Conjunctions (voegwoorden/verbindingswoorden)

Conjunctions - Voegwoorden
Als je delen van zinnen met elkaar wil verbinden dan gebruik je voegwoorden.

Ze drukken ook een bepaalde relatie tussen die delen van zinnen uit, bijvoorbeeld een gevolg of een tegenstelling.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Conjunctions - Voegwoorden
Als je delen van zinnen met elkaar wil verbinden dan gebruik je voegwoorden.

Ze drukken ook een bepaalde relatie tussen die delen van zinnen uit, bijvoorbeeld een gevolg of een tegenstelling.

Slide 1 - Tekstslide

soorten conjunctions
Je geeft uitleg (reden / oorzaak)
Je noemt een gevolg / resultaat
Je geeft een keuzemogelijkheid aan
Je geeft een tegenstelling aan / maakt een vergelijking

Slide 2 - Tekstslide

reden/ oorzaak
because: I'm late because I missed the bus.
because of: Jamie is sad because of the fight with his parents.
as: As it was raining, my trousers were wet when I arrived.
since: I am staying home, since it is raining.

Slide 3 - Tekstslide

gevolg
so: He is busy so he's not coming to the party.
so that: I went to my room so that I could do my homework.
when: The exercises are easy when you are paying attention
if: If you don't pay attention you will not understand the grammar.

Slide 4 - Tekstslide

Keuze
or: We should choose this one or the other.


Slide 5 - Tekstslide

tegenstelling/ vergelijking
but: I like rap but she likes metal.
however: I love spaghetti. Jane, however, does not.
although: Although he's good at English, she failed the test.
though: We ate at that restaurant, though I didn't like it.
despite: Despite their fight, they still love each other.

Slide 6 - Tekstslide

if/when
Er zijn twee manieren om 'als' te vertalen: if en when.

1. When> Als het zeker is dat iets gaat gebeuren:
- When you're done with the dishes, you can start your homework.
- Call me when you're finished.

2. If> Als het niet zeker is dat iets gaat gebeuren:
- If you need any help, you can call me.

Slide 7 - Tekstslide

I like sugar in my tea, ______I don't like milk in it.
A
but
B
or
C
so

Slide 8 - Quizvraag

Mrs. Connolly stopped talking … she realised we weren’t paying attention.

A
so
B
but
C
however
D
when

Slide 9 - Quizvraag

I think that boy was a boy scout, ... at least he behaved like one.
A
so
B
though
C
or

Slide 10 - Quizvraag

… Steven told us he wasn’t watching TV, we could hear the noise of a television in the background.
A
because
B
although
C
however
D
since

Slide 11 - Quizvraag

Alright then, I will pick up the phone … I don’t think it’s anyone I know.
A
but
B
so
C
since
D
as

Slide 12 - Quizvraag

The sun was shining. …, just as we left the house, a dreadful headwind blew up.
A
however
B
since
C
because
D
although

Slide 13 - Quizvraag

I knew it was a crazy idea … I went through with it anyway.

Slide 14 - Open vraag

Dr. Geart looked rather tired, … I promised to pick her up this afternoon.

Slide 15 - Open vraag

He started worrying … he remembered that he had left the stove on.

Slide 16 - Open vraag

Taylor and Dave started singing ... they thought it was a funny way to irritate me.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide