
2.9 - Ik benoem het hoofdwerkwoord als zelfstandig of koppelwerkwoord.
2.9 - Ik bepaal de persoonsvorm.
2.9 - Ik bepaal het gezegde.
2.9 - Ik benoem het recept van het gezegde.
2.9 - Ik gebruik volgende afkortingen correct: hww, huww, zww, kww, pv.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog over het NWG en het WWG?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
WWG
het werkwoordelijk gezegde
HWW = zww
Slide 5 - Tekstslide
Een zin met een werkwoordelijk gezegde beschrijft een ...
A
actie/gebeurtenis
B
eigenschap/toestand
Slide 6 - Quizvraag
WWG
recept:
pv
pv + vd
pv + inf
pv + te + inf
pv + aan het + inf
pv + inf + inf
pv + vd + inf
pv + adpv
vorm van elk werkwoord in de zin
noteren als:
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Dit zijn woorden die beginnen met een vast voorzetsel.
B
Woorden die zeggen wat het onderwerp is of wordt.
C
Woorden die zeggen wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt.
D
Dit zijn woorden die in een passieve zin vertellen wie de handeling uitvoert.
Slide 8 - Quizvraag
NWG
het naamwoordelijk gezegde
HWW = kww
Slide 9 - Tekstslide
Het naamwoordelijk gezegde (nwg) komt voor bij een...
A
koppelwerkwoord als hoofdwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord als hoofdwerkwoord
Slide 10 - Quizvraag
NWG
recept:
wwd =
+
nwd =
noteren als:
werkwoordelijk deel + naamwoordelijk deel
(alle werkwoorden) (noodzakelijke aanvulling)
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
A
Dit zijn woorden die beginnen met een vast voorzetsel.
B
Woorden die zeggen wat het onderwerp is of wordt.
C
Woorden die zeggen wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt.
D
Dit zijn woorden die in een passieve zin vertellen wie de handeling uitvoert.
Slide 12 - Quizvraag
Oefenen maar!
Slide 13 - Tekstslide
Maak een zin met een WWG.
Slide 14 - Open vraag
Maak een zin met een NWG.
Slide 15 - Open vraag
Maak een zin met een WWG.
Slide 16 - Open vraag
Maak een zin met een NWG.
Slide 17 - Open vraag
Maak een zin met een WWG.
Slide 18 - Open vraag
Maak een zin met een NWG.
Slide 19 - Open vraag
Maak een zin met een WWG.
Slide 20 - Open vraag
Maak een zin met een NWG.
Slide 21 - Open vraag
Maak een zin met een WWG.
Slide 22 - Open vraag
Maak een zin met een NWG.
Slide 23 - Open vraag
Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
De sneeuwluipaarden hebben lang de toppen van de Himalya gedomineerd.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + INF
D
PV + te + INF
Slide 24 - Quizvraag
Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Maar vandaag is de katachtige aan het verdwijnen.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + aan het + INF
D
PV + te + INF
Slide 25 - Quizvraag
Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
In sommige gebieden sterven ze volledig uit.
A
PV + VD
B
PV + ADPV
C
PV + INF
D
PV
Slide 26 - Quizvraag
Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Mensen krijgen zelden een sneeuwluipaard te zien.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + INF
D
PV + te + INF
Slide 27 - Quizvraag
Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Landbouw en de aanleg van wegen zouden hen genadeloos weggejaagd hebben.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + VD + INF
D
PV + INF
Slide 28 - Quizvraag
Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Wanneer zal die stroperij eindelijk eens gestopt kunnen worden.
A
PV + VD + INF + INF
B
PV + VD
C
PV + VD + INF
D
PV + INF
Slide 29 - Quizvraag
Waaruit bestaat het naamwoordelijk gezegde?
Dat blijkt geen goed idee te zijn.
A
PV + NWD + te + INF
B
PV + NWD + VD
C
PV + NWD + VD + INF
D
PV + NWD + INF
Slide 30 - Quizvraag
Waaruit bestaat het naamwoordelijk gezegde?
Deze les is erg belangrijk geweest.
A
PV + NWD + te + INF
B
PV + NWD + VD
C
PV + NWD + VD + INF
D
PV + NWD + INF
Slide 31 - Quizvraag
Ik ben helemaal mee met het gezegde!
gevoelensmeter
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 32 - Poll
Meer lessen zoals deze
Campus 1 Les 28 Het gezegde in een zin onderzoeken
Maart 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Fase 2: Het gezegde - inoefenen
Augustus 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Fase 2: Het gezegde
Januari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
WWG en NWG
Februari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Het gezegde in een zin
Maart 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 28/ les 5: het gezegde in een zin onderzoeken
Januari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
WWG en NWG
Oktober 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 28/ les 5: het gezegde in een zin onderzoeken
Augustus 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs