2 vmbo- kgt thema 1.1 tot 1.4 verbranding en ademhaling

2 vmbo- kgt thema 1.1 tot 1.4 verbranding en ademhaling
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2 vmbo- kgt thema 1.1 tot 1.4 verbranding en ademhaling

Slide 1 - Tekstslide

Toetsweek
1.1: Verbranding: 
  • Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat
  • Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding en lichamelijke inspanning

Slide 2 - Tekstslide

Een stof die kan verbranden = een brandstof

Slide 3 - Tekstslide




 








  • Is dit het enige wat we nodig hebben voor verbranding?
  • Nee, we hebben ook zuurstof nodig!!!

Slide 4 - Tekstslide


Doe de proef met de kaars

Basis: LWB blz 10, opdracht 3

Doe de proef met de kaars

Kader: WB blz 6 opdracht 1

Slide 5 - Tekstslide

Bij verbranding komt energie vrij
  • warmte
  • beweging
  • licht

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Verbranding in je lichaam
Waar? ----------In iedere cel van ons lichaam

Brandstof?-----glucose en natuurlijk zuurstof

Verbrandingsproducten?---CO2 en waterdamp

Energie?--------beweging en warmte
 

Slide 8 - Tekstslide

Toetsweek
1.2: Het ademhalingsstelsel: 
  • Je kunt in een afbeelding van het ademhalingsstelsel de onderdelen benoemen
  • Je kunt de kenmerken en functies van de delen van het ademhalingsstelsel noemen

Slide 9 - Tekstslide

Het ademhalingsstelsel

Slide 10 - Tekstslide

Neus ademhaling
waarom is dat beter dan ademhalen door je mond?

Slide 11 - Tekstslide

voordelen neus ademhaling
haren en trilharen zuiveren lucht van stof

slijmvlies houdt ziektenverwekkers tegen

je kunt gevaar ruiken

de lucht wordt warm en vochtig

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strottenklep: sluit de luchtpijp af.



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Toetsweek
1.3: Ademhalen
  • Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
  • Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
  •  Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 17 - Tekstslide

1.3 Ademhalen
Aan de uiteinde van de vertakkingen van de bronchiën zitten longblaasjes.

Rondom de longblaasjes zit een netwerk van kleine bloedvaatjes: de longhaarvaten.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

In de longblaasjes zit lucht en in de longhaarvaten zit bloed.

De wand van de longblaasjes is erg dun. Ook de wand van de bloedvaatjes is erg dun.
Daardoor kunnen zuurstof en koolstofdioxide gemakkelijk door deze wanden heen.

Slide 20 - Tekstslide

1.3 Ademhalen
Zuurstof uit de lucht wordt door de wanden heen opgenomen in het bloed.

Koolstofdioxide uit het bloed wordt door de wanden heen afgegeven aan de lucht.

Dit noem je gaswisseling.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

1.3 Ademhalen
De lucht die je inademt bevat veel zuurstof.
In de longblaasjes gaat zuurstof uit de lucht naar het bloed.
Het bloed vervoert de zuurstof naar de cellen.


In de cellen wordt de zuurstof gebruikt voor de verbranding.


Slide 23 - Tekstslide

even herhalen!!

Slide 24 - Tekstslide

1.3 Ademhalen
Bij de verbranding in de cellen ontstaat koolstofdioxide.
De cellen geven de koolstofdioxide af aan het bloed.
Het bloed vervoert de koolstofdioxide naar de longen.
Daar wordt het koolstofdioxide uit de longhaarvaten afgegeven aan de lucht in de longblaasjes.
Daarna adem je de lucht uit.

Ook het water dat bij de verbranding ontstaat, wordt op deze manier afgevoerd.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Bij de ademhaling gebruik je de ademhalingsspieren.
Dit zijn het middenrif, de buikspieren, de tussenribspieren en de spieren bij het sleutelbeen.

Slide 28 - Tekstslide

1.3 Ademhalen
Je kunt op 2 manieren ademhalen:
- met de borstkas: borstademhaling
- met de buik: buikademhaling

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

1.3 Ademhalen
Bij borstademhaling bewegen de ribben en het borstbeen.

Bij een inademing spannen de tussenribspieren zich aan. Daardoor bewegen je ribben en je borstbeen omhoog en wordt je borstholte groter. Je longen worden daardoor groter en zuigen de lucht naar binnen: je ademt in.

Als je tussenribspieren ontspannen, bewegen je ribben en je borstbeen omlaag. Je borstholte en je longen worden weer kleiner. De lucht wordt naar buiten geperst: je ademt uit.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

1.3 Ademhalen
Bij buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand.

Je middenrif trekt zich samen waardoor het omlaag beweegt. Daardoor wordt je borstholte groter. Je longen worden groter en zuigen lucht naar binnen: je ademt in.

Als je middenrif zich ontspant, keert de buikwand terug in zijn normale stand. Je borstholte en longen worden kleiner: je ademt uit.


Slide 33 - Tekstslide

Luchtpijp met bronchiën
Longblaasjes

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Toetsweek
1.4: Gezonde longen
  • Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden

Slide 37 - Tekstslide

1.4 Gezonde longen
Door verschillende oorzaken kunnen longen en luchtwegen minder goed functioneren.
Iemand wordt dan benauwd of moet vaak hoesten.


Slide 38 - Tekstslide

Je kunt zelf iets doen om je luchtwegen gezond te houden:
- niet roken
- bewegen
- zingen of een blaasinstrument spelen
- niet buiten sporten met smog
- ventileren


Slide 39 - Tekstslide

Teer
Teer > zwarte vettige stof
- Kankerverwekkend
-Longen worden hierdoor zwart

In de rook van tabak zitten duizenden stoffen die schadelijk zijn

Slide 40 - Tekstslide

Beschadigde longen

Teer beschadigd de binnenkant van de luchtwegen

Minder goed zuurstof opnemen > minder inspanning 
Conditie wordt slechter


Slide 41 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten
Roken vernauwd bloedvaten
Bloeddruk stijgt

Vetten en cholesterol hopen op in je aderen -> atherosclerose

Slide 42 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten
roken verhoogt kans op bloedstolsels

------>
Hartaanval 
Beroerte




Slide 43 - Tekstslide

Vape
verdampte vloeistof (soms met nicotine)

  • Schadelijke stoffen: Metalen, stikstofverbindingen (en nicotine)

  • Vape kan leiden tot schade aan de luchtwegen, hartkloppingen en een verhoogde kans op kanker.

Slide 44 - Tekstslide

Bewegen
  • Gezond voor de longen
  • Beter conditie > longen worden sterker
  • Sporten versterkt de ademhalingsspieren, longinhoud wordt groter

Slide 45 - Tekstslide

Smog
Luchtvervuiling:  vooral  fijnstof

Beter niet buiten sporten

 minder wind -> meer kans op smog

Vroeg in de ochtend
laat in de avond -> minste kans op smog

Slide 46 - Tekstslide

Longen sterker maken

Zingen of een blaasinstrument bespelen

-> veel ademhalingsoefeningen
Verhoogt conditie

Slide 47 - Tekstslide

Frisse lucht
  • Oude lucht:
  • Weinig zuurstof
  • Ziekteverwekkers           
  • Hoofdpijn, slechte concentratie                             

  • Ventileren = oude lucht vervangen door verse lucht

Slide 48 - Tekstslide

Koolstofmonoxide
Koolstofmonoxide kun je niet ruiken, zien of proeven.
 Het komt vrij bij onvolledige verbranding.
Koolstofmonoxide is heel gevaarlijk.
Vervangt zuurstof in je bloed -> zuurstoftekort

koolstofmonoxidevergiftiging: De eerste verschijnselen zijn hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, vermoeidheid en verwardheid.
Uiteindelijk kan je bewusteloos raken en zelfs overlijden.

Slide 49 - Tekstslide