5.5 De wereld na 1993

H5 De wereld na 1945

§ 5.5 De wereld na 1993
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

H5 De wereld na 1945

§ 5.5 De wereld na 1993

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Hoe veranderden de machtsverhoudingen door het einde van de Koude Oorlog?
  2. Hoe is de EU georganiseerd en welke invloed heeft zijn lidstaten?
  3. Welke gevolgen heeft de Europese samenwerking voor de Nederlanders?

Slide 2 - Tekstslide

terugblik 5.4 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste taak van de Verenigde Naties?
A
vrede bewaren
B
landen bestraffen
C
oorlog voeren
D
hulp bieden aan oorlogsgebieden

Slide 4 - Quizvraag

Welk onderdeel van de Verenigde Naties kan besluiten in te grijpen?
A
De veiligheidsraad
B
Het Veiligheid Comité
C
De NATO
D
De Algemene Vergadering

Slide 5 - Quizvraag

De VN Veiligheidsraad bestaat uit vijftien leden, waaronder vijf permanente leden: China, Engeland, Frankrijk, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika. De overige tien leden worden telkens voor een periode van twee jaar gekozen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Waar staat EGKS voor?
A
Europese Gemeenschap voor kegels en stoommachines
B
Europa voor Kolen en Stevigheid
C
Europese Goederen van Kolen en Staal
D
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Slide 7 - Quizvraag

Op welke manier zorgde de oprichting van de EGKS (1951) ervoor dat oorlog werd voorkomen?

Slide 8 - Open vraag

Welke volgorde is juist?

A
EGKS, EU, EG, EEG
B
EG, EU, EGKS, EEG
C
EGKS, EEG, EG, EU.
D
EGKS, euro, EU

Slide 9 - Quizvraag

H5 De wereld na 1945

§ 5.5 De wereld na 1993
      5.1 Gewijzigde machtsverhoudingen na de Koude                Oorlog

Slide 10 - Tekstslide

1993: Europese Unie vervangt de EG
  • samenwerkingsverband Europese landen met gemeenschappelijke markt.
  • Vrij handelen binnen EU. landen buiten EU betalen invoerrechten -> concurrentie tegengaan
  • Open grenzen; werknemers mogen in alle landen EU werken.


  • 2002: invoering Euro
Na Koude Oorlog wilden veel voormalig Oostbloklanden toetreden tot EU.








Slide 11 - Tekstslide

De 27 lidstaten van de EU
Waakhond voor het rechtsstatelijke karakter van de lidstaten

-stabiele democratie
-rechtsstaat + mensenrechten
-wetten EU overnemen       etc.


Slide 12 - Tekstslide

EU

1993: 12 lidstaten

2013: 28 lidstaten 

Eisen om toe te treden:

  • vrijemarkteconomie
  • democratisch zijn
  • minderheden mochten niet onderdrukt worden.

2020: Brexit, terug naar 27 lidstaten

Slide 13 - Tekstslide

1990-2008: sterke toename wereldhandel door:

  • Verbeterde transport van grondstoffen en producten
  • ontstaan nieuwe media (internet, e-mail, smartphones)
  • De wereld is “kleiner” geworden --> Globalisering
    --> Hierdoor veel multinationals


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Vanaf jaren 80 kregen moslimfundamentalisten in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Afghanistan steeds meer invloed.
 
- vinden dat iedereen moest leven volgens hun strenge ideeën islam.
- hebben kritiek op westerse manier van leven

--> aanslagen

Slide 16 - Tekstslide

Vanaf jaren ’90: opkomst internationaal terrorisme (aanslagen)

Bijv:
11 september 2001 (nine-eleven)
Al Qaida (leider Osama bin Laden) kaapt 4 passagiersvliegtuigen en plegen aanslagen in VS: Twin Towers (New York), Pentagon (Washington), vierde vliegtuig stortte neer.
• 2004: Madrid
• 2005: Londen
• 2015: Parijs
• 2016: Brussel

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Nieuwe rol NAVO
NAVO tot 1991: militair bondgenootschap Westblok tijdens Koude Oorlog

De NAVO kreeg door 9/11 nieuw doel: bestrijden van terrorisme. 

Slide 19 - Tekstslide

Na 1991
  1. Vrijheid - democratie - kapitalisme: Amerika enige overgebleven supermacht
  2. 1993 : EG -> EU
  3. 2002: invoering euro
  4. Voormalige Oostbloklanden lid van EU
  5. 1990-2008: groei wereldhandel
  6. Globalisering
  7. Internationaal terrorisme ("nine-eleven ")

Slide 20 - Tekstslide





§5.5 De wereld na 1993 
       5.2 Organisatie en invloed van de EU

Slide 21 - Tekstslide

Bestuur EU

Slide 22 - Tekstslide

Europese commissie: regering EU
  • 18 commissarissen
  • doet voorstellen + controleert of EU leden zich houden aan afspraken
 
Meeste macht ligt bij Raad van Ministers
  • ministers uit verschillende landen
  • nemen belangrijkste beslissingen 

Europees parlement:
  • volksvertegenwoordiging EU die advies geeft, voorstellen mag
    veranderen, soms meebeslissen.
  • iedere 5 jaar gekozen door burgers in EU-landen
  • minder macht dan NL'se parlement



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video


Europese Commissie



  • De Europese Commissie bestaat uit 18 commissarissen
  • Deze commissarissen kun je het beste vergelijken met onze ministers. 
  • De Commissie stelt nieuwe wetten voor en controleert of EU leden zich aan de afspraken houden.
  • Niet veel macht.

Slide 26 - Tekstslide


Raad van Ministers

Belangrijkste orgaan!
De Raad van Ministers bestaat uit alle ministers van alle lidstaten. Eigenlijk is de samenstelling elke keer anders, want als het over het milieu gaat dan komen alleen de ministers van Milieu.  
De Raad van Ministers neemt de beslissingen en moet, net als het Europees Parlement, elk nieuw wetsvoorstel goedkeuren of afkeuren.

Slide 27 - Tekstslide


Europese Parlement



  • Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden. Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels dat land heeft in het Europees Parlement. 
  • Het Parlement geeft advies en mag voorstellen veranderen.
  • Kan geen besluiten van de Raad van ministers tegenhouden!

Slide 28 - Tekstslide


Welke wet geldt?


  • Wetten van de EU gaan alleen over onderwerpen die meerdere lidstaten aangaat, bijv. het milieu. Hoe snel je in Nederland op de snelweg mag rijden, bepaalt ons parlement: dat gaat écht alleen over Nederland.
  • Een Nederlandse wet mag niet in strijd zijn met een EU-wet. 
  • Andersom kan dat wel: dan moet Nederland de wet aanpassen.

Slide 29 - Tekstslide





§5.5 De wereld na 1993
      5.3 Gevolgen van de EU voor Nederlanders

Slide 30 - Tekstslide

Invloed van de EU op welvaart en welzijn
Meer welvaart en welzijn
Wordt Nederland rijker van de EU?

Slide 31 - Tekstslide

Kritiek op de EU
Duur
Per jaar ongeveer zes miljard euro. Hiervan komt ongeveer drie miljard terug in de vorm van subsidies. Is zes miljard per jaar te veel geld?
Oneerlijke arbeid
Vrije verkeer van mensen en goederen zorgt er ook voor dat arbeiders uit lagelonenlanden van de EU (Polen en Roemenië) naar Nederland komen. Sommige mensen zijn bang dat onze werklozen en jongeren minder kans hebben op een baan.
Bureaucratisch en log
Omdat de EU zo groot is duurt het soms erg lang voordat besluiten genomen worden en daadwerkelijk worden uitgevoerd. Is dit erg?
Democratische controle
Het Europees Parlement heeft niet heel veel macht. Dat komt omdat elke beslissing van de Europese Commissie en het EP ook altijd goedgekeurd moet worden door de Raad van Ministers. Hebben burgers dan nog wel genoeg invloed?
minder vrijheid
Hoe meer er Europees geregeld wordt, hoe minder Nederland zelf kan beslissen. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Populisme
  • Kritiek op Eu - Financiële crisis 2008 - Vluchtelingen

  • In de jaren '90 verliezen mensen het vertrouwen in de politieke partij op wie zij altijd hadden gestemd. 
  • Deze grote groep gaat stemmen op de nieuwe, populistische politieke partijen die worden opgericht. 
  • Populistische leiders zeggen te doen wat het volk wil, want ‘het volk heeft altijd gelijk’. Lastig is dat wat het volk wil, niet altijd kán.
  • Eenvoudige oplossingen voor grote maatschappelijke problemen.:
Populistische politici worden soms in korte tijd heel populair. Maar als later blijkt dat ze hun beloftes niet kunnen waarmaken, raken zij die populariteit snel weer kwijt. Enkele jaren later komt er dan weer een andere populistische partij die opnieuw de mooiste beloftes doet.

Slide 35 - Tekstslide

Referendum
  • In 2004 werd een referendum gehouden of er een Europese grondwet moest komen.
  • Dit voorstel is afgewezen, uit angst dat NL niets te zeggen zou hebben.
  • Ook in NL zijn er raadgevende referenda, maar die zijn sinds 2018 afgeschaft.

Slide 36 - Tekstslide