Lezen P1 les 1, Spelling P1 en P2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

Pak je boek en je schrift alvast en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands havo 4

Leesvaardigheid

• ik kan onderwerp, hoofdgedachte en schrijfdoel herkennen.
• ik kan werkwoorden correct spellen.

 

Lesopzet

• Leerdoelen Spelling
• Voorlezen
• Doornemen theorie
  
• H1 Basis: p.1 maken opdr. 1 en 2 
• Doornemen theorie
• H8 Spelling P1 en P2 oefenen

Leerdoelen Spelling

P1

• Onderwerp
• Hoofdgedachte
• Schrijfdoel

Wat wordt hiermee bedoeld?

Kan je voorbeelden noemen?

P1

• Onderwerp: in een paar woorden waarover de tekst gaat
• Hoofdgedachte: in een volledige zin wat erover het onderwerp gezegd wordt
• Schrijfdoel: wat de schrijver met de tekst wil bereiken: 

                > amuseren
                > informeren

                > opiniëren

                > overtuigen

                > activeren

Opdracht

• Start met H1 Basis opdracht 1 en opdracht 2
• Bekijk eventueel de uitlegfilmpjes in de volgende dia's
• We gaan het zo bespreken

H8 Spelling: P1 en P2

Welke spellingregels kennen we?

Waarom is het 'Mijn moeder deletete de game?'

Persoonsvorm TT

ik, .... jij

Engelse werkwoorden

Uit het Engels overgenomen werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden! Je gebruikt dus dezelfde regels. 

Engelse werkwoorden hebben soms een afwijkende ik-vorm: 

• paintball, delete, race   - uitspraak 
• scoor, promoot               - o-klank 

werkwoordsvorm: persoonsvorm

De persoonsvorm is verbonden met het onderwerp en kan in zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd staan. 

Je vindt de persoonsvorm door: 

• De tijdproef uit te voeren (verander de tijd)

Het werkwoord dat je moet aanpassen om de zinnen correct te maken, is de persoonsvorm. 

Wat is goed?

Hij delete mijn document / Hij deletet mijn document. 

Loopt jij mee? / Loop jij mee?

Ik baseball wel eens met mijn vrienden/ Ik basebal wel eens met mijn vrienden. 

Persoonsvorm TT

ik, .... jij

Persoonsvorm TT

ik, .... jij 

jij/hij/zij/het

meervoud 

ik-vorm

ik-vorm + t

'infinitief' 

fiets      word 

fietst    wordt 

fietsen  worden

Persoonsvorm TT

ik, .... jij

Persoonsvorm VT

Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex- kofschip.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex- kofschip?

wel  >   ik-vorm + te(n)

niet >   ik-vorm + de(n) 

Sterke werkwoorden:  klankverandering

Werkwoordsvorm: voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord is het werkwoord dat aangeeft dat iets is afgelopen. 

Je herkent het voltooid deelwoord aan: 

• Omdat je de PV al uit de zin hebt gehaald, weet je dat de andere vervoegde werkwoorden voltooid deelwoorden zijn
• Zin bevat een vorm van hebben, zijn of worden
• Er staat ge- be- of ver- voor 
• Het werkwoord geeft aan dat het is afgelopen 

Persoonsvorm TT

ik, .... jij

Voltooid deelwoord 

Twee soorten werkwoorden: 

1. Klankveranderende werkwoorden
2. Voltooid deelwoord op -t of -d

Om te bepalen of er een -t of -d achter het werkwoord staat, gebruik je 't Kofschip. Je kan ook kijken naar de verleden tijd van het werkwoord. 

Wat is goed?

Hij heeft mijn document gedelete / Hij heeft mijn document gedeletet. 

Heb jij mee gelopen? /Heb jij mee geloopt?

Ik heb wel eens gebaseballd met mijn vrienden /Ik heb wel eens gebaseballt met mijn vrienden. 

Werkwoordsvorm: infinitief

Een infinitief is een werkwoordsvorm waarin het werkwoord zich niet heeft aangepast aan het getal of de tijd van de zin. Het hele werkwoord is het infinitief. 

Je herkent een infinitief aan: 

• het is GEEN PV
• het hele werkwoord 
• er staat 'te' of 'aan het' voor

Het onvoltooid deelwoord

Het hele werkwoord + d

huilend

lachend

gillend

bijvoeglijk naamwoord

• Een werkwoord kan ook worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
• Deze werkwoorden schrijf je dan.....
• ZO EENVOUDIG MOGELIJK

zo eenvoudig mogelijk

Wat is goed?

Ik heb de vergrote foto aan de muur gehangen / Ik heb de vergrootte foto aan de muur gehangen. 

Opdracht

• Start met H8 Spelling, P1 en P2
• Kies minimaal 2 opdrachten per paragraaf (Dus P1: 2 opdrachten en P2: 2 opdrachten).
• Kijk goed naar jouw geformuleerde leerdoelen.
• Bekijk eventueel het uitlegfilmpje in de volgende dia

Huiswerk

• H1 Basis: P1 maken opdr. 1 en 2
• H8 Spelling: P1 en P2 minimaal 3 opdrachten
• 10 september leesautobiografie inleveren