1TH 5.2 Zintuigen en zenuwstelsel

Welkom!
Ga rustig zitten op je plek volgens de plattegrond.

Doe je jas uit, oortjes uit en pet of muts af.
Log in op Lesson Up en houd dit scherm open. Alle andere tabbladen gaan weg.

Pak je boek (eventueel online), schrift en etui.
Je bent stil en kijkt naar het bord met je handen van je laptop af, over:
timer
3:30
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga rustig zitten op je plek volgens de plattegrond.

Doe je jas uit, oortjes uit en pet of muts af.
Log in op Lesson Up en houd dit scherm open. Alle andere tabbladen gaan weg.

Pak je boek (eventueel online), schrift en etui.
Je bent stil en kijkt naar het bord met je handen van je laptop af, over:
timer
3:30

Slide 1 - Tekstslide

2TH 7.2 Voedselketens en kringlopen
5.2
Zintuigen en zenuwstelsel
1TH

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
  • Terugblik 5.1 (prikkels en reacties)
  • Uitleg 5.2 (zintuigen en zenuwstelsel)
  • Huiswerk
  • Slotvraag

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Je zintuigen vangen informatie op uit je omgeving.
  • Zintuigen zitten in organen.

Slide 4 - Tekstslide

Welk zintuig gebruik je wanneer je in het klaslokaal een klok hoort tikken?
A
Het oor
B
Je gehoorzintuig
C
Je oog
D
Je lichtzintuig

Slide 5 - Quizvraag

Welke zintuigen bevinden zich in welk orgaan, en op welke informatie reageren zij?
timer
2:00
Orgaan
Zintuig
oog
Neus
Mond
Huid
Oor
Informatie
Licht
Gehoor
Smaken
Zicht
Geluid
Gevoel
Geur
Smaak
Reuk
Aanraking

Slide 6 - Sleepvraag

Terugblik
Je kan bewust of onbewust op deze informatie reageren.
  • Gedrag is alles wat een mens of dier doet als reactie op wat je zintuigen waarnemen.

Slide 7 - Tekstslide

Je ziet je vriend of vriendin in de gang lopen en wil met hem/haar mee. Je staat op en loopt achter hem/haar aan.
A
Dit is een bewuste reactie
B
Dit is een onbewuste reactie

Slide 8 - Quizvraag

De oogarts schijnt met een felle lamp in je ogen. Je pupil wordt hierdoor kleiner.
A
Dit is een bewuste reactie
B
Dit is een onbewuste reactie

Slide 9 - Quizvraag

Doelen van deze les
1. Aan het eind van deze les kun je uitleggen dat zintuigen prikkels uit de omgeving opvangen.
2. Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe het zintuig- en zenuwstelsel is opgebouwd.
3. Aan het einde van deze les kun je de onderdelen en functies van de hersenen benoemen.
4. Aan het einde van deze les kun je beschrijven hoe je hersenen zintuigprikkels verwerken.

Slide 10 - Tekstslide

Prikkels
Informatie uit je omgeving.
  • Licht
  • Aanraking/pijn/warmte/kou
  • Geluid
  • Geurstoffen
  • Smaakstoffen

Slide 11 - Tekstslide

Impulsen
Het zintuig maakt van deze prikkel een
elektrisch signaal (impuls).
  • Via zenuwcellen naar de hersenen
    gebracht.
  • Nu ben je je bewust van de prikkel.

Slide 12 - Tekstslide

Respons
Hersenen beslissen hoe je op de prikkel moet reageren.
  • Sturen een impuls terug naar
    spieren of klieren.
  • Je reageert: Hoe je reageert is
    gedrag.

Slide 13 - Tekstslide

Het begrip 'prikkel' en 'impuls' worden vaak door de war gehaald. Wat is de betekenis van deze begrippen?
timer
0:30
Prikkel
Impuls
Een elektrisch signaal
Informatie opgevangen door je zintuigen

Slide 14 - Sleepvraag

Je hoort een vlieg zoemen en wil deze vangen. Zet in de juiste volgorde wat er in je lichaam gebeurt.
timer
2:00
Je gehoorzintuig zet de prikkel om in een impuls.
Je spieren in je arm spannen aan zodat je met de vliegenmepper kan slaan.
Het geluid van de zoemende vlieg is een prikkel.
Je hersenen sturen een impuls naar de spieren in je arm.
De impuls komt in je brein, je weet nu dat er een vlieg zoemt.

Slide 15 - Sleepvraag

Het zenuwstelsel
Om prikkels te verwerken en het lichaam aan te sturen.
  • Zenuwen: Vervoert impulsen vanaf zintuigen en naar
    spieren.
  • Ruggenmerg: Hier komen alle zenuwcellen samen.
  • Hersenen: Voor het ontvangen, verwerken en versturen
    van impulsen.

Slide 16 - Tekstslide

In het zenuwstelsel zit ook het centrale zenuwstelsel. Dit ligt centraal in het zenuwstelsel. Welke organen behoren daar dus toe?
A
Alleen de hersenen
B
Ruggenmerg en zenuwen
C
Hersenen en ruggenmerg
D
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen

Slide 17 - Quizvraag

De hersenen
Bestaan uit:
  • De grote hersenen: Aansturen van
    bewuste reacties en het geheugen.
  • De kleine hersenen: Voor
    coördinatie.
  • De hersenstam: Voor automatische
    levensfuncties.

Slide 18 - Tekstslide

Combineer in welke situaties, welk deel van de hersenen is aangetast of aan het werk is.
timer
1:00
Iemand heeft te veel alcohol gedronken en kan daardoor niet meer in één rechte lijn lopen.
Je hoort je telefoon afgaan en wil deze oppakken.
Dit deel van je hersenen stuurt aan hoe vaak je ademt en hoe vaak je hart klopt per minuut.
Kleine hersenen
Grote hersenen

Hersenstam

Slide 19 - Sleepvraag

De grote hersenen
Ontvangen impulsen en verwerken die.
  • Wat betekent dit geluid, o.i.d. ?

Bedenken een reactie en sturen een
nieuwe impuls via zenuwcellen naar je
spieren.

Slide 20 - Tekstslide

Hersencentra
Elk deel van je grote hersenen
heeft de taak om van één zintuig
de impulsen te verwerken en te
versturen.

Slide 21 - Tekstslide

Als je hard op je achterhoofd
valt kan je sterretjes zien.
Leg uit hoe dat komt.
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk
Maak opdracht 2 t/m 7.
  • Hiervoor mag je in tweetallen, fluisterend samenwerken.

Als je klaar bent mag je verder met:

Slide 23 - Tekstslide

Zijn de doelen gehaald?
1. Kun je uitleggen dat zintuigen prikkels uit de omgeving opvangen?
2. Kun je uitleggen hoe het zintuig- en zenuwstelsel is opgebouwd?
3. Kun je de onderdelen en functies van de hersenen benoemen?
4. Kun je beschrijven hoe je hersenen zintuigprikkels verwerken?

Slide 24 - Tekstslide

Slotvraag: Leg uit hoe je zintuigstelsel,
zenuwstelsel en spierstelsel samenwerken
om te kunnen reageren op prikkels.
timer
2:00

Slide 25 - Open vraag