Jullie gaan nu werken aan je schrijfplan (zie voorbeeld op pagina 230).
- Je inleiding bestaat uit een opwarmertje, achtergrondinformatie en een stelling;
- In het middenstuk gebruik je minstens twee argumenten voor je stelling en weerleg je één tegenargument.
- In het slot verwoord je de stelling anders, geef je een samenvatting van je belangrijkste argumenten en sluit je af met een uitsmijter.