Formuleren - oefenen alles door elkaar

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Formuleren - Alles door elkaar 

1. Dubbelop:

- Onjuiste herhaling 

- Tautologie 

- Pleonasme 

- Contaminatie 

- Dubbele ontkenning 

2. Verwijswoorden:

- Onjuist verwijswoord 

- Onduidelijk verwijzen   

3. Incongruentie

4. dat/als-constructie

5. Foutieve samentrekking 

6. Foutieve beknopte bijzin 

We moeten onze eigen cijferlijst uitprinten.

1. contaminatie
2. pleonasme
3. tautologie
4. onjuiste herhaling

Slechts een kleine minderheid van de werknemers waren tevreden over de cao-afspraken.

1. contaminatie
2. incongruentie
3. foutieve samentrekking
4. foutieve beknopte bijzin

Luid zingend bezorgde de kerstman de cadeautjes

1. foutieve samentrekking
2. foutieve beknopte bijzin
3. fout verwijswoord
4. Goed

Ik weet zeker dat als ik een nieuwe fiets krijg, ik heel blij zal zijn

1. fout verwijswoord
2. foutieve samentrekking
3. dat/als-constructie
4. incongruentie

Welke zin is juist?

1. Hans geeft aan hun een snoepje
2. Hans geeft hun een snoepje
3. Hans geeft hen een snoepje
4. Hans geeft aan hen een snoepje

Luid zingend werden de cadeautjes bezorgd.

1. foutieve samentrekking
2. foutieve beknopte bijzin
3. Fout verwijswoord
4. Goed

Het leerwerk had Bas van tevoren goed gepland.
Welke vorm van dubbelop zit in deze zin.

Ben je ervan op de hoogte dat wanneer je meedoet met het schoolkoor, je een extra cijfer krijgt?

1. incongruentie
2. dat/als-constructie
3. onjuist verwijswoord
4. onjuiste herhaling

Na het uitbreken van de brand waren zowel de politie als de brandweer snel ter plaatse.

1. onjuist verwijswoord
2. incongruentie
3. pleonasme
4. contaminatie

Aan dat gepraat over voetbal op zondagavond heb ik een hekel aan.

1. dubbele ontkenning
2. onjuiste herhaling
3. onjuist verwijswoord
4. tautologie

In iedere vaste standaarduitrusting zit een zakmes verpakt.

1. contaminatie
2. tautologie
3. pleonasme
4. onjuiste herhaling

Dertig procent van de deelnemers _______ de eindstreep niet gehaald.

1. hebben
2. heeft

Toen de leden van de Raad van Elf verschenen, gaf de burgemeester ___________ de sleutel van Breda.

1. hen
2. hun

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.

1. foutieve beknopte bijzin
2. beknopte bijzin

Lisa zei tegen Carola dat ze haar tas in het restaurant had laten staan.

1. onjuist verwijswoord
2. goed
3. onduidelijke verwijzing
4. dat/als-constructie

Mijn ouders verbieden mij om geen alcohol te drinken.
Welke vorm van dubbelop zit er in deze zin?

Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.

1. foutieve samentrekking
2. samentrekking

Je moet voorkomen dat je geen onvoldoendes haalt.

1. dubbele ontkenning
2. onjuiste verwijzing
3. contaminatie
4. pleonasme