In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 19.3 Energieproductie zonder zuurstof
Slide 1 - Tekstslide
Doel 19.3
- Je weet welke stoffen gebruikt worden als energievoorraad in levende organismen.
- Je kunt uitleggen op welke manier je lichaam energie vrijmaakt zonder zuurstof (=gisting)
Slide 2 - Tekstslide
Stappen vrijmaken energie
1. ATP
2. CP
3. anaerobe
dissimilatie
4. aerobe
dissimilatie (19.4)
Dikgedrukt = geen O2 nodig
Slide 3 - Tekstslide
1. ATP
In cellen zit een voorraad ATP.
De energie uit ATP wordt voor veel celprocessen gebruikt:
loskoppelen myosine van actine
actief transport
bouw RNA, DNA, eiwitten
Slide 4 - Tekstslide
1. ATP
Hydrolyse van ATP levert energie. Hydrolyse is afbraak van grotere moleculen waarbij water wordt verbruikt.
Slide 5 - Tekstslide
Stappen vrijmaken energie
1. ATP
2. CP
3. anaerobe
dissimilatie
4. aerobe
dissimilatie (19.4)
Slide 6 - Tekstslide
2. Creatinefosfaat (CP)
Spiercellen bevatten een voorraad Creatinefosfaat waarvan de fosfaatgroep weer aan ADP gekoppeld kan worden om nieuw ATP te maken: fosfaataccu.
CP + ADP -> C + ATP
Slide 7 - Tekstslide
Stappen vrijmaken energie
1. ATP
2. CP
3. anaerobe
dissimilatie
4. aerobe
dissimilatie (19.4)
Slide 8 - Tekstslide
3. Anaerobe dissimilatie
Nieuwe ATP kan de cel snel vrijmaken uit de afbraak van glucose zonder zuurstof.
Welke Binastabel?????
2 stappen:
A. Glycolyse
B. Melkzuurgisting
Slide 9 - Tekstslide
3A. Glycolyse (BINAS 68A)
Slide 10 - Tekstslide
Glycolyse
BINAS 68B
Slide 11 - Tekstslide
Glycolyse
Slide 12 - Tekstslide
NAD+ en NADH,H+
De rol van NAD+ is het opnemen van H-atomen in de vorm van een H+ en een electron.
Elke NAD+ kan 2 H-atomen opnemen, dus 2 H+ (protonen) en 2 electronen. Hierbij wordt ook energie opgeslagen.
NAD+ + 2H+ + 2e- -> NADH,H+
Slide 13 - Tekstslide
3B. Melkzuurgisting
Slide 14 - Tekstslide
Melkzuurgisting BINAS 68B
Slide 15 - Tekstslide
Melkzuurgisting BINAS 68B
Deze pijl staat verkeerd om in je boek
Slide 16 - Tekstslide
Recycling
Slide 17 - Tekstslide
Bacteriën
Bij melkzuur-bacteriën eindigt de afbraak
van glucose bij de vorming van melkzuur
(yoghurt, karnemelk).
Andere bacteriën vormen juist alcohol als
eindproduct (bier, wijn).
Slide 18 - Tekstslide
3B. Alcoholische gisting
Slide 19 - Tekstslide
Alcoholgisting BINAS 68B
Slide 20 - Tekstslide
Alcoholgisting BINAS 68B
Deze pijl staat verkeerd om in je boek
Slide 21 - Tekstslide
Op welke van deze plaatsen vindt glycolyse plaats?
A
Op plaats 6
B
Op plaats 7
C
Op plaats 8
D
Op plaats 9
Slide 22 - Quizvraag
Het gevormde NADH,H+ wordt niet omgezet tot NAD+. Wat is het gevolg voor de glycolyse?
A
De glycolyse gaat gewoon door
B
De glycolyse stopt
Slide 23 - Quizvraag
Glycolyse Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?
A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
D
De glycolyse vindt in alle cellen plaats.
Slide 24 - Quizvraag
Welke uitspraak is fout?
A
Bij glycolyse heb je geen zuurstof nodig
B
Voor de glycolyse heb je ATP nodig
C
De glycolyse levert netto NADH, H+ op
D
De glycolyse vindt plaats in de mitochondria
Slide 25 - Quizvraag
Na de glycolyse ontstaan er twee moleculen pyrodruivenzuur. Elk molecuul bevat 3 C-atomen, dus er zijn 6 C-atomen in totaal. Toch ontstaan er 2 moleculen acetyl-coA, die ieder 2 C-atomen bevat. Dat zijn dus 4 C-atomen in totaal die ontstaan. Waar zijn de andere 2 C-atomen gebleven?
Slide 26 - Open vraag
wat is de functie van de vorming van melkzuur en alcohol in de anaerobe dissimilatie?
Slide 27 - Open vraag
Leg uit waardoor het verschil tussen de bruto en netto output van de glycolyse wordt veroorzaakt.
Slide 28 - Open vraag
Filmpjes
Bekijk de filmpjes op de volgende dias voor extra uitleg: