Köppen met subklimaten

Klimaten indelen met het systeem van Köppen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klimaten indelen met het systeem van Köppen

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel klimaten kent het klimaatsysteem van Köppen?
A
4
B
6
C
5
D
7

Slide 2 - Quizvraag



Welk klimaat krijgt de letter E?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Poolklimaat

Slide 3 - Quizvraag

Welke hoofdgroep als de temperatuur het hele jaar boven 18 is?
A
Tropische klimaten (A)
B
Zeeklimaten (C)
C
Landklimaten (D)
D
Koude klimaten (E)

Slide 4 - Quizvraag

In welk klimaat valt de meeste regen?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Koud klimaat

Slide 5 - Quizvraag


A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 6 - Quizvraag

Met welke letter geeft het Köppen systeem het tropisch klimaat weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quizvraag

Welke hoofdgroep als de zomer niet erg heet is en de winter niet erg koud?
A
Tropische klimaten (A)
B
Droge klimaten (B)
C
Zeeklimaten (C)
D
Landklimaten (D)

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Klimaten worden ingedeeld met codes

Slide 10 - Tekstslide

5 hoofdgroepen --> hoofdletter A t/m E
A = Tropische klimaten
B = Droge klimaten*
C = Zeeklimaten
D = Landklimaten
E = Koude klimaten

*B = uitzondering, wordt als enige NIET door temperatuur bepaald

Slide 11 - Tekstslide

5 hoofdgroepen
A - Tropisch - In de koudste maand is de temperatuur boven +18 graden
C - Zee - koudste maand boven -3, onder +18 graden. warmste maand  boven +10. 
D- Land - Koudste maand onder -3, warmste maand boven +10.
E - Koud - Warmste maand onder +10 graden

B - Droog - In het hele jaar valt er minder dan 500 mm neerslag

Slide 12 - Tekstslide

Verdere indeling
-Na de hoofdletter krijgt elk klimaat een tweede letter
-Deze tweede letter zegt bij groep A, C, D iets over de neerslag
-Bij groep B en E wordt een ander systeem gebruikt


Slide 13 - Tekstslide

De tweede letter bij groep A, C, D
-De tweede letter van de code is een kleine letter s, w of f
-Deze letter geeft het seizoen aan wanneer er geen/weinig neerslag valt.
S = sommertrocken (zomer = droog)
w= wintertrocken (winter = droog)
f = fehlt trocken (droge periode ontbreekt)

Slide 14 - Tekstslide

De tweede letter bij groep B en E
  • In groep B en E valt niet zoveel neerslag. 
  • Daarom heeft Köppen een ander systeem
  • De tweede letter is een hoofdletter
  • BS (Steppe) of BW (Woestijn)
  • ET (Toendra) of EF (Vorst) of EH (Hooggebergte)

Slide 15 - Tekstslide

De tweede letter bij groep B 
  • BS = Steppe (beetje neerslag/tussen 200 en 400 mm
  • BW= Woestijn (geen neerslag/minder dan 200 mm)

Slide 16 - Tekstslide

De tweede letter bij groep E
ET = Toendra - warmste maand onder 10 graden
EF= Vorst - warmste maand onder 0 graden
EH= Hooggebergte - zelfde als ET, maar dan in berggebieden

Slide 17 - Tekstslide

BW 
Af
Cf
EF
Df
Af
BW
Cf

Slide 18 - Sleepvraag