Lezen 4.1 en 4.2 Feiten, meningen en argumenten beoordelen
Nederlands
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Programma van deze les
Theorie Lezen 4.1 - Feiten, meningen en argumenten
Aan de slag:
- Instaptoets Lezen 4 maken
- Lezen 4.1 maken
Slide 2 - Tekstslide
Feit, mening en argument
Nu Nederlands Lez 4.1
Doel:
Je kunt in een tekst feiten, meningen en argumenten onderscheiden van elkaar.
Slide 3 - Tekstslide
De inflatie in Nederland was in oktober 16,8 procent.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 4 - Quizvraag
Feiten
Feit: Controleerbaar: waar of niet waar.
Te bewijzen met bijv. cijfers, percentages, wetenschappelijk onderzoek.
Slide 5 - Tekstslide
Het is vandaag koud buiten.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Mening
Mening: Persoonlijk: je bent het ermee eens of oneens. Niet te controleren
Signaalwoordenik vind, naar mijn mening, mijn standpunt is
Slide 7 - Tekstslide
Mensen zouden de auto vaker moeten laten staan,....
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 8 - Quizvraag
...,want benzine en diesel is slecht voor het milieu.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 9 - Quizvraag
Argument
Argument: Onderbouwing bij een mening / aannemelijk maken mening.
Signaalwoorden alsomdat, want, namelijk, immers
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Opdrachten op Nu Nederlands
- Instaptoets Lezen 4
- Opdrachten Lezen 4.1
Slide 12 - Tekstslide
Argumenten beoordelen
Nu Nederlands Lez 4.2
Doel:
Je kunt de kwaliteit van argumenten in een tekst beoordelen. Is het een geldig argument of niet?
Slide 13 - Tekstslide
Er zijn twee soorten argumenten
Objectieve argumenten controleerbaar en daarmee waar of niet waar. >>> Feiten / onderzoek / wetenschap / algemene normen en waarden.
Subjectieve argumenten niet-feitelijke uitspraken die in meer of mindere mate aannemelijk zijn. >>> vermoedens, persoonlijke waardeoordelen, geloofsovertuiging
Slide 14 - Tekstslide
Je kunt beter geen vlees eten, want…
Objectief
Subjectief
het is zielig voor de dieren.
De veehouderij draagt wereldwijd voor 18% bij aan de uitstoot van broeikasgassen.
Je laat zien dat je een intelligent mens bent met compassie voor de wereld om je heen.
Vleesvervangers smaken net zo lekker.
Voor elke kilo vlees heeft het dier wel 2-7 kilo voer gegeten. We kunnen veel meer mensen voeden als we direct het graan en de soja eten.
Slide 15 - Sleepvraag
Drogredenen
Dit zijn foute argumenten of redeneringen.
Deze argumenten of redeneringen kunnen aannemelijk en geloofwaardig lijken, maar dat zijn ze niet.
Er zijn verschillende soorten drogredenen, in de volgende video zie je er een aantal.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Alcohol drinken is helemaal niet ongezond. Mijn opa dronk iedere dag een glas jenever en hij is 98 jaar geworden.
A
Geldig argument
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Generalisatie
D
Persoonlijke aanval
Slide 18 - Quizvraag
5G moet zo snel mogelijk verdwijnen, want sinds we 5G hebben, zijn er coronabesmettingen.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Cirkelredenering
C
Bespelen van het publiek
D
Persoonlijke aanval
Slide 19 - Quizvraag
Mark Rutte kan wel zeggen dat bij ziekte van één gezinslid de andere gezinsleden thuis moeten blijven. Hij heeft zelf niet eens een vrouw en kinderen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Generalisatie
D
Persoonlijke aanval
Slide 20 - Quizvraag
Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo.