Maandag 2 november

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Maandag 2 november 

Laat weten welk boek je gaat lezen. 

Maak van De Brug, onderdeel Lezen opdracht 1. Bestudeer de theorie ook eerst goed. 

Eerst proefwerk bespreken!

Fayenne en Alaa: aan de slag met hoofdstuk 2: Lezen (de startopdracht en de daarna de andere opdrachten). 

https:

Nu verder met het volgende onderdeel: Lezen

Wat ga je leren?

- Herhaling (de brug): onderwerp, inleiding, middenstuk en slot van een tekst, hoofdgedachte, signaalwoorden (tekstverbanden: opsommend, tegenstellend, chronologisch, toelichtend) , tekstdoelen.

- H2: tekstverbanden: concluderend, redengevend, oorzakelijk en vergelijkend. 

- H3: tekstverbanden: doel-middel, samenvattend, voorwaardelijk en toegevend.

Afsluiting: toets week 48: datum plannen!

Mijn proefwerkweek ging goed. Voor mijn vriendin, daarentegen, ging de proefwerkweek niet goed.

Van welk verband is sprake?

1. opsommend
2. tegenstellend
3. chronologisch
4. toelichtend

De vragen waren moeilijk. Zo ging er een over differentiëren en een over functies en grafieken.

Van welke verband is hier sprake?

1. opsommend
2. tegenstellend
3. chronologisch
4. toelichtend

Hoe ga je te werk als je een kopje bij een alinea moet zoeken. (vr. 2 opdracht 1)

Met muziek kun je wel plezier, tevredenheid en gedrag beïnvloeden, maar geen enthousiasme, zo constateren de onderzoekers. Bij kleur blijken warme kleuren (rood, oranje en geel) effect te hebben op het enthousiasme en koude kleuren (groen, blauw, violet en wit) op de tevredenheid. De wetenschappers raden winkeliers dan ook aan om een schap met nieuwe producten een warme kleur te geven. De afdeling klachten kan daarentegen beter een koude kleur krijgen. Alleen geur lijkt een effect te hebben op alle vier en is dus volgens de onderzoekers een goede manier om de shopping experience te verbeteren. Wat wordt hier tegenover elkaar gezet (tegenstellend verband)

Verder met hoofdstuk 2: lezen

H2: tekstverbanden: concluderend, redengevend, oorzakelijk en vergelijkend. 

Welke signaalwoorden horen daarbij?

https:

0

Waarom heb ik je dit filmpje laten zien?

Aan de slag 

Maak de startopdracht en daarna de opdrachten die op je scherm verschijnen. Lees de teksten uit je boek (als je dat bij je hebt)

Welke signaalwoorden heb je onthouden?