Soorten bewegingen

Soorten bewegingen
Eenparige beweging
Versnelde beweging 
Vertraagde beweging 

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Soorten bewegingen
Eenparige beweging
Versnelde beweging 
Vertraagde beweging 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
- Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij een eenparige beweging.
- Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij een versnelde beweging.
- Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij een vertraagde beweging.
- Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging             
    berekenen bij een eenparige beweging.
- Je kunt uitleggen hoe het X-T diagram werkt.
- Je kunt uitleggen hoe het V-T diagram werkt 

Slide 2 - Tekstslide

Introductie:
Natuurkundigen verdelen bewegingen in soorten. Daarbij kijken ze het eerst naar de snelheid: wordt de snelheid steeds groter, blijft deze de hele tijd gelijk of neemt de snelheid steeds verder af? Of zoals een automobilist zou zeggen: is het optrekken, doorrijden of afremmen?

Slide 3 - Tekstslide

Eenparige beweging
Een beweging waarvan de snelheid constant blijft

Slide 4 - Tekstslide

Versnelde beweging
Een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt

Slide 5 - Tekstslide

vertraagde beweging
Een beweging waarvan de snelheid steeds kleiner wordt.

Slide 6 - Tekstslide

De eenparige beweging

Bij een eenparige beweging verandert de snelheid niet: die blijft de hele tijd constant. Als je de gemiddelde snelheid kent, weet je meteen hoe groot de snelheid op elk moment van de beweging was. Bij een eenparige beweging geldt dus: 

Slide 7 - Tekstslide

Het (x,t)-diagram van een eenparige beweging

Slide 8 - Tekstslide

X - T  diagram
X is afstand in meters
t is tijd in seconden

Kun je vertellen wat er met de lijn gebeurt als het voorwerp sneller gaat? 
En wat gebeurt er als het voorwerp langzamer gaat?

Slide 9 - Tekstslide

Het (v,t)-diagram van een eenparige beweging.

Slide 10 - Tekstslide

V - T  diagram
V is de snelheid in meters/seconde
t is tijd in seconden

Kun je vertellen wat er gebeurt met de lijn als het voorwerp steeds sneller zou bewegen?
En als het voorwerp steeds langzamer zou bewegen?

Slide 11 - Tekstslide

Piet heeft in een uur 22.345 meter gefietst. wat was Piet zijn gemiddelde snelheid in meters per seconde?
A
6,2 m/s
B
5,4 m/s
C
4,8 m/s
D
7,5 m/s

Slide 12 - Quizvraag

Piet heeft een lekke band gereden en moet nu naast de fiets lopen. Dit gaat niet zo snel meer..... kun je uitrekenen als Piet nu 5 km / h loopt hoeveel meter per seconde dit is?
A
2,5 m/s
B
1,4 m/s
C
3,8 m/s
D
0,8 m/s

Slide 13 - Quizvraag

Piet heeft nu 93 minuten gelopen met zijn fiets aan de hand. Gemiddelde snelheid van 1,3 meter per seconde. Hoeveel kilometer heeft Piet met de fiets aan de hand gelopen?
A
7,25 km
B
6,34 km
C
5,0 km
D
8,2 km

Slide 14 - Quizvraag

Piet heeft zijn ouders gebeld. Deze zijn hem komen halen met de auto. Zijn vader reed de auto vanaf thuis met een gemiddelde snelheid van 95 km/h naar Piet toe en deed er 32 minuten over om bij Piet te komen. Hoever is Piet van zijn huis af op het moment dat hij belde?
A
506 km
B
50,7 km
C
5066 m
D
50,7 hm

Slide 15 - Quizvraag