Na Klar Kap 6 les 1

Les 1
Lernziel: 
Je kan het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden maken

Inhalt:
Grammatica uitleg: voltooid deelwoord
zelfstandig werken




1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1
Lernziel: 
Je kan het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden maken

Inhalt:
Grammatica uitleg: voltooid deelwoord
zelfstandig werken




Slide 1 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een
voltooid deelwoord
in het Nederlands.

Slide 2 - Woordweb

Voltooid deelwoord in het NL
Hoe maak je in het Nederlands (meestal) het voltooid deelwoord?
ge + stam + t/d
Voorbeeld:
* werken: gewerkt
* winkelen: gewinkeld

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord in het Duits
Bij normale zwakke werkwoorden de regel vrijwel hetzelfde als in het Nederlands, maar NOOIT eindigend op -d
ge + stam + t
Voorbeeld:
1. machen:  gemacht 
2. brauchen: gebraucht 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord van:
wohnen
A
gewohnet
B
gewohnen
C
wohnt
D
gewohnt

Slide 5 - Quizvraag

Werkwoorden op een -d/-t
Werkwoorden waarbij de stam eindigt op een –t/-d
ge + stam + et
Voorbeeld:
1. arbeiten:  gearbeitet 
2.reden:  geredet 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord van:
warten
A
gewarted
B
gewartet
C
gewart
D
gewarte

Slide 7 - Quizvraag

werkwoorden met be-, ver- en -er
Nederlandse werkwoorden die beginnen met bijvoorbeeld be-, ver-, her-, zoals bedienen, herinneren
: Stam + -t/-d 
Duits werkwoorden die beginnen met be-, ver- en er-
Stam + t
Voorbeeld:
1. verdienen : verdient 
2. erzählen : erzählt 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord van:
verheiraten
A
verheirat
B
verheiratt
C
verheiratet
D
verheirated

Slide 9 - Quizvraag

werkwoorden op -ieren
Werkwoorden in het Duits die eindigen op –ieren
Stam + t
Voorbeeld:
1. organisieren: organisiert
2. trainieren: trainiert

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord van:
reservieren
A
gereservierd
B
gereserviert
C
reserviert
D
reservierd

Slide 11 - Quizvraag

Welk(e) werkwoord(en) moet(en)
er in het Nederlands altijd bij
een voltooid deelwoord gebruikt worden?

Slide 12 - Woordweb

Voltooid tegenwoordige tijd
Met alleen een voltooid deelwoord ben je er niet. Je hebt extra nodig de werkwoorden hebben / zijn.
Voorbeeld: Ik heb gewerkt.


In het Duits heb je dan dus nodig? haben / sein

Voorbeeld: Ich habe gearbeitet.

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
Iedereen gaat zelfstandig aan de slag met opdrachten 5 t/m 7 (AB S97, 18+ 19 (AB S101), 38 +39 (AB S107)

Opdr 5 t/m 7: de regels van het maken van voltooid deelwoorden bij een gewoon zwak werkwoord en zinnen aanvullen
Opdr 18+19: toepassing voltooid deelwoord
Opdr 38+39: toepassen voltooid deelwoord eindigend op -t/-d

Klaar? 40



Slide 14 - Tekstslide

Hausaufgaben
1.  Maken: 5 t/m 7 (AB S97, 18+ 19 (AB S101), 38 +39 (AB S107)
2. Leren: aantekeningen + gram A+B+D (Kap 6 TB S 114t/m 116)

Slide 15 - Tekstslide