Les 9: weerstand

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom terug!

Pak je werkboek b en een schrift.

Deze les gaat over weerstand!

Programma van deze les

1. Terugblik vorige les
2. Weerstand bepalen: uitleg + opdracht + nabespreking
3. De wet van ohm: uitleg + opdracht + nabespreking
4. Afsluiting

Bespreken opdracht 1

blz. 71 werkboek b

Opgave 9

We lossen opgave 9 a (blz 73) samen in stappen op.

1. Wat wordt er gevraagd?
2. Welke formule hebben we nodig?
3. Wat wordt er gegeven? Moet je hier nog iets aan aanpassen?
4. Toepassen formule
5. Berekenen en afronden antwoord.

Q=I⋅t

5.2: Weerstand

Leerdoelen

5.2.1 Je kunt uitleggen hoe je de weerstand van een draad of een andere component bepaalt.

5.2.2 Je kunt berekeningen maken met het verband tussen weerstand, spanning en stroomsterkte.

5.2.3 Je kunt het verschil uitleggen tussen een ohmse weerstand en een niet-ohmse weerstand.

Weerstand van een draad: hoe moeilijk een stroom door de draad loopt.

lamp-> weinig stroom-> hoge weerstand

wasmachine-> veel stroom-> lage weerstand

Weerstanden

Formule voor weerstand

R = weerstand in ohm (    )

U = spanning in volt (V)

I = stroomsterkte in ampère (A)

R=​I​​U​​

Ω

Voorbeeldopdracht

Wat is de weerstand van dit gloeilampje?

R=​I​​U​​

Opdracht

Ga naar bladzijde 80  van werkboek b en maak opdracht 3.

Kijk hiervoor indien nodig naar voorbeeldopdracht 1.

Werk de eerste 2 minuten in stilte, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.

Straks vraag ik 2 willekeurige leerlingen 

naar hun antwoord .

Klaar? Maak dan ook opdracht 2

Makkie? Lees dan de plusstof (groen kader) en maak de opdrachten.

Spinner klas V3C

Spinner klas V3A

Voorbeeldproef met constantaandraad (zie boek).

Laat de spanning oplopen en meet de stroomsterkte. Zet de gegeven in een grafiek.

De wet van ohm

De spanning (over de draad) en de stroomsterkte (door de draad) zijn recht evenredig.

(Deel je U door I, dan blijft R hetzelfde.)

Een weerstand waarbij dit zo is heet een ohmse weerstand.

Opdracht

Ga naar bladzijde 81  van werkboek b en maak opdracht 5.

Kijk hiervoor indien nodig naar voorbeeldopdracht 1.

Werk de eerste 2 minuten in stilte, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.

Straks vraag ik 2 willekeurige leerlingen 

naar hun antwoord .

Klaar? Maak dan ook opdracht 2

Makkie? Lees dan de plusstof (groen kader) en maak de opdrachten.

Spinner klas V3C

Spinner klas V3A

Weerstand en temperatuur: bij een hogere temperatuur neemt de weerstand vaak toe.

Voorbeeldproef met gloeilamp.

Laat de spanning oplopen en meet de stroomsterkte. Zet de gegeven in een grafiek.

Opdracht

Ga naar bladzijde 80 en 81  van werkboek b en maak opdracht 4 en 6.

Kijk hiervoor indien nodig naar voorbeeldopdracht 1.

Werk de eerste 2 minuten in stilte, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.

Straks vraag ik 2 willekeurige leerlingen 

naar hun antwoord .

Klaar? Maak dan ook opdracht 1 en 2

Makkie? Lees dan de plusstof (groen kader) en maak de opdrachten.

Spinner klas V3C

Spinner klas V3A

Afsluiting

Volgende les:

Variabele weerstand: opdracht 7 en 8

Les daarop: Practicum gloeilamp