Les 07 - Voorbereiding betoog

Voorbereiding betoog
Schrijfvaardigheid §A2, A3, A4, A5 en B4
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding betoog
Schrijfvaardigheid §A2, A3, A4, A5 en B4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, heb je aan het eind van de les: 
- een schrijfplan, waarmee je volgende les een betoog gaat schrijven; 
- nagedacht over welke argumenten je in je betoog gaat gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Schrijfopdracht: het betoog
Voor de vakantie hebben we geleerd hoe we goede zinnen en alinea's schrijven en hoe we zorgen voor structuur in een tekst. 

Ook hebben jullie op www.schooldebatteren.nl een stelling uitgezocht aan de hand waarvan jullie een betoog gaan schrijven. 

Vandaag gaan jullie een schrijfplan maken. 

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
We kijken samen naar opdracht 6 tot en met 10 op pagina 230 en 231 

Slide 4 - Tekstslide

Maken schrijfplan betoog 
Bij een betogende tekst wil je de lezer overtuigen. 

Dit staat bij het schrijven van de tekst centraal. 

We lopen nog even langs de verschillende tekstonderdelen. 

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
De inleiding van je betoog bestaat uit één alinea. 

In deze alinea interesseren we de lezer in het onderwerp (opwarmertje), geven we informatie over het onderwerp en poneren we de stelling. Dit doen we zeer beslist. 

Eventueel kun je afsluiten met een leeswijzer. 

Slide 6 - Tekstslide

Kern
De kern of het middenstuk van je betoog bestaat uit meerdere alinea's. 

In het middenstuk werk je verschillende argumenten die jouw stelling ondersteunen uit. Ook benoem je een tegenargument, dat je daarna meteen weerlegt.

Elk argument/tegenargument krijgt een aparte alinea in de kern.

Slide 7 - Tekstslide

Het slot
Het slot van je betoog beslaat één alinea. 

Het slot is de laatste mogelijkheid om de lezer 'over de streep te trekken'. In het slot van je betoog benoem je de stelling in andere woorden en geef je een samenvatting van de belangrijkste argumenten. 

Je sluit af met een uitsmijter: een rake boodschap dit idealiter verwijst naar het opwarmertje in de inleiding. 

Slide 8 - Tekstslide

Schrijfplan
Jullie gaan nu werken aan je schrijfplan (zie voorbeeld op pagina 230). 

- Je inleiding bestaat uit een opwarmertje, achtergrondinformatie en een stelling; 

- In het middenstuk gebruik je minstens twee argumenten voor je stelling en weerleg je één tegenargument.

- In het slot verwoord je de stelling anders, geef je een samenvatting van je belangrijkste argumenten en sluit je af met een uitsmijter.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijfplan
Alinea
Tekstonderdeel
Deelonderwerp
Inhoud
1
Inleiding
Opwarmertje, achtergrondinformatie en stelling
2
Middenstuk
Uitwerking argument vóór 1
3
Middenstuk
Uitwerking argument vóór 2
4
Middenstuk
Uitwerking argument vóór 3
5
Middenstuk
Uitwerking argument tegen
6
Middenstuk
Weerlegging argument tegen
7
Slot
Stelling, samenvatting & uitsmijter
Alleen tussen inleiding, kern en slot laten we een witregel

Slide 10 - Tekstslide

Volgende les
Zorg ervoor dat je volgende les je schrijfplan bij je hebt. 

Aan de hand van dit schrijfplan ga je gedurende de les je betoog schrijven. Hiervoor krijg je een cijfer. 

Zorg ervoor dat je je goed hebt voorbereid, want in 45 minuten moet je betoog op papier staan!

Slide 11 - Tekstslide