Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
SE-training H3 en H4
De hoofdgedachte van de tekst is: het belangrijkste waar de tekst over gaat in 1 zin samengevat.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 25
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De hoofdgedachte van de tekst is: het belangrijkste waar de tekst over gaat in 1 zin samengevat.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quizvraag
Welke manieren zijn er om een tekst in te leiden?
Slide 2 - Open vraag
Wat betekent 'achten'?
A
Acht
B
Achterlijk
C
Beschouwen als
D
Besluiten tot
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent 'opheffen'?
A
Openen
B
Opstapelen
C
Definiëren
D
Definitief sluiten
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent 'verklaren'?
A
Duidelijk maken
B
Duizelig zijn
C
Verkopen
D
Verbergen
Slide 5 - Quizvraag
Een samenstelling kan altijd op meerdere manieren gespeld worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Dit is goed geschreven: zonnebloem
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Welke samenstelling is correct gespeld?
A
gerstpap
B
gerstenpap
C
gerstspap
D
gerstepap
Slide 8 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
Verbrant jij jezelf niet?
B
Verbrand jij jezelf niet?
C
Verbrandt jij jezelf niet?
D
Verbrantd jij jezelf niet?
Slide 9 - Quizvraag
Welke verwijzing klopt?
A
Die meisje vind ik leuk.
B
Dat meisje vind ik leuk.
C
Deze meisje vind ik leuk.
D
Dit meisjes vind ik leuk.
Slide 10 - Quizvraag
Welke verwijzing klopt?
A
Mijn broer is jarig.
B
Me broer is jarig.
C
Mun broer is jarig.
D
Mijnen broer is jarig.
Slide 11 - Quizvraag
Welke verwijzing klopt?
A
Mijn hond, van wie ik veel houd.
B
Mijn hond, waarvan ik veel houd.
Slide 12 - Quizvraag
Welk signaalwoord past bij het tekstverband 'voorwaarde'?
A
toch
B
ook
C
kortom
D
als
Slide 13 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband 'doel-middel'?
A
vervolgens
B
waarmee
C
want
D
bovendien
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent 'gering'?
A
geldig
B
ring omgedaan
C
klein
D
kapot
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent 'schaars'?
Slide 16 - Open vraag
Waar staat de afkorting incl. voor?
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent 'uitsluitend'?
Slide 18 - Open vraag
Wat is de juiste spelling van het woord?
A
zonne-schijn
B
zonnenschijn
C
zonesschijn
D
zonneschijn
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het woord?
A
huilenbalk
B
huilbalk
C
huilebalk
D
huilsbalk
Slide 20 - Quizvraag
Wat is goed gespeld?
A
Wat vindt jij?
B
Wat vind jij?
Slide 21 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Hij is het boost.
B
Hij is het meest boos.
Slide 22 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Zij is het meest triest.
B
Zij is het triestst.
Slide 23 - Quizvraag
Wat is goed gespeld?
A
Jij vind alles goed.
B
Jij vindt alles goed.
Slide 24 - Quizvraag
BONUSVRAAG: Wie heeft in het lesboek van SOS geschreven?
A
Meneer van Werven
B
Joep(ie)
C
Wout
D
Niemand
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
SE-training H1 en H2
November 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Quiz leesvaardigheid en spelling
December 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Examentraining - examenkennis
Februari 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Tekst: Nederlandse tijgers terug naar Kazachstan
24 dagen geleden
- Les met
22 slides
Nederlands
Secondary Education
Thema 5 Vakantie H3 Lezen
Mei 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Thema 5 Vakantie H3 Lezen
Oktober 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Het beschrijvend verband
Maart 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Dorpskrant les 11: schrijven deel 3 en afmaken dorpskrant
Maart 2022
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2