chapitre 3 - iemand / kamer/ huis beschrijven

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les cheveux
longs / courts = lang / kort
raides / frisés (bouclés) = steil / gekruld

blonds = blond
bruns = bruin
roux = rood
noirs = zwart                                 j'ai les cheveux bruns 

Slide 2 - Tekstslide

Les yeux
bleus = blauw                                                        - J'ai les yeux bleus
verts = groen                                                           - j'ai des petits yeux 
marron = bruin
gris = grijs

grand/petit = groot / klein
je/elle porte des lunettes = hij/zij draagt een bril

Slide 3 - Tekstslide

uiterlijk beschrijven
Moi, j' ai les cheveux mi-courts et blonds-gris.
J' ai les yeux bleus-gris.
Je suis petite. je mesure 1 mètre 68
Je n' ai pas de lunettes.
Je porte un pantalon.. et un pull...

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt jezelf en iemand beschrijven
Décris-toi:
- j'ai les yeux marrons 
-j'ai les cheveux longs en bruns 
- je porte un t-shirt ,un pantalon et des baskets 

Slide 5 - Tekstslide

Mes vêtements
je porte : 

Slide 6 - Tekstslide

décrire les vêtements
Je porte:
un pantalon gris           
un t-shirt bleu
un cardigan noir
des chaussures noires
des chaussettes noires

Slide 7 - Tekstslide

Dans ma grande/petite chambre il y a ......
Les rideaux gris
Une peluche bleue
Un lit gris
Un livre jaune
Une grande fenêtre
Un lit double
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

je kunt vertellen over je kamer en huis 
Décris ta chambre:
j'ai un lit 
j'ai un bureau
j'ai une fenêtre
je préfère ma peluche et mon lit

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

je kunt vertellen over je huis en je kamer
Décris ta maison/ ton appartement: 
Dans ma maison il ya :
- une cuisine
-  un salon
- 3 chambres 
- un jardin
- une piscine 

Slide 11 - Tekstslide

hoe zeg je dat Valérie rood haar heeft
A
il a les cheveux roux
B
elle a les cheveux roux
C
elle a les cheveux rouge
D
il a les cheveux rouges

Slide 12 - Quizvraag

Mon oncle est costaud betekent dat.....
A
je oom rijk is
B
je oom chagrijnig is
C
je oom een stevig postuur heeft
D
je oom blut is

Slide 13 - Quizvraag

een bril
A
une lunette
B
des lunettes
C
une lunettes
D
des lunette

Slide 14 - Quizvraag

Beschrijf kort je eigen uiterlijk:
(haar, ogen, groot/klein)

Slide 15 - Open vraag

hoe kan je iemand beschrijven?

Slide 16 - Woordweb

Révision phrases-clés

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf de kleding die je vandaag draagt. Noem ook de kleur.

Slide 18 - Open vraag

het signalement van een aardige krullenbol met zwart haar, blauwe ogen, een spijkerbroek en een groen t-shirt, luidt:
A
il est gentil, il a les cheveux bruns bouclés, les yeux bleus et il porte un jean avec un t-shirt vert
B
il est triste, il a les cheveux noirs, les yeux bleus et il porte un jean avec un t-shirt vert
C
il est joyeux, il a les cheveux noirs, les yeux bleus et il porte un pantalon avec t-shirt vert
D
il est gentil, il a les cheveux noirs bouclés, les yeux bleus et il porte un jean avec un t-shirt vert

Slide 19 - Quizvraag

Tâche
SITUATIE
In deze taak ga je een opsporingsbericht schrijven- un avis de recherche
DOELEN
Met deze taak oefen je:
- iemand te beschrijven- 
- iemand anders te karakteriseren
HOELANG en daarna?
20 minuten. Daarna ga je verder met je presentatie.





timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

la fin

  • vragen?

Slide 21 - Tekstslide

ik kan iemand beschrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

au revoir! 

Slide 23 - Tekstslide